ECLI:NL:RBZWB:2025:3494

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 juni 2025
Publicatiedatum
4 juni 2025
Zaaknummer
02-800019-07
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van een verdachte met auditieve stoornissen

Op 5 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een verdachte, geboren in 1971, die verblijft bij een tbs-instelling. De rechtbank heeft besloten de tbs met verpleging met één jaar te verlengen, na een vordering van de officier van justitie tot verlenging met twee jaar. De rechtbank oordeelt dat er een nieuw advies moet worden opgesteld door een onafhankelijke psychiater met specialisme in auditieve stoornissen. Tevens is de reclassering opgedragen om een maatregelenrapport op te stellen en voorwaarden te formuleren voor een voorwaardelijke beëindiging van de tbs. Beide rapporten dienen binnen zes maanden gereed te zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte een hoog recidiverisico heeft en dat er geen alternatieven zijn voor de verlenging van de tbs. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat er communicatieproblemen zijn geweest bij het opstellen van de adviezen door externe gedragsdeskundigen. De verdachte heeft aangegeven dat hij de tbs niet meer wil en dat hij graag wil verhuizen naar Tilburg, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat de veiligheid van anderen de verlenging van de tbs eist. De beslissing is genomen in aanwezigheid van de raadsman en een gebarentolk, en de rechtbank heeft benadrukt dat de tolk betrokken moet worden bij het nieuwe onderzoek.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800019-07
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 5 juni 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[verdachte]
geboren op [geboortedag] 1971 te [geboorteplaats]
verblijvende bij [tbs-instelling]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 5 maart 2025, ingekomen op de griffie op 6 maart 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met 2 jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [verdachte] ;
- het verlengingsadvies van [de tbs-instelling] van
24 februari 2025;
- het voorlopig verlengingsadvies van [de tbs-instelling] van
5 december 2024;
- het reclasseringsadvies ‘tbs voorwaardelijke beëindiging dwangverpleging’ van 20 februari 2025;
- een advies van drs. [naam 1] , forensisch psycholoog, van 9 april 2025;
- een advies van [naam 2] , psychiater, van 27 februari 2025.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof 's-Hertogenbosch van 10 april 2008 is betrokkene wegens
overtreding van artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht veroordeeld tot de maatregel tbs
met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste
lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met verpleging van overheidswege is op 25 april 2008 aangevangen en laatstelijk
verlengd bij beslissing van 23 april 2024 met één jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 22 mei 2025 is de officier van justitie gehoord.
Tevens is [verdachte] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. F.J. Koningsveld, advocaat te Breda, en een tolk gebarentaal, mevrouw [naam 3] ( [tolknummer] ).
Voorts is de deskundige [naam 4] , psychiater bij de tbs-instelling, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar, vanwege de samenhang van zijn ernstige intellectuele, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkelingsproblematiek, het vroegkinderlijk trauma, de auditieve beperking, de seksuele problematiek en de psychotische kwetsbaarheid al dan niet in combinatie met middelengebruik. Daardoor is hij blijvend aangewezen op professionele zorg voor mensen met een auditieve en een lichte verstandelijke beperking met kennis van forensische en psychiatrische problematiek. [verdachte] komt impulsief en lustgericht tot seksuele delicten en recidiveert binnen de structuur en ondersteuning van de kliniek, zonder zich te bekommeren om het slachtoffer.
