ECLI:NL:RBZWB:2025:3583

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 mei 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
C/02/433707 / FA RK 25-1666 en C/02/433708 / FA RK 25-1667
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Hopmans
  • mr. De Haas
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot benoeming van een bijzondere curator voor minderjarigen in het kader van financiële en sociale media kwesties

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 mei 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot benoeming van een bijzondere curator voor de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De ouders van de minderjarigen, die nog in een huwelijk zijn maar feitelijk uit elkaar, hebben samen het gezag over hen. De minderjarigen hebben in brieven en gesprekken met de kinderrechter aangegeven dat zij willen dat er een bijzondere curator wordt benoemd om ervoor te zorgen dat geld dat hun moeder volgens hen onterecht van hun spaarrekeningen heeft gehaald, wordt teruggestort. Daarnaast willen zij dat hun moeder geen foto's van hen meer op sociale media plaatst.

De rechtbank heeft op basis van de ingediende brieven en de gesprekken met de minderjarigen en de ouders, vastgesteld dat de ouders inmiddels afspraken hebben gemaakt over de spaarrekeningen en de sociale media. De moeder heeft verklaard dat het geld dat voor de minderjarigen is gespaard nog steeds aanwezig is en dat zij dit aan hen zal geven als zij 18 jaar worden. Ook heeft zij aangegeven dat zij de foto's van de minderjarigen op haar sociale media heeft verwijderd of op privé heeft gezet. De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen noodzaak is om een bijzondere curator te benoemen, nu de problemen met betrekking tot de spaarrekeningen en de sociale media door de ouders zijn opgelost. De verzoeken van de minderjarigen zijn afgewezen.

De rechtbank heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders hun verantwoordelijkheid nemen en dat zij zich aanmelden voor hulpverlening in de vorm van ouderschapsbemiddeling om de communicatie te verbeteren. De minderjarigen zullen in een brief worden geïnformeerd over de beslissing van de rechtbank, zodat zij begrijpen dat hun wensen zijn gehoord en dat er afspraken zijn gemaakt tussen hun ouders.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Zaaknummers:
  • C/02/433707 / FA RK 25-1666 (
  • C/02/433708 / FA RK 25-1667 (
Datum uitspraak: 27 mei 2025
Beschikking naar aanleiding van een informele rechtsingang
in de zaken over de minderjarigen:
[minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2008,
hierna te noemen: [minderjarige 1] ;
en
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2010,
hierna te noemen: [minderjarige 2] .
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. S. Köller te Wijk bij Duurstede,
tegen
[de vader] ,
hierna te noemen: de vader,
wonende te [woonplaats] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
- de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Middelburg,
hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank te adviseren.

1.Het procesverloop

1.1
Op 20 maart 2025 heeft de rechtbank van zowel [minderjarige 1] als [minderjarige 2] een brief ontvangen.
1.2
Naar aanleiding van die brieven heeft de kinderrechter op 6 mei 2025 met zowel [minderjarige 1] als [minderjarige 2] (apart) gesproken.
1.3
Op 19 mei 2025 heeft mr. Köller zich namens de moeder gesteld in deze procedure en heeft mr. Köller de rechtbank een e-mailbericht met bijlagen toegezonden. Deze stukken zijn tijdens na te noemen mondelinge behandeling aan de vader ter hand gesteld.
1.4
Op 20 mei 2025 heeft naar aanleiding van de brieven van en de gesprekken met [minderjarige 1] en [minderjarige 2] een mondelinge behandeling plaatsgevonden, waarbij de moeder en haar advocaat, de vader en een vertegenwoordigster van de Raad aanwezig waren. Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechter kort samengevat wat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in hun brief hebben geschreven en wat zij in de gesprekken met de kinderrechter hebben verteld. De aanwezigen zijn in de gelegenheid gesteld om daarop te reageren.

2.De feiten

2.1
De vader en moeder zijn gehuwd. Zij zijn feitelijk uit elkaar gegaan, maar hebben de echtscheiding nog niet officieel geregeld.
2.2
Uit het huwelijk van de ouders zijn (onder andere) de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] geboren.
2.3
De vader en de moeder hebben samen het gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
2.4
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] staan ingeschreven bij de vader.

