Op 30 april 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een nadere beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2022. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 24 oktober 2025, omdat er nog steeds zorgen zijn over de opvoedsituatie van de minderjarige. De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag en de minderjarige woont bij hen. Eerder zijn er zorgen geuit over huiselijk geweld en de opvoedvaardigheden van de ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de doelen van de ondertoezichtstelling nog niet zijn behaald en dat er onvoldoende zicht is op de huidige situatie. De gecertificeerde instelling (GI) heeft aangegeven dat de minderjarige nog steeds ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. De ouders hebben zich verzet tegen de verlenging van de ondertoezichtstelling, maar de kinderrechter heeft geoordeeld dat de wettelijke vereisten voor verlenging nog steeds van toepassing zijn. De kinderrechter heeft benadrukt dat de belangen van de minderjarige voorop staan en dat er zicht moet komen op de opvoedsituatie voordat de ondertoezichtstelling kan worden beëindigd.