Uitspraak
STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,
1.Het (verdere) verloop van de procedures
- de beschikking van de meervoudige kamer van deze rechtbank van 14 maart 2023 en alle daarin genoemde stukken (zaaknummer C/02/402423 / FA RK 22-4646);
- de beschikking in hoger beroep van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 13 april 2023 (met zaaknummer 200.324.994/02);
- de beschikking in hoger beroep van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 16 november 2023 (zaaknummer 200.324.994/01);
- het op 27 juni 2024 ontvangen bericht van het loket van de samenwerkende gemeenten in de zorgregio West-Brabant-Oost, met als bijlage de eindrapportage behorende bij het traject uniform hulpaanbod (UHA) van 10 juni 2024 van [zorgaanbieder] ;
- de brief van 28 augustus 2024 van de Raad;
- het rapport en advies van 24 maart 2025 van de Raad, met bijlagen, tevens houdende een verzoek tot ondertoezichtstelling (zaaknummer C/02/433337 / JE RK 25-540);
- het verweerschrift van 12 mei 2025 van mr. Hendrikx-Heeren, met bijlagen
- de brief van 12 mei 2025 van mr. Hendrikx-Heeren, houdende een wijziging/aanvulling zelfstandige verzoeken, met bijlagen.
- de vader, bijgestaan door mr. Kathmann;
- de moeder, bijgestaan door mr. Hendrikx-Heeren;
- een vertegenwoordigster namens de Raad;
- twee vertegenwoordigsters namens de GI.
2.De (aangehouden) verzoeken
- partijen (opnieuw) met het gezamenlijk ouderlijk gezag over [minderjarige] te belasten;
- een (definitieve) zorg-/omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige] vast te stellen, waarbij [minderjarige] eenmaal per veertien dagen van vrijdag uit school tot maandag naar school (subsidiair tot zondag 17:30 uur), alsmede tijdens de helft van de (school)vakanties bij de vader verblijft, althans een zorg-/omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige] vast te stellen als de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 250,00 per dag, voor iedere dag dat de moeder de door de rechtbank vastgestelde zorg-/omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige] niet nakomt dan wel de uitvoering daarvan frustreert, met machtiging om de door de rechtbank vastgestelde zorg-/omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige] door de deurwaarder te doen uitvoeren, zo nodig met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
- kosten rechtens.
- te bepalen dat de vader en [minderjarige] eenmaal per twee weken van zaterdag 09.30 uur tot zondag 17.30 uur omgang met elkaar hebben;
- de omgangsregeling met betrekking tot de vakanties, feestdagen en bijzondere dagen te bepalen overeenkomstig het als productie B overgelegde schema (zoals bijgevoegd bij voormelde brief van mr. Hendrikx-Heeren van 12 mei 2025);
- te bepalen dat voor de aankomende zomervakantie de volgende regeling geldt:
3.De (nadere) beoordeling
4.De beslissing
- Vanaf heden en tot de start van het aankomende schooljaar (tot 18 augustus 2025): eenmaal per twee weken van zaterdag 09.30 uur tot zondag 17.30 uur.
- Vanaf de start van het aankomende schooljaar (vanaf 18 augustus 2025): eenmaal per twee weken van vrijdag uit school tot zondag 17.30 uur.
- Tijdens de zomervakantie 2025: van vrijdag 4 juli 2025 uit school tot maandag 7 juli 2025 14.00 uur, van vrijdag 1 augustus 2025 14.00 uur tot maandag 4 augustus 2025 14.00 uur, van vrijdag 8 augustus 2025 14.00 uur tot maandag 11 augustus 14.00 uur en van vrijdag 15 augustus 2025 14.00 uur tot zondag 17 augustus 2025 14.00 uur.
- Alle eenweekse vakanties (vanaf de herfstvakantie 2025): als [minderjarige] op basis van de reguliere omgangsregeling tijdens het eerste weekend van die vakantie bij de vader verblijft, dan verblijft hij van vrijdag uit school tot woensdagmiddag 14.00 uur bij de vader. Indien [minderjarige] op basis van de reguliere omgangsregeling tijdens het tweede weekend bij de vader verblijft, dan verblijft hij tijdens de vakantie van woensdag 14.00 uur tot zondag 17.30 uur bij de vader.
- Alle tweewekelijkse vakanties (vanaf de Kerstvakantie 2025): in de oneven jaren (dus ook in 2025) verblijft [minderjarige] in de eerste vakantieweek van vrijdag uit school tot de daaropvolgende vrijdag 14.00 uur bij de moeder en in de tweede vakantieweek van vrijdag 14.00 uur tot de daaropvolgende vrijdag 14.00 uur bij de vader. Het laatste weekend is [minderjarige] dan weer bij de moeder. In de even jaren geldt voormelde regeling andersom.
- Vanaf de zomervakantie 2026: tijdens de zomervakanties geldt de verdeling volgens het schema “1-2-2-1”, in die zin dat [minderjarige] in de eerste week bij de ene ouder verblijft, vervolgens twee weken bij de andere ouder, dan twee weken terug bij de ene ouder en tot slot een week bij de andere ouder, tenzij de moeder graag wederom drie aaneengesloten weken op vakantie wil. In dat geval geldt de verdeling “3-3”, in die zin dat [minderjarige] 3 aaneengesloten weken bij de ene ouder verblijft en vervolgens 3 aaneengesloten weken bij de andere ouder.
- Tijdens alle feestdagen en andere bijzondere dagen: [minderjarige] verblijft bij de ouder bij wie hij op basis van voormelde regeling op dat moment verblijft.
- Waarbij de ouder bij wie [minderjarige] op dat moment verblijft, hem naar de andere ouder brengt;
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.