Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- cliënt, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] , echtgenote van cliënt;
- mevrouw [naam 2] , wijkverpleegkundige/aanvrager;
- mevrouw [naam 3] , wijkverpleegkundige.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 16 januari 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor een cliënt, geboren in 1949. Het verzoek is ingediend door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en betreft de cliënt die lijdt aan dementie van het type Alzheimer. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de cliënt, zijn echtgenote, en wijkverpleegkundigen zijn gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de cliënt niet in staat is om zichzelf adequaat te verzorgen en dat hij afhankelijk is van zijn echtgenote voor dagelijkse zorg en medische ondersteuning. Ondanks de aangeboden ambulante zorg, accepteert de cliënt deze niet, wat leidt tot ernstige risico's voor zijn gezondheid en welzijn. De rechtbank concludeert dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en verleent daarom de gevraagde machtiging voor een periode van zes maanden, tot en met 16 juli 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Pulskens, rechter, in aanwezigheid van de griffier Baremans.