3.De vragen van [minderjarige 1] en [minderjarige 2]

3.1
Beide minderjarigen hebben in hun brief en tijdens het gesprek met de kinderrechter kenbaar gemaakt dat zij graag willen dat er een bijzondere curator wordt benoemd om ervoor te zorgen dat het geld dat de moeder volgens hen onterecht van hun spaarrekeningen heeft afgehaald, op deze rekeningen wordt teruggestort. Ook willen de minderjarigen graag dat de moeder de foto’s van hen op haar sociale media verwijdert en voortaan geen foto’s meer van hen op haar sociale media plaatst. Tijdens de gesprekken hebben de minderjarigen dit verder uitgelegd.

4.De standpunten van de ouders en de Raad

4.1
De moeder heeft aangegeven dat zij de spaarrekeningen van de minderjarigen niet heeft leeggehaald. Sinds de geboorte van de minderjarigen stort de moeder elke maand € 25,00 euro op hun spaarrekeningen. Het totaalbedrag komt vrij op de dag dat zij 18 jaar worden en is met name bedoeld voor hun studie. Dit is echt iets dat de moeder altijd zelf heeft gedaan; de vader heeft hier nooit aan bijgedragen. Toen de ouders uit elkaar gingen, had de moeder geen idee wat er ging gebeuren en heeft zij uit voorzorg het geld van de rekeningen gehaald. De oudste zoon van de ouders, [meerderjarige], heeft het geld inmiddels teruggekregen nu hij recent 18 jaar is geworden. Dit is ook nog steeds de bedoeling voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Het geld is er nog steeds. De moeder heeft voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] nu wel, zonder overleg met de vader, een nieuwe spaarrekening geopend, bij de Rabobank in plaats van bij ABN-AMRO, omdat deze bank volgens de moeder gunstigere voorwaarden kent. Deze rekeningen zou de moeder kunnen beheren totdat de minderjarigen 30 jaar zijn, maar dat is niet haar bedoeling. Zij blijft maandelijks doorsparen en wil het totaalbedrag aan de minderjarigen geven als zij 18 jaar worden. Zij zou dit wel graag op een persoonlijke manier willen doen.
Ten aanzien van de foto’s op sociale media heeft de moeder aangegeven dat zij alle foto’s van de minderjarigen van haar Instagramprofiel heeft verwijderd nadat de minderjarigen haar dat via een aangetekende brief hebben gevraagd. Dit profiel is nu helemaal leeg. Voor wat betreft de foto’s van de minderjarigen op de Facebookpagina van de moeder, heeft de moeder de zichtbaarheid aangepast naar privé, waardoor deze nu enkel voor haar zichtbaar zouden moeten zijn. De minderjarigen komen ook niet meer voor op de Whatsapp profielfoto van de moeder en op haar profiel- en achtergrondfoto op Facebook. Als er toch nog iets online lijkt te staan waar de minderjarigen moeite mee hebben, dan hoort de moeder dat graag van hen en zal zij daar iets aan proberen te doen.
Verder wil de moeder heel graag dat het contact met de minderjarigen wordt hersteld. Om de situatie niet verder te laten escaleren en de minderjarigen niet onder druk te zetten in deze lastige periode, heeft zij tot nu toe steeds de wens van de minderjarigen om geen contact te hebben gerespecteerd. De moeder maakt zich wel erg veel zorgen over de ontwikkeling van de minderjarigen en de manier waarop zij zich zo afwijzend richting haar opstellen.
Tot slot wil de moeder graag met de vader blijven communiceren. Het mediationtraject is recent helaas stopgezet. De moeder zou graag een hulpverleningstraject met de vader aangaan om hun communicatie te verbeteren en is bereid om daar nu afspraken over te maken.
4.2
De vader heeft aangegeven dat het maandelijkse bedrag volgens hem uit naam van zowel de moeder als de vader op de spaarrekeningen van de minderjarigen werd gestort. Hij kon deze spaarrekeningen ook beheren. De vader vindt het vervelend dat de moeder de spaarrekeningen van de minderjarigen zonder enig overleg of toestemming heeft leeggehaald en opgezegd, en vooral ook dat de moeder geen actie heeft ondernomen en niets van zich heeft laten horen toen de minderjarigen daar om hebben gevraagd. De vader heeft zich hier zelf niet actief mee bemoeid, omdat hij niet het verwijt wil krijgen dat hij over de rug van de minderjarigen ruzie met de moeder maakt. Hij doet er alles aan om thuis de rust te bewaren en het normale leven zo goed mogelijk voort te zetten. De vader zou graag zien dat de oude situatie met betrekking tot de spaarrekeningen van de minderjarigen bij ABN-AMBRO wordt hersteld.
Ten aanzien van de foto’s op sociale media benoemt de vader dat er volgens de minderjarigen vorige week nog foto’s van hen zichtbaar waren op de sociale media accounts van de moeder. De vader heeft daar zelf geen moeite mee, maar de minderjarigen blijkbaar wel en hij vindt het jammer dat de moeder de wens van de minderjarigen hierin niet respecteert.
Verder benoemt de vader dat hij heel weinig met de moeder communiceert. Hij gunt de minderjarigen het contact met beide ouders en is bereid om een hulpverleningstraject met de moeder aan te gaan om te werken aan hun onderlinge communicatie. Hij is ook bereid om daar nu afspraken over te maken.
4.3
Namens de Raad is naar voren gebracht dat de minderjarigen veel behoefte lijken te hebben aan duidelijkheid over de financiën. Hier ziet duidelijk een veel diepere laag onder. De Raad vindt het erg zorgelijk dat de minderjarigen zo zijn verhard richting hun moeder. Dit is erg schadelijk voor hun ontwikkeling. Het is ook zorgelijk dat de ouders niet met elkaar communiceren terwijl zij samen drie kinderen hebben, waarvan er twee nog minderjarig zijn. Hier moeten de ouders mee aan de slag en dat kan het beste als ouders zich aanmelden bij de gemeente Goes , afdeling Jeugdhulp, voor hulpverlening in de vorm van ouderschapsbemiddeling.

