ECLI:NL:RBZWB:2025:343

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 januari 2025
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
11424202 OV VERZ 24-4812 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • M.C. Stout
  • Van der Burgt
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling uiterste datum voor indienen vorderingen door schuldeisers in nalatenschap

Op 10 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Bergen op Zoom, een beschikking gegeven in een civiele zaak betreffende de nalatenschap van een erflater die op [datum] 2024 is overleden. De rechtbank had eerder, op 21 november 2024, mr. M.C. Stout benoemd tot vereffenaar van de nalatenschap. De vereffenaar diende een verzoek in bij de kantonrechter om een uiterste datum vast te stellen voor het indienen van vorderingen door schuldeisers. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de schuldeisers een termijn van ongeveer drie maanden moeten krijgen om hun vorderingen in te dienen. De uiterste datum is vastgesteld op 10 april 2025. De oproeping van de schuldeisers dient te geschieden via de Staatscourant, op dezelfde wijze als de bekendmaking van de benoeming van de vereffenaar. Deze beschikking is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Cluster I Civiele kantonzaken
Bergen op Zoom
zaak/rolnr.: 11424202 OV VERZ 24-4812
beschikking d.d. 10 januari 2025 op een verzoek ex artikel 4:214 lid 1 BW
in de nalatenschap van:
[erflater],
laatstelijk gewoond hebbend te [plaats 1],
overleden te [plaats 2] op [datum] 2024,
nader te noemen erflater.

1.Het verloop en de beoordeling

1.1
Bij beschikking van 21 november 2024 van deze rechtbank, team Civiel recht, Cluster II Handelszaken, locatie Breda, is mr. M.C. Stout, notaris te Zevenbergen, benoemd tot vereffenaar in de voornoemde nalatenschap.
1.2
De kantonrechter te Bergen op Zoom heeft op 27 november 2024 een verzoek van de vereffenaar ontvangen, waarin wordt verzocht een uiterlijke datum vast te stellen, voor welke datum de schuldeisers hun vorderingen bij de vereffenaar kunnen indienen.
1.3
De vereffenaar dient de schuldeisers der nalatenschap openlijk op te roepen hun vorderingen bij hem in te dienen. De kantonrechter gaat ervan uit dat de oproeping van de schuldeisers van de nalatenschap onverwijld na ontvangst van deze beschikking zal geschieden en is van oordeel dat een termijn van ongeveer 3 maanden voor schuldeisers voldoende is om hun vorderingen bij de vereffenaar in te dienen. De kantonrechter zal de uiterste datum waarop de vorderingen moeten zijn aangemeld daarom op 10 april 2025 bepalen.
1.4
Uit artikel 4:214 lid 1 BW volgt dat de oproeping dient te geschieden op dezelfde wijze als de bekendmaking van de benoeming van de vereffenaar en zoveel mogelijk tegelijkertijd. Bij bovengenoemde beschikking heeft de rechtbank de vereffenaar opgedragen de benoeming bekend te maken in de Staatscourant. De oproeping van de schuldeisers zal derhalve eveneens dienen te worden gepubliceerd in de (digitale versie van de) Staatscourant.

2.De beslissing

De kantonrechter:
bepaalt dat de vereffenaar de schuldeisers via de Staatscourant dient op te roepen om hun vorderingen uiterlijk 10 april 2025 bij de vereffenaar in te dienen.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van der Burgt, kantonrechter, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 10 januari 2025, in tegenwoordigheid van de griffier.