ECLI:NL:RBZWB:2025:3286
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.M.L.E. Ides Peeters
- T. Peters
- S. Hindriks
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag natuurvergunning voor recreatief snijden van zeegroenten in de Oosterschelde
Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiser voor een natuurvergunning in het kader van de Wet natuurbescherming (Wnb) voor het recreatief snijden van zeegroenten in de Oosterschelde tijdens het snijseizoen van 2024. Eiser is het niet eens met de afwijzing en voert verschillende beroepsgronden aan, waaronder de stelling dat een natuurvergunning niet vereist is en dat de gang van zaken rondom de aanvraag niet correct is verlopen. De rechtbank heeft de afwijzing van de aanvraag beoordeeld aan de hand van de beroepsgronden van eiser.
De rechtbank concludeert dat het college van gedeputeerde staten (GS) in redelijkheid de aanvraag voor de natuurvergunning heeft afgewezen. Eiser heeft op 11 december 2023 een aanvraag ingediend, waarop GS op 10 april 2024 een besluit tot afwijzing heeft genomen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 17 april 2025 is behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag is ingediend vóór de inwerkingtreding van de Omgevingswet, waardoor de Wnb van toepassing blijft zoals die gold vóór 1 januari 2024.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het recreatief snijden van zeegroenten vergunningplichtig is, omdat dit een significant negatief effect kan hebben op de broedvogels in het Natura 2000-gebied. De rechtbank heeft ook de procedure van de loting voor de vergunningen beoordeeld en geconcludeerd dat GS zorgvuldig heeft gehandeld. Eiser is niet ingeloot en de rechtbank oordeelt dat GS de aanvraag in redelijkheid heeft geweigerd. Het beroep van eiser is ongegrond verklaard, en hij krijgt geen griffierecht of proceskosten vergoed.