Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Overwegingen
€ 453,50
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 2 mei 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verkeersboete die aan de betrokkene was opgelegd. De betrokkene had beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. De zaak werd behandeld door de kantonrechter in Tilburg, waar de gemachtigde van de betrokkene, mr. B. de Jong, en de zittingsvertegenwoordiger, mr. E. Morsink, aanwezig waren. De gedraging waarvoor de boete was opgelegd, betrof het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Ringbaan-Zuid te Tilburg op 7 maart 2023. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging, maar erkende ook dat er sprake was van een overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak. Hierdoor werd de boete met 25% gematigd. De kantonrechter verklaarde het beroep gedeeltelijk gegrond, wijzigde de beslissing van de officier van justitie en droeg de officier op om de proceskosten van de betrokkene te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.