ECLI:NL:RBZWB:2025:359

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 januari 2025
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
C/02/430626 / FA RK 25/118
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. Betrokkene, geboren in 1957, verblijft in een accommodatie en is onderworpen aan een crisismaatregel die door de burgemeester van Breda op 11 januari 2025 is opgelegd. De rechtbank heeft de procedure op 16 januari 2025 met gesloten deuren behandeld, waarbij betrokkene en haar advocaat aanwezig waren, evenals twee psychiaters en een medewerker van Team Bemoeizorg.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene zich in een verwarde toestand bevond, met een hoofdwond en onvoldoende warm gekleed. De psychiater in opleiding heeft verklaard dat betrokkene kenmerken vertoont van een schizofreniespectrumstoornis en dat zij onvoldoende ziekte-inzicht heeft. De officier van justitie heeft verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor drie weken, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn genoemd, zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel noodzakelijk is, gezien het verzet van betrokkene tegen de aangeboden zorg en het risico op terugval in een psychose. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van drie weken, tot en met 6 februari 2025, en heeft het meer of anders verzochte afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Pulskens, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/430626 / FA RK 25/118
Datum uitspraak: 16 januari 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 1957 in [land] , [geboorteplaats] ,
wonende [adres 1] ,
verblijvende te [plaats 1] , [accommodatie] ,
[adres 2] ,
advocaat mr. C.G. Matze.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 13 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 16 januari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • mevrouw [naam 1] , psychiater;
  • mevrouw [naam 2] , psychiater in opleiding;
  • mevrouw [naam 3] , Team Bemoeizorg [plaats 2] .
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [accommodatie] . De burgemeester van Breda heeft de crisismaatregel op 11 januari 2025 genomen.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van drie weken te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene spreekt afwisselend over haar geloof, over een geest die toen zij ’s avonds op straat liep bezit van haar heeft genomen en over haar tijd in [land] .
Zij herkent zich niet in de zorgen die er over haar zijn benoemd. Wel kampte zij voorafgaand aan de crisisopname met veel stress en vermoeidheid omdat zij veel problemen ondervindt bij het vinden van passende woonruimte voor zichzelf. Er was geen sprake bij haar van praten tegen verkeersborden, maar tegen God. Over de hoofdwond die volgens haar behandelaar verzorging nodig heeft merkt zij op dat die wond al bijna genezen is. Ten slotte merkt zij desgevraagd op dat zij over een Nederlands paspoort beschikt en dat zij een eigen zorgverzekering heeft.
4.2.
De psychiater in opleiding brengt naar voren dat betrokkene op 11 januari 2025 crisis is opgenomen, nadat zij tweemaal op straat met de politie in aanraking was gekomen. Betrokkene maakte een verwarde indruk, zij kwam achterdochtig en geagiteerd over en zorgde voor overlast. Ook bleek zij een flinke hoofdwond te hebben opgelopen en was zij onvoldoende warm gekleed. In het bij betrokkene waargenomen toestandsbeeld worden kenmerken gezien passend bij een schizofreniespectrum stoornis. Aangenomen wordt dat betrokkene, bij wie sprake is van onvoldoende ziekte-inzicht, met het gebruik van de haar voorgeschreven orale medicatie uit eigen beweging is gestopt en dat zij vervolgens ontregeld is geraakt. Gezien werd - en wordt - dat betrokkene zich onvoldoende open stelt voor de noodzakelijke zorg die ziet op behandeling van de psychotische ontregeling, maar ook de verzorging die noodzakelijk wordt gevonden van haar hoofdwond, met name uit oogpunt van infectiegevaar. Voortgezette verplichte zorg acht zij om die reden ook op dit moment nog noodzakelijk. Zij kan daarom achter het verzoek staan.
4.3.
De psychiater sluit zich aan bij hetgeen door de psychiater in opleiding naar voren is gebracht. Zij kan eveneens achter het verzoek staan, zij het dat zij geen noodzaak ziet voor het verplicht toedienen van vocht en voeding, insluiten, het uitoefenen van toezicht, onderzoek aan kleding of lichaam, onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen en het controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen. Op de vraag van de advocaat of er via een andere psychiater, die bekend is met de geloofsovertuiging van betrokkene en haar culturele achtergrond, mogelijk beter aansluiting bij betrokkene kan worden gevonden, antwoordt zij dat dit in overweging zal worden genomen.
4.4.
Op de opmerking van de advocaat dat haar cliënt aangeeft dat zij feitelijk dakloos is en dat die situatie het voor haar lastig maakt om consequent haar medicatie te gebruiken antwoordt de ondersteuner van Team Bemoeizorg dat betrokkene, sinds haar verblijf in Nederland, over de mogelijkheid beschikt om een beroep te doen op winteropvang. Betrokkene heeft voor zichzelf de keuze gemaakt om daarvan geen gebruik te maken. Het Team Bemoeizorg heeft daarom contact gezocht met Centraal Onthaal, bedoeld om de mogelijkheden te onderzoeken om voor betrokkene andere passende woonruimte te vinden.
4.5.
De advocaat van betrokkene voert aan dat in haar visie uit de stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat aan de wettelijke vereisten voor een machtiging tot voortzetting crisismaatregel wordt voldaan. Ook wijst zij erop dat haar cliënt zelf de huidige klinische opname graag wil voortzetten en dat zij zich niet wenst te verzetten tegen toepassing van verplichte zorg, zoals verzocht en mondeling besproken. Namens haar cliënt verzoekt zij daarom aan de rechtbank het verzoek toe te wijzen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voortzetting crisismaatregel. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de stukken en de mondelinge behandeling genoegzaam dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
  • levensgevaar;
  • ernstig lichamelijk letsel;
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • acute maatschappelijke teloorgang;
  • betrokkene roept met hinderlijk gedrag agressie van een ander op.
5.3.
Daarnaast blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling ook voldoende dat vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een stoornis, in de medische verklaring omschreven als schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
5.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Betrokkene is zwervend en in verwarde toestand verkerend op straat aangetroffen, alwaar zij achterdochtig en geagiteerd gedrag vertoonde en voor overlast zorgde. Betrokkene bleek bovendien een ernstige hoofdwond te hebben opgelopen en zij was onvoldoende warm gekleed.
5.5.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
Gebleken is tenslotte dat voor andere vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat andere dan de hiervóór genoemde vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
5.6.
Verplichte zorg is nodig, aangezien betrokkene zich verzet tegen de aangeboden zorg. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat betrokkene tot dusver heeft laten zien dat zij onvoldoende in de samenwerking is, waar die nodig is voor het bieden van de voor haar noodzakelijk geachte psychiatrische en medische zorg. Door en namens betrokkene is mondeling bevestigd dat zij om die reden en ter voorkoming dat zij opnieuw terugvalt in een psychose, verplichte zorg zoals verzocht nodig heeft en dat zij daarom met voortzetting van de crisismaatregel kan instemmen.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een machtiging tot voortzetting crisismaatregel verlenen voor de duur van drie weken.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor:
[betrokkene] ,geboren op [geboortedag] 1957 in [land] , [geboorteplaats] ,
wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.5 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 februari 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2025 door mr Pulskens, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 22 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.