ECLI:NL:RBZWB:2025:3320

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 mei 2025
Publicatiedatum
28 mei 2025
Zaaknummer
11446326 CV EXPL 24-6191 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • E. Ebben
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op auteursrecht door vertoning van een voetbalwedstrijd zonder licentie in een café

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 mei 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de stichting Videma en een café dat op 16 juni 2024 een EK voetbalwedstrijd vertoonde zonder de benodigde licentie. Videma, als collectieve beheersorganisatie, vorderde dat het café aansprakelijk werd gesteld voor inbreuk op het auteursrecht. Het café betwistte de vorderingen en stelde dat het nog niet open was tijdens de vertoning. De kantonrechter oordeelde echter dat het café open was en dat er sprake was van openbaarmaking in de zin van de Auteurswet. De rechter wees de vorderingen van Videma toe, inclusief een bevel tot staking van de openbaarmaking en het aanleveren van informatie voor de berekening van de licentievergoeding. Tevens werd het café hoofdelijk aansprakelijk gesteld voor schadevergoeding en veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11446326 \ CV EXPL 24-6191
Vonnis van 14 mei 2025
in de zaak van
de stichting STICHTING VIDEMA,
gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Gorinchem ,
eisende partij,
hierna te noemen Videma ,
gemachtigde: mr. B.J.A. Bogaerts,
tegen

1.de vennootschap onder firma [het café] ,2. [gedaagde 1] ,3. [gedaagde 2] ,

gevestigd en wonende te [plaats 1] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen (in vrouwelijk enkelvoud) [het café] c.s. en afzonderlijk te noemen [het café] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

In het café [het café] is op 16 juni 2024 een EK voetbalwedstrijd vertoond. Videma treedt op namens rechthebbenden van programma’s en stelt dat [het café] met de vertoning een inbreuk op het auteursrecht van de rechthebbende(n) heeft gemaakt. Videma heeft vanwege die inbreuk vorderingen ingesteld tegen [het café] c.s. [het café] c.s. betwist de vorderingen omdat het café nog niet open zou zijn tijdens het vertonen van de voetbalwedstrijd en er toen ook geen klanten waren. De kantonrechter stelt Videma in het gelijk omdat ervan uitgegaan wordt dat het café open was bij het vertonen van de voetbalwedstrijd en daarmee sprake is van openbaarmaking in de zin van de Auteurswet.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 31 december 2024 en de daarin genoemde processtukken;
- de akte van Videma tot overlegging aanvullende productie;
- de mondelinge behandeling van 15 april 2025 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De feiten

3.1.
Videma is een collectieve beheersorganisatie die namens rechthebbenden op programma’s in de uitzendingen van de belangrijkste Nederlandse publieke en commerciële omroepen auteursrechtelijke toestemming verleent voor zakelijke doorgifte en groepsvertoning van de programma’s van de bij Videma aangesloten rechthebbenden.
3.2.
Videma verleent auteursrechtelijke toestemming door het verlenen van licenties met standaard licentievoorwaarden en vaste tarieven. De hoogte van het tarief is afhankelijk van de oppervlakte van de ruimte waarin de vertoning plaatsvindt.
3.3.
Videma is door de rechthebbenden op de filmwerken gemachtigd om uit eigen naam ten behoeve van de rechthebbenden op te treden tegen inbreuken en rechtsvorderingen als de onderhavige in te stellen.
3.4.
[het café] exploiteert het eetcafé “ [het café] ” aan het [adres] te [plaats 2] (hierna: het café). [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zijn vennoten van [het café] .
3.5.
Op 16 juni 2024 heeft een controleur van Videma geconstateerd dat in het café een uitzending van de NOS van een voetbalwedstrijd van het Europees Kampioenschap voetbal 2024 in Duitsland werd vertoond. Hiervan is een rapport met foto’s opgemaakt.
3.6.
Videma heeft vooraf aan de constatering en erna aan [het café] c.s. aangeboden om een licentie af te nemen bij haar. [het café] c.s. is daar niet op in gegaan.

