ECLI:NL:RBZWB:2025:3588
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake kinderopvangtoeslag door termijnoverschrijding
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 10 juni 2025, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van de Dienst Toeslagen van 30 december 2024 behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, maar de rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. Dit komt doordat het beroepschrift te laat is ingediend, namelijk op 25 februari 2025, terwijl de termijn voor indienen eindigde op 10 februari 2025. De rechtbank wijst erop dat de termijn van zes weken begint op de dag na de bekendmaking van het besluit, en dat eiseres voldoende geïnformeerd was over deze termijn.
Eiseres heeft geprobeerd hulp te krijgen van haar rechtsbijstandverzekering, maar deze kon niet helpen omdat de kwestie niet verzekerd was. Vervolgens heeft zij de Raad voor Rechtsbijstand benaderd, wat leidde tot een vertraging in het indienen van het beroepschrift. De rechtbank concludeert echter dat deze omstandigheden geen verontschuldiging vormen voor de termijnoverschrijding. Eiseres had tijdig beroep moeten instellen, ongeacht de situatie met haar rechtsbijstandverzekering.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk, wat betekent dat het bestreden besluit in stand blijft en er geen proceskostenveroordeling plaatsvindt. Deze uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.