Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De benadeelde partij
[slachtoffer 1]vordert een schadevergoeding van € 19.606,47 voor feit 1.
[slachtoffer 2]vordert een schadevergoeding van € 14.238,- voor feit 2.
6.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan de onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten;
[slachtoffer 1]niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
[slachtoffer 2]niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;