4.Het geschil

4.1.
Videma vordert – samengevat – dat:
voor recht wordt verklaard dat [het café] c.s. in de door haar geëxploiteerde horecagelegenheid door middel van openbare vertoning van televisie-uitzendingen van filmwerken of gedeelten daarvan (meer in het bijzonder door vertoning van een door de NOS uitgezonden filmwerk), deze filmwerken openbaar heeft gemaakt, zonder dat daarvoor toestemming is verkregen van de rechthebbende(n) of van Videma op de betreffende filmwerken en dus inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten die hier op rusten;
[het café] wordt bevolen om met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden iedere openbaarmaking van een door Videma vertegenwoordigd filmwerk of gedeelte daarvan, zonder dat daarvoor voorafgaande toestemming is verkregen van Videma of de rechthebbende(n) op het betreffende filmwerk, op straffe van een hoofdelijk verschuldigde dwangsom van € 2.500,00 voor iedere openbaarmaking van een filmwerk of een gedeelte daarvan in strijd met het bevel, met een maximum van € 25.000,00;
[het café] c.s. wordt bevolen om binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis Videma volledig -en naar waarheid- alle informatie aan te leveren die Videma nodig heeft voor het berekenen van de licentievergoeding die [het café] c.s. verschuldigd zou zijn als zij tijdig voor de reeds begane inbreuk een aanvraag zou hebben ingediend, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag dat zij dit nalaat met een maximum van € 10.000,00;
voor recht wordt verklaard dat [het café] c.s. gezamenlijk gehouden is, en elk hoofdelijk aansprakelijk is voor schadevergoeding, berekend overeenkomstig de verschuldigde bruto licentievergoeding op basis van de onder III bedoelde aangeleverde gegevens, aan Videma te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente;
[het café] c.s. hoofdelijk wordt veroordeeld in de proceskosten op de voet van artikel 1019h Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv), subsidiair op grond van het liquidatietarief.
4.2.
Videma legt aan haar vorderingen – samengevat – ten grondslag dat op 16 juni 2024 zonder licentie een voetbalwedstrijd is vertoond in het café waardoor auteursrechtinbreuk is gepleegd. Videma stelt dat doorgifte en groepsvertoning vormen zijn van (immateriële) openbaarmaking in de zin van artikel 12 Auteurswet (Aw) en een “
mededeling aan het publiek” in de zin van artikel 3 lid 1 Richtlijn 2001/29 (Auteursrechtrichtlijn) is waarvoor toestemming van rechthebbende(n) vereist is. Videma stelt dat [het café] c.s. niet beschikt over een licentie waaruit die toestemming blijkt.
4.3.
[het café] c.s. voert verweer. [het café] c.s. voert – samengevat – aan dat het café nog niet open was op het moment dat de voetbalwedstrijd werd vertoond op 16 juni 2024, er toen nog werd schoongemaakt en de deur open was om te luchten. [het café] c.s. voert aan dat zij de tv uitzet op het moment dat er klanten in haar café komen.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

