6.3Het oordeel van de rechtbank
De aard en ernst van het delict
Op 2 augustus 2023 heeft verdachte zich samen met anderen schuldig gemaakt aan een diefstal met geweld van medicinale cannabis uit een woning. Verdachte heeft als medepleger een grote rol gespeeld in de uitvoering van de overval. Zijn mededader [medeverdachte 2] had hem (en [medeverdachte 1] ) de opdracht gegeven en het plan bedacht. Verdachte is samen met [medeverdachte 1] met bivakmutsen op naar de woning van aangever gegaan. Zij zijn met een list de woning binnen gedrongen en hebben de ton met medicinale cannabis van aangever weggenomen, waarbij fors geweld is toegepast. Ook toen aangever probeerde de ton met cannabis terug te pakken en verdachte en [medeverdachte 1] tegen te houden, bleven zij geweld tegen hem gebruiken. Verdachte heeft zich uiteindelijk weten te ontkomen met de buit en heeft deze naar [medeverdachte 2] gebracht. Verdachte heeft met zijn handelen een grote en uitvoerende rol gehad in het geheel.
Bij deze overval heeft [benadeelde] lichamelijk letsel opgelopen: een luxatie in zijn rechter sleutelbeen, een blauw oog en blauwe plekken en schaafwonden over zijn gehele lichaam. Hij voelt veel frustratie dat hem dit is overkomen en hij voelt zich machteloos. Als gevolg van de overval heeft hij slaapproblemen en angstgevoelens ontwikkeld. Hij heeft geen veilig gevoel meer in zijn eigen woning.
Verdachte heeft met zijn handelen ernstig inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van het slachtoffer en diens gevoel van veiligheid in zijn eigen woning. Hij heeft bij het plegen van het feit kennelijk alleen aan zijn eigen gewin gedacht en er niet over nagedacht dat hij daarmee het slachtoffer leed en schade zou kunnen toebrengen. Verdachte wist dat [medeverdachte 1] een mes had meegenomen met de kennelijke bedoeling om dit indien nodig te gebruiken. Bovendien leiden overvallen tot gevoelens van onveiligheid en angst in de samenleving.
De rechtbank rekent verdachte dit alles aan.
De persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte
Justitiële documentatie
Uit het uittreksel van de justitiële documentatie van verdachte blijkt dat hij niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
Pro Justitia rapport psychologisch onderzoek
De rechtbank heeft ook acht geslagen op het advies van de psycholoog dr. [naam 1] van 15 maart 2024. Hieruit blijkt, kort samengevat, dat er bij verdachte sprake is van een ernstige vorm van een aandachtsdeficiënte en hyperactiviteitsstoornis met gecombineerd beeld (ADHD). Daarbij voldoet verdachte aan de criteria van een oppositioneel opstandige gedragsstoornis en ervaart hij problemen in de relatie met zijn beide ouders. Ten tijde van het plegen van het delict waren beide stoornissen en bijkomend de problemen met zijn ouders, aanwezig en van invloed op het gedrag van betrokkene. De psycholoog adviseert het ten laste gelegde verdachte in verminderde mate toe te rekenen. Daarnaast was er, ten tijde van het opmaken van de rapportage, sprake van een matig risico op recidive. De deskundige adviseert, ter bevordering van een zo gunstig mogelijke ontwikkeling van verdachte, systeembehandeling en individuele behandeling op te nemen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel, met daaraan gekoppeld toezicht door de jeugdreclassering.
Raad voor de kinderbescherming
De rechtbank heeft acht geslagen op het rapport van de Raad van 18 april 2025 en de mondelinge toelichting daarop ter zitting. De Raad onderschrijft het advies van de psycholoog. Het is van belang dat verdachte zijn medicatiegebruik blijft continueren en dat ambulante behandeling (psycho-educatie) in het kader van zijn ADHD-diagnose wordt voortgezet. Verdachte dient handvatten aangereikt te krijgen hoe hij kan leren omgaan met zijn ADHD, een gezonde coping leert en dat hij zijn inzicht vergroot in zijn (on)mogelijkheden. Daarnaast is het van belang dat de ouders pedagogisch ondersteund worden met als doel dat zij hun gezagspositie kunnen versterken en de relatie met verdachte kunnen herstellen. Systeemtherapie is hiervoor aangewezen en al ingezet. Het advies van de jeugdreclassering om ook de leerstraf Tools4you op te leggen, wordt door de Raad niet overgenomen, omdat door de psycholoog alleen een voorwaardelijke straf is geadviseerd en dit advies door de Raad wordt overgenomen.