Uit de consultatie van het Centrum voor Consultatie en Expertise wordt de gedachte van de kliniek ondersteund dat [verdachte] vanuit zijn lage sociaal-emotionele ontwikkeling en cognitieve beperking een hoge begeleidingsintensiteit nodig blijft houden, omdat zijn gewetensontwikkeling, die gekoppeld is aan zijn jonge emotionele en cognitieve ontwikkeling, eveneens zeer beperkt is. [verdachte] houdt zich niet aan afspraken als hij niet onder toezicht staat van iemand die hem controleert.
De gestructureerde risicotaxatie wijst op een hoog recidiverisico.
Bij de eerstkomende verlofevaluatie zal een aanvraag gedaan worden voor uitbreiding van het begeleid verlof met regio- en landelijk begeleid verlof.
Om plaatsing mogelijk te maken dient de noodzakelijke een-op-een begeleiding financieel gewaarborgd te worden. Daarnaast vraagt het resocialisatietraject langdurige toetsing of [verdachte] adequaat en begeleidbaar functioneert en niet recidiveert met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Wanneer [verdachte] adequaat en begeleidbaar blijft functioneren zal hij – volgens het resocialisatieproces – op de wachtlijst worden geplaatst bij een woonvoorziening met forensische scherpte en risico gestuurde begeleiding voor dove mensen, met kennis van complexe meervoudige psychiatrische problematiek.
Nadrukkelijk wordt hier de kanttekening gemaakt dat zo een woonvoorziening niet voorhanden is.
De kliniek acht een gedwongen kader vanuit de Wet Zorg en Dwang onvoldoende om het recidiverisico structureel op een aanvaardbaar niveau te houden.
Wanneer [verdachte] tot delict gerelateerde incidenten komt of anderszins de begeleiding op het lager beveiligingsniveau en de lagere begeleidingsintensiteit zijn functioneren negatief beïnvloedt, dient een verblijf in een Longstay of Longcare voorziening te worden overwogen. Nu al is duidelijk dat deze voorzieningen er niet zijn voor mensen met een auditieve beperking.
De reclassering geeft in haar rapport aan dat zij geen mogelijkheden ziet om de maatregel voorwaardelijk te beëindigen en komt tot de conclusie dat het traject dient te worden vervolgd zoals ingezet. De gegeven risico's op terugval in delictgedrag en de geïndiceerde begeleidingsintensiteit maken dat de zogenaamde ‘koninklijke weg’ is aangewezen: het volgen van de verloffasen zoals bekend uit de verlofregeling tbs. Vanwege de ingeschatte risico's en de noodzaak van voortdurende forensische scherpte binnen de begeleiding en behandeling is een zorgmachtiging volgens de reclassering op dit moment niet passend.
Ter zitting heeft de deskundige [naam 4] daaraan toegevoegd dat de BONO-financiering inmiddels is toegewezen. De aanvraag voor proefverlof die nodig is voor plaatsing van [verdachte] bij [afdeling] , een minder beschermde afdeling op het terrein, is echter afgekeurd door de verlofcommissie. Men vond het risico te groot.
Alle dovenvoorzieningen in Nederland zijn benaderd en hebben afwijzend geantwoord op de vraag of [verdachte] daar zou kunnen wonen. Volgens de deskundige is er momenteel geen enkele voorziening in Nederland die voor [verdachte] perspectief zou kunnen bieden. Het al dan niet meewerken van [verdachte] met de reclassering maakt voor de instanties die zijn benaderd geen verschil.
De kliniek gaat nogmaals een plaatsing aanvragen bij [afdeling] . Als dat goed gaat, wordt vervolgens een plaatsing in het [onderzoekscentrum] aangevraagd. Dit is momenteel de enige optie voor [verdachte] . Hij heeft daar eerder verbleven maar is toen teruggeplaatst vanwege delictherhaling.
De deskundige heeft aangevoerd dat de externe psychiater die de risicotaxatie niet kon opmaken geen ervaring heeft met auditieve stoornissen. Dit is wel van belang om een juiste risicotaxatie op te stellen voor [verdachte] , te meer nu [verdachte] van jongs af aan onvoldoende is geholpen om goed te leren communiceren. In Nederland is er slechts een aantal psychiaters dat een specialisme heeft op het gebied van auditieve stoornissen.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

Zowel de psychiater als de psycholoog hebben in het advies aangegeven zij geen eigen zelfstandig uitgevoerde risicotaxatie hebben kunnen verrichten waardoor het voor hen niet mogelijk is geweest om een meer op maat gesneden advies te geven met betrekking tot het risicomanagement. Zij zien echter geen duidelijke aanwijzingen om aan het advies van de kliniek te twijfelen. Wel is duidelijk dat bij [verdachte] sprake is van een gebrekkige ontwikkeling, dan wel een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens, en dat hij een extern kader nodig heeft voor een adequaat niveau van functioneren. Volgens de psycholoog valt onvoldoende in te schatten of dit alleen kan binnen het kader van een tbs-maatregel.
De psychiater heeft daarover aangevoerd dat uit het onderzoek van de reclassering en [de tbs-instelling] zou kunnen blijken dat er thans geen alternatief is voor een verlenging van de tbs.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met 2 jaar te verlengen gebleven.

6.Het standpunt van de verdediging

[verdachte] heeft ter zitting verklaard dat hij al lang in de tbs zit. Hij zou graag willen dat de tbs stopt en dat hij een zorgmachtiging krijgt. [verdachte] vindt de begeleiding niet prettig en wil dat niet meer. Hij wil graag verhuizen naar Tilburg. Het klopt volgens hem niet dat er geen geschikte plaats voor hem is. Hij wilde niet in gesprek met de reclassering omdat hij niet wist wie zij waren en wat zij kwamen doen.
De raadsman heeft primair verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen omdat niet is voldaan aan de voorwaarden om de tbs te verlengen. De raadsman heeft daarbij ook gewezen op de proportionaliteit van de maatregel. Er wordt ten onrechte gesproken over een perspectief. De plannen die er liggen zijn al vaak besproken, maar daar blijft het steeds bij. Daarnaast is er na zo lange tijd te weinig om het recidiverisico te onderbouwen. [verdachte] moet de kans hebben om verder te kunnen. De tbs zit hem in de weg om door te stromen.
Subsidiair heeft de raadsman verzocht om de reclassering de opdracht te geven om de mogelijkheden voor voorwaardelijke beëindiging te onderzoeken en, ook als zij een voorwaardelijke beëindiging van de maatregel niet mogelijk achten, voorwaarden voor een beëindiging te formuleren. De raadsman wil samen met de tolk bij het gesprek tussen [verdachte] en de reclassering aanwezig zijn om aan [verdachte] uit te kunnen leggen wat van belang is.
Daarnaast heeft de raadsman verzocht om een aanvullend Pro Justitia rapport op te laten stellen door deskundigen die meer rekening kunnen houden met de (met name auditieve) problematiek van [verdachte] .

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de tbs-instelling en de externe gedragsdeskundigen wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De vraag die vervolgens voorligt is of de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege
met één of twee jaar moet worden verlengd. Uitgangspunt is dat wanneer aannemelijk is
geworden dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging met één jaar, de tbs verlengd dient te worden met
twee jaar, tenzij er sprake is van bijzondere omstandigheden.
De rechtbank heeft in de twee vorige verlengingsbeslissingen opgemerkt dat de grenzen van de proportionaliteit in zicht beginnen te komen en er daarom inzichtelijk moet worden gemaakt welke vervolgmogelijkheden er voor [verdachte] zijn.
De rechtbank constateert dat de BONO-financiering is toegewezen en dat er een concreet plan ligt, maar dat de daartoe benodigde verlofaanvraag vooralsnog is afgewezen, waardoor het tot op heden niet is gelukt om uitvoering te kunnen geven aan dit plan.
De rechtbank heeft echter wel de indruk dat er bij het opmaken van de adviezen door de externe gedragsdeskundigen en de reclassering sprake is geweest van communicatieproblemen. Gelet op hetgeen de deskundige van de kliniek ter zitting heeft aangevoerd en het feit dat de extern deskundigen op basis van hun eigen onderzoek niet de conclusie van de tbs-instelling kunnen bevestigen noch verwerpen, acht de rechtbank het noodzakelijk dat er voor de volgende verlengingszitting een
nieuw advies wordt opgesteld door een onafhankelijke psychiater met een specialisme in auditieve stoornissen.
Dit kan een in het deskundigenregister opgenomen psychiater zijn, maar dat is niet noodzakelijk. Bij de gesprekken die de psychiater in dat kader met [verdachte] zal hebben dient mevrouw [naam 3] als gebarentolk aanwezig te zijn, nu [verdachte] met haar goed kan communiceren. Daarnaast acht de rechtbank het, gelet op de proportionaliteit, van belang dat er door de reclassering vervolgens een maatregelenrapport wordt opgesteld, ongeacht de uitkomst van het advies van de psychiater. De rechtbank geeft
de reclassering dan ook de uitdrukkelijke opdracht om een maatregelenrapport op te stellen en om voorwaarden te formuleren voor een voorwaardelijke beëindiging, ook als zij tot de conclusie komen dat de tbs nog niet voorwaardelijk kan worden beëindigd. Dit met het oog op de omstandigheid dat de rechtbank omwille van de proportionaliteit ondanks een mogelijk andersluidend advies van de psychiater en/of de reclassering bij de volgende verlengingszitting toch tot de beslissing zou kunnen komen dat de tbs voorwaardelijk moet worden beëindigd.
De afspraak tussen de reclassering en [verdachte] dient plaats te vinden in aanwezigheid van de raadsman en de tolk mevrouw [naam 3] ( [tolknummer] ). Ook acht de rechtbank het van belang dat deze tolk betrokken wordt bij het nieuwe onderzoek door een onafhankelijke psychiater.
De rechtbank bepaalt dat het psychiatrisch rapport en het maatregelenrapport van de reclassering zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen zes maanden, gereed dienen te zijn.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat een eerder toetsmoment door de rechtbank noodzakelijk is. De rechtbank wijkt dan ook af van het eerder genoemde uitgangspunt en verlengt de tbs met verpleging van overheidswege van [verdachte] met één jaar.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] met 1 jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. F.L. Donders, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en mr. P.A.M. Wijffels, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.J.M. van de Vrede en is uitgesproken ter openbare zitting op 5 juni 2025.