5.De beoordeling

Inbreuk op auteursrecht?
5.1.
[het café] c.s. heeft niet betwist dat zij op 16 juni 2024 in het café beelden van een voetbalwedstrijd heeft vertoond. De voetbalwedstrijd is aan te merken als filmwerk in de zin van artikel 10 lid 1 sub 10 jo artikel 45a lid 1 Aw. Zoals Videma stelt, is het vertonen van televisiebeelden door [het café] c.s. in haar onderneming volgens vaste rechtspraak
“een mededeling aan het publiek”in de zin van artikel 3 van de Auteursrechtrichtlijn en daarmee openbaarmaking in de zin van artikel 12 van de Aw waarvoor toestemming nodig is van de rechthebbende(n) of Videma . Indien [het café] c.s. zonder toestemming van rechthebbende(n) of Videma de voetbalwedstrijd openbaar heeft gemaakt, is er sprake van inbreuk op de auteursrechten van de rechthebbende(n) op de vertoonde filmwerken en is [het café] c.s. in beginsel gehouden dit onrechtmatige handelen te staken en de als gevolg daarvan geleden schade te vergoeden.
5.2.
[het café] c.s. voert aan dat het café niet open was op het moment van het vertonen van de beelden op 16 juni 2024, er toen nog werd schoon gemaakt en daarom een andere deur dan de officiële toegangsdeur open stond. Dit verweer is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende onderbouwd in het licht van de gemotiveerde stelling van Videma dat het café open was. Videma heeft namelijk een rapport overgelegd waaruit blijkt dat het café te betreden was door de controleur en een foto overgelegd van brandende verlichting met “open”. Hiertegenover kon [het café] niet volstaan met de onvoldoende onderbouwde stelling dat het café nog niet open was ten tijde van de voetbalwedstrijd. Daarbij komt dat [gedaagde 1] wisselend heeft verklaard over het tijdstip van opening van het café omdat hij bij het mondelinge antwoord aangaf om drie tot vier uur te openen en bij de mondelinge behandeling aangaf rond zes uur open te gaan. Op grond van het voorgaande wordt ervan uitgegaan dat [het café] c.s. open was op het moment dat de voetbalwedstrijd werd vertoond en klanten het café konden betreden.
5.3.
[het café] c.s. voert aan dat er geen klanten waren op het moment van het vertonen van de beelden. Het feitelijk niet aanwezig zijn van klanten op het moment van de constatering doet er echter niet aan af dat er sprake is van openbaar maken. Het gaat er namelijk om of met het uitzenden van het televisieprogramma een onbepaald aantal potentiële televisiekijkers kan worden bereikt. [1] Dat is het geval omdat het café open was en daarmee kon een “nieuw” publiek worden bereikt dat bestaat uit anderen dan enkel een besloten privékring. Hierdoor is ook niet relevant de stelling van [het café] c.s. dat het haar bedoeling was om de tv in het café enkel privé te gebruiken.
5.4.
Ter zitting heeft [het café] c.s. nog aangevoerd dat er over de hele periode sprake is van uitlokking door Videma omdat in de nacht mensen het café zijn binnen komen rennen om te vragen de tv aan te zetten. Videma heeft deze stelling echter betwist en [het café] c.s. heeft haar stelling op geen enkele wijze onderbouwd. Hierdoor kan er niet vanuit worden gegaan dat personen namens Videma in het café gevraagd hebben de tv aan te zetten. Uitlokking is dan ook niet komen vast te staan. Bovendien zijn de vorderingen hier enkel gegrond op de uitzending van 16 juni 2024 en [gedaagde 1] heeft de tv toen zelf aangezet; niet gesteld of gebleken is dat hij de tv toen op verzoek heeft aangezet.
5.5.
Op grond van het voorgaande is er met de vertoning van de voetbalwedstrijd op 16 juni 2024 sprake van een inbreuk op het auteursrecht van de rechthebbende(n).
Verklaring voor recht inbreuk op auteursrechten
5.6.
De gevorderde verklaring voor recht dat de tv beelden zijn getoond in het café [het café] zonder toestemming zal worden toegewezen voor wat betreft de vertoning op 16 juni 2024 omdat dit toen is vastgesteld.
Bevel tot staken iedere openbaarmaking
5.7.
Het gevorderde bevel tot het staken van iedere openbaarmaking van een door Videma vertegenwoordigd filmwerk zonder toestemming van Videma of de rechthebbende(n) op het filmwerk zal ook worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal daarbij worden gematigd tot de onder III gevorderde dwangsom. Die dwangsom wordt bij deze vordering als voldoende prikkel gezien.
Bevel tot aanleveren informatie
5.8.
Videma vordert dat [het café] c.s. informatie aanlevert die Videma nodig heeft voor het berekenen van de licentievergoeding. Ter zitting heeft Videma toegelicht dat de informatie ziet op het aantal vierkante meters waar de tv zichtbaar is en contactgegevens voor de factuur. Deze vordering zal ten aanzien van die informatie worden toegewezen. Ook de gevorderde dwangsom zal worden toegewezen.
Verklaring voor recht ten aanzien van hoofdelijke aansprakelijkheid voor schadevergoeding
5.9.
De door Videma gevorderde verklaring voor recht dat [het café] c.s. hoofdelijk aansprakelijk is voor schadevergoeding vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 Burgerlijk Wetboek (BW) zal ook worden toegewezen. De wettelijke rente is vanaf de dag van verzuim verschuldigd.
Proceskosten
5.10.
[het café] c.s. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Videma vordert proceskosten op grond van artikel 1019h Rv.
5.11.
Op grond van artikel 1019h Rv wordt de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de (werkelijk gemaakte) redelijke en evenredige gerechtskosten en andere kosten die de in het gelijk gestelde partij heeft gemaakt, tenzij de billijkheid zich daartegen verzet. De kantonrechter stelt vast dat de door Videma gevorderde en gespecificeerde kosten van € 3.876,53 (€ 1.431,68 + € 2.444,85) ruim onder de indicatietarieven voor een eenvoudige zaak blijven. Wel acht de kantonrechter de berekende kosten voor de duur van de mondelinge behandeling van 1,5 uur onredelijk omdat de mondelinge behandeling 1 uur heeft geduurd. Daarom zal een bedrag van € 147,00 in aftrek worden genomen, waardoor uitgegaan wordt van € 3.729,53 aan advocaatkosten. Als proceskosten wordt het navolgende toegewezen:
- kosten van de dagvaarding
140,92
- griffierecht
130,00
- advocaatkosten
3.729,53
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.135,45