5.De beoordeling

5.1
Een minderjarige is geen zelfstandige procespartij in procedures betreffende zorg- en
opvoedingstaken. Om de minderjarige toch een eigen toegang tot de rechtbank te bieden, bestaat de mogelijkheid van informele benadering door, in dit geval, een brief aan de kinderrechter.
5.2
Artikel 1:250 BW bepaalt – voor zover hier van belang – het volgende. Wanneer in aangelegenheden betreffende de verzorging en opvoeding van de minderjarige de belangen van de met het gezag belaste ouders in strijd zijn met die van de minderjarige, kan de rechtbank, indien dit in het belang van de minderjarige noodzakelijk wordt geacht, daarbij in het bijzonder de aard van de belangenstrijd in aanmerking genomen, op verzoek van een belanghebbende of ambtshalve een bijzondere curator benoemen om de minderjarige terzake, zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen.
5.3
Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben de ouders afgesproken dat zij zich binnen twee weken na vandaag zullen wenden tot de gemeente Goes , afdeling jeugdhulp, voor de inzet van een hulpverleningstraject in de vorm van ouderschapsbemiddeling.
De moeder heeft een en andermaal verklaard dat het geld dat zij heeft gespaard voor de minderjarigen nog steeds aanwezig is en dat het nog steeds haar bedoeling is om dit geld aan de minderjarigen te geven zodra zij de leeftijd van 18 jaar bereiken. Ook heeft de moeder tijdens de mondelinge behandeling toegezegd dat zij de vader zal informeren over de nieuwe spaarrekeningen van de minderjarigen, zodat de vader zelf kan zien dat het geld dat tot op heden voor de minderjarigen is gespaard, er nog steeds is en op deze nieuwe rekeningen staat. De vader, zo is tijdens de mondelinge behandeling afgesproken, zal dit vervolgens aan de minderjarigen meedelen en hen geruststellen dat het geld er nog steeds is en nog steeds aan hen toekomt als zij 18 jaar worden. De rechtbank vindt het belangrijk dat het de minderjarigen daarbij duidelijk wordt dat de ouders hierover contact hebben gehad en dat zij deze kwestie samen hebben opgelost, zoals zij dat ook behoren te doen.
Verder begrijpt de rechtbank dat de moeder alle foto’s van de minderjarigen op haar sociale media accounts heeft verwijderd danwel op privé heeft gezet, en dat zij voor zover er toch nog foto’s van de minderjarigen op haar accounts staan, zal kijken of zij deze ook kan verwijderen. De rechtbank kan zich voorstellen dat de man ook in deze kwestie een bemiddelende rol speelt richting de minderjarigen.
5.4
De rechtbank vindt het positief dat de ouders hun verantwoordelijkheid hebben willen nemen en erin zijn geslaagd om bovengenoemde afspraken te maken. Beide ouders hebben daarmee laten zien dat zij het beste met de minderjarigen voor hebben. Daarvoor verdienen zij een compliment. De rechtbank verwacht daarnaast dat het door partijen te starten hulpverleningstraject (verder) zal bijdragen aan een verbetering van de onderlinge communicatie en het vertrouwen tussen de moeder en de vader, hetgeen (ook) in het belang van de minderjarigen is. Gelet hierop ziet de rechtbank geen aanleiding om een bijzondere curator voor de minderjarigen te benoemen, nu de problemen met betrekking tot de spaarrekeningen van de minderjarigen en de foto’s van de minderjarigen op de sociale media accounts van de moeder met de tussen ouders gemaakte afspraken zijn/worden opgelost. De rechtbank zal de verzoeken van de minderjarigen daarom afwijzen.
