Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het negeren van een rood verkeerslicht op de Van Beethovenlaan te Roosendaal op 17 april 2023. De betrokkene stelde dat het verkeerslicht op het moment van passeren oranje was en dat er geen bewijs was dat zij het verkeerslicht naderde. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, was wel aanwezig en pleitte voor het ongegrond verklaren van het beroep.
De kantonrechter overwoog dat van een bestuurder verwacht mag worden dat hij anticipeert op een naderend verkeerslicht en zijn snelheid aanpast om tijdig te kunnen stoppen. De rechter concludeerde dat de betrokkene onvoldoende had geanticipeerd op het verkeerslicht, aangezien het licht 2.9 seconden geel had gestraald voordat het rood werd. De kantonrechter oordeelde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard.