In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Betrokkene, geboren in 2004, verblijft in een accommodatie en heeft te maken met ernstige psychische problemen, waaronder angstklachten en paranoïde wanen. De burgemeester van Tilburg heeft op 11 januari 2025 de crisismaatregel ingesteld. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij betrokkene en haar ouders zijn gehoord, evenals een verpleegkundig specialist. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, waaronder het risico op ernstig lichamelijk letsel en psychische schade. De rechtbank oordeelt dat de huidige situatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn goedgekeurd, zoals het toedienen van vocht en voeding, medicatie, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verplichte zorg evenredig en effectief is. De machtiging is geldig tot en met 6 februari 2025.