Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Rijksweg A17 te Moerdijk op 27 september 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld, nadat de officier van justitie het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting op 11 april 2025 heeft de gemachtigde van de betrokkene aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden. De betrokkene verklaarde dat hij een elektronische sigaret met een scherm in zijn handen had en niet een mobiel elektronisch apparaat. De verbalisant had in het proces-verbaal verklaard dat hij niet met zekerheid kon vaststellen of het apparaat dat de betrokkene vasthield een mobiele telefoon was. De kantonrechter heeft overwogen dat er onvoldoende bewijs was dat de gedraging had plaatsgevonden, en heeft het beroep gegrond verklaard. De boete is vernietigd en de officier van justitie is opgedragen het betaalde bedrag aan zekerheid terug te betalen. Tevens is de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, die in totaal € 1.230,50 bedragen. De uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op 11 april 2025.