Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 11 april 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de A16 te Zevenbergschen Hoek op 7 augustus 2022. De officier van justitie had het beroep van de betrokkene ongegrond verklaard, waarna de betrokkene in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting op 11 april 2025 heeft de gemachtigde van de betrokkene aangevoerd dat de gedraging niet is bewezen, omdat er geen foto in het dossier aanwezig is die aantoont dat de betrokkene het apparaat vasthield. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie heeft echter betoogd dat de foto in het dossier voldoende bewijs biedt voor de gedraging, maar heeft ook erkend dat er sprake is van een overschrijding van de redelijke termijn. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende is bewezen, maar heeft de boete met 25% gematigd vanwege de overschrijding van de redelijke termijn. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd, en de proceskosten zijn vergoed aan de betrokkene.