De Raad adviseert verdachte een voorwaardelijke werkstraf op te leggen met een proeftijd van twee jaar, onder de algemene voorwaarde dat verdachte geen nieuwe strafbare feiten zal plegen, en de bijzondere voorwaarden dat verdachte:
- zich gedurende de proeftijd op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de jeugdreclassering, zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dat noodzakelijk acht;
- meewerkt aan de behandeling van [instelling] of soortgelijke instelling voor zolang de jeugdreclassering dat nodig acht;
- meewerkt aan de hulpverlening van [maatschappelijk werk] of soortgelijke hulp voor zolang de jeugdreclassering dat nodig acht;
- onderwijs/dagbesteding volgt;
- zich houdt aan overige aanwijzing van de jeugdreclassering;
Waarbij aan de gecertificeerde instelling Bureau Jeugdzorg Limburg, regio Zuid, opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden door verdachte en hem ten behoeve daarvan te begeleiden.
Jeugdreclassering
Namens de jeugdreclassering is bij brief van 6 mei 2025 door mevrouw [naam 2] naar voren gebracht dat naar aanleiding van het Pro Justitia rapport van mei 2024 is gestart met Ambulante behandeling door [instelling] , alsmede medicamenteuze behandeling. Vervolgens is ook systeembehandeling gestart door [maatschappelijk werk] te [plaats 2] . [instelling] richt zich onder andere op de ADHD problematiek van verdachte en [maatschappelijk werk] richt zich op psycho-educatie, pedagogische ondersteuning van de ouders en het versterken van de gezagspositie. Ten aanzien van de ingezette hulpverlening blijft de houding van verdachte zich kenmerken door wispelturigheid. Het is daarom wenselijk dat de reeds ingezette hulpverlening voor verdachte gehandhaafd blijft binnen het gedwongen strafrechtelijke kader:
- [instelling] : behandeling ADHD.
- [maatschappelijk werk] : systeembehandeling.
- verdachte dient een zinvolle dagbesteding via school of werk te hebben.
Tevens vindt de jeugdreclassering het wenselijk om de leerstraf Tools4you in te zetten, waarbij sociale vaardigheden getraind worden zoals omgang met groepsdruk, impulscontrole, oplossen sociale conflicten en vergroten zelfreflectie. De jeugdreclassering sluit zich geheel aan bij het advies van de psycholoog en het uitgebrachte strafadvies van de Raad.
De straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank laten meewegen dat verdachte veroordeeld wordt voor een ernstig feit, maar ook dat verdachte een first offender is. De psycholoog heeft geconcludeerd dat het plegen van het feit verdachte in verminderde mate kan worden toegerekend. De rechtbank neemt deze conclusie over en maakt die tot de hare. Ook constateert de rechtbank dat er sprake is van een kleine overschrijding van de redelijke termijn met enkele weken. Zij acht het niet nodig om hier gevolgen aan verbinden.
De rechtbank heeft ook gekeken naar straffen die in soortgelijke zaken zijn opgelegd en de LOVS-oriëntatiepunten voor de staftoemeting voor minderjarigen. Daarin is als uitgangspunt vermeld dat voor een woningoverval (vanaf) zes maanden jeugddetentie wordt opgelegd. Anders dan door de Raad geadviseerd, is de rechtbank van oordeel dat bij een dergelijk ernstig feit niet kan worden volstaan met een geheel voorwaardelijke straf. De rechtbank zal wel rekening houden met de verminderde toerekenbaarheid en de persoonlijke omstandigheden. De rechtbank zal dan ook geen onvoorwaardelijke jeugddetentie opleggen die langer duurt dan het voorarrest. Naast dit deel onvoorwaardelijke jeugddetentie zal de rechtbank een voorwaardelijke jeugddetentie opleggen, zodat aan verdachte de door de Raad geadviseerde bijzondere voorwaarden kunnen worden opgelegd. Net als de deskundigen en de officier van justitie, is de rechtbank van oordeel dat de geadviseerde bijzondere voorwaarden noodzakelijk zijn voor het voorkomen van recidive. Daarnaast zal de rechtbank vanwege de ernst van het feit een werkstraf opleggen.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat de door de officier van justitie gevorderde straffen passend en geboden zijn: een jeugddetentie voor de duur van 120 dagen, waarvan 117 dagen voorwaardelijk, met aftrek van het voorarrest en een proeftijd van twee jaar, en daarnaast een onvoorwaardelijke werkstraf van 80 uur. Indien de werkstraf niet naar behoren wordt verricht, staan daar 40 dagen vervangende jeugddetentie tegenover. Aan de voorwaardelijke straf proeftijd worden de door de Raad geadviseerde bijzondere voorwaarden gekoppeld. De rechtbank ziet geen aanleiding om daarnaast ook nog een leerstraf op te leggen.