5.5
De rechtbank vindt het belangrijk dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zelf ook een terugkoppeling krijgen van de beslissing van de rechtbank. Daarom zal in een brief aan [minderjarige 1] en [minderjarige 2] worden uitgelegd wat de beslissing is. De rechtbank acht het van belang dat beide ouders op de hoogte zijn van de inhoud van de brief. Daarom wordt hieronder de tekst van de brief weergegeven:
“Beste [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ,
Op 6 mei 2025 hebben jullie allebei apart van elkaar met de kinderrechter gepraat over de brieven die jullie hebben gestuurd. De wensen die jullie in deze brieven en in de gesprekken kenbaar hebben gemaakt zijn hetzelfde; jullie willen graag dat er een bijzondere curator voor jullie wordt benoemd om ervoor te zorgen dat het geld dat jullie moeder volgens jullie onterecht van jullie spaarrekening heeft gehaald, wordt teruggestort. Ook willen jullie graag dat jullie foto’s van de sociale media accounts van jullie moeder worden verwijderd. Jullie hebben ook uitgelegd waarom jullie dat graag willen.
Op 20 mei 2025 heeft de rechter gepraat met jullie ouders en met iemand van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechter heeft gehoord wat jullie ouders van jullie wensen vinden en hoe de Raad erover denkt. Er is veel besproken met jullie ouders en de Raad, en jullie ouders hebben samen afspraken gemaakt.
Jullie moeder heeft allereerst verteld dat het geld dat van jullie spaarrekeningen af is gehaald er nog steeds is en dat dit geld nog steeds aan jullie zal worden gegeven als jullie 18 jaar worden. Zij wil daar dan wel graag een persoonlijk moment van maken. Het geld is nu op een andere spaarrekening gezet. Jullie moeder zal daar met jullie vader over in gesprek gaan en deze rekeningen aan hem laten zien, zodat jullie vader aan jullie kan laten weten dat het geld er inderdaad nog is en dat dit geld nog steeds aan jullie zal worden gegeven op het moment dat jullie 18 jaar worden.
Ook heeft jullie moeder verteld dat zij vrijwel alle foto’s van jullie van haar sociale media accounts heeft verwijderd of op privé heeft gezet. Als er toch nog foto’s van jullie online blijken te staan, zal zij proberen deze alsnog te verwijderen.
Jullie ouders hebben vervolgens afgesproken dat zij een hulpverleningstraject aan gaan om te leren om beter met elkaar te communiceren. Dat is belangrijk, want zij zullen in de toekomst nog vaker moeten overleggen en afspraken moeten maken als ouders van jullie.
Nu jullie wensen over de spaarrekeningen en de foto’s op sociale media door jullie ouders zijn/worden opgelost, is het niet meer nodig om een bijzondere curator voor jullie te benoemen. De rechtbank zal dit daarom ook niet doen. Dit betekent in juridische taal dat jullie verzoek zal worden afgewezen. Daarmee komt er een einde aan deze procedure.
Ik hoop dat dit voor jullie duidelijk is en ik wens jullie het allerbeste voor de toekomst.
Met vriendelijke groet, namens de rechter,
de griffier”

6.De beslissing

De rechtbank:
in de beide zaken C/02/433707 / FA RK 25-1666 en C/02/433708 / FA RK 25-1667:
6.1
wijst de verzoeken van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2] af;
Deze beschikking is gegeven door mr. Hopmans, rechter, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 27 mei 2025 in tegenwoordigheid van mr. De Haas, griffier.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.