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
verklaart voor recht dat [het café] c.s. in de door haar geëxploiteerde horecagelegenheid op 16 juni 2024 een door de NOS uitgezonden filmwerk openbaar heeft vertoond zonder dat daarvoor toestemming is verkregen van de rechthebbende(n) of van Videma op het betreffende filmwerk en daarmee een inbreuk is gemaakt op de auteursrechten die hier op rusten,
6.2.
beveelt [het café] om met onmiddellijke ingang te staken en gestaakt te houden iedere openbaarmaking van een door Videma vertegenwoordigd filmwerk of gedeelte daarvan, meer in het bijzonder de openbaarmaking door middel van de vertoning van een televisie-uitzending van dat filmwerk of een gedeelte daarvan, zonder dat daarvoor voorafgaande toestemming is verkregen van Videma of de rechthebbende(n) op het betreffende filmwerk, op straffe van een hoofdelijk verschuldigde dwangsom van € 500,00 voor iedere openbaarmaking van een filmwerk of een gedeelte daarvan in strijd met het bevel, met een maximum van € 10.000,00,
6.3.
beveelt [het café] c.s. om binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis Videma volledig -en naar waarheid- de informatie aan te leveren die Videma nodig heeft voor het berekenen van de licentievergoeding die [het café] c.s. verschuldigd zou zijn als zij tijdig voor de reeds begane inbreuk een aanvraag zou hebben ingediend, bestaande uit het aantal vierkante meters waar de tv zichtbaar is en haar contactgegevens, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag dat zij dit nalaat met een maximum van € 10.000,00,
6.4.
verklaart voor recht dat [het café] c.s. gezamenlijk gehouden is, en elk hoofdelijk aansprakelijk is voor schadevergoeding, berekend overeenkomstig de verschuldigde bruto licentievergoeding op basis van de onder 6.3 genoemde gegevens die moeten worden aangeleverd, aan Videma te voldoen, vermeerderd met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW vanaf de verzuimdatum,
6.5.
veroordeelt [het café] c.s. hoofdelijk in de proceskosten van € 4.135,45, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [het café] c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.6.
verklaart dit vonnis wat betreft de bevelen en proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
6.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Ebben en in het openbaar uitgesproken op 14 mei 2025.

Voetnoten

1.HvJ EG 2 juni 2005, ECLI:EU:C:2005:348 r.o. 30 en HvJ EG 7 december 2006 en ECLI:EU:C:2006:764 r.o. 37; waarin “mededeling aan het publiek” in een gemeenschappelijke bepaling, namelijk een Richtlijn, zijn uitgelegd en daarmee in de gehele Gemeenschap autonoom en op eenvoudige wijze worden uitgelegd.