ECLI:NL:RBZWB:2025:360

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 januari 2025
Publicatiedatum
24 januari 2025
Zaaknummer
C/02/430623 / FA RK 25-115
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Pulskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie in een zaak betreffende een eetstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 januari 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel op verzoek van de officier van justitie. De betrokkene, geboren in 2003, verblijft in een ziekenhuis onder een crisismaatregel die door de burgemeester van Tilburg is opgelegd op 10 januari 2025. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene en haar advocaat aanwezig waren, evenals een zaalarts en co-assistenten. De officier van justitie was niet aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een eetstoornis, specifiek anorexia nervosa, en dat haar toestand op het moment van opname levensbedreigend was door een extreem laag suiker- en kaliumgehalte. De officier van justitie verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor drie weken, met als doel het toedienen van vocht, voeding, medicatie en andere noodzakelijke medische handelingen. De betrokkene heeft aangegeven dat zij zich voldoende hersteld voelt en zelfstandig verder wil met haar behandeling.

De rechtbank oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, en dat de gevraagde verplichte zorg noodzakelijk was om haar fysieke toestand te stabiliseren. De rechtbank verleende daarom de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, tot en met 6 februari 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Pulskens, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/430623 / FA RK 25-115
Datum uitspraak: 16 januari 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2003 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats],
advocaat mr. J. Nederlof te Tilburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 13 januari 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 16 januari 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
  • de heer [naam 1], zaalarts / psychiater in opleiding.
Tevens waren aanwezig:
  • de heer [naam 2], co-assistent;
  • mevrouw [naam 3], co-assistent.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [ziekenhuis]. De burgemeester van Tilburg heeft de crisismaatregel op 10 januari 2025 genomen.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van drie weken te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene erkent desgevraagd dat bij haar al jaren lang sprake is van een eetstoornis. Daarvoor is volgens haar nu in de eerste plaats een psychotherapeutische behandeling nodig, waaraan zij wil meewerken, in plaats van gedwongen voeding. Haar conditie in fysiek opzicht op dit moment ervaart zij zelf niet als zorgwekkend of levensbedreigend. Bovendien heeft zij in mentaal opzicht veel problemen met haar huidige klinische zorg(omgeving). Zij wil daarom dat deze opname zo snel mogelijk eindigt.
4.2.
De psychiater in opleiding verwijst ten aanzien van het ziektebeeld van betrokkene naar de medische verklaring, waarin als vermoedelijke diagnose anorexia nervosa, restrictieve type en persoonlijkheidsproblematiek is benoemd. Verder deelt hij mede dat betrokkene ten tijde van de crisisopname in zeer zorgwekkende toestand verkeerde wegens een extreem laag suiker- en kaliumgehalte. Acuut ingrijpen bleek noodzakelijk gezien het levensbedreigende karakter van haar toestand op dat moment. Er is daarom overgegaan tot het verplicht toedienen van onder meer glucose via infuus. Hoewel dit enig resultaat heeft gehad zijn aanvullende maatregelen nodig gebleken. Dit omdat wordt gezien dat betrokkene door volledig haar eetstoornis wordt beheerst. Dit maakt dat zij voor zichzelf geen weloverwogen besluiten kan nemen omtrent haar gezondheid en dat zij vrijwillig geen vocht en voeding accepteert. Betrokkene krijgt daarom ook op dit moment vocht en voeding via een sonde toegediend. Bij betrokkene is bovendien een stoornis in het hartritme waargenomen, dat mogelijk het gevolg is van het te lage kaliumgehalte in combinatie met langdurige ondervoeding. Indien dit mocht verergeren kan dit opnieuw tot een levensbedreigende situatie leiden. Gelet daarbij op de nog steeds zorgwekkende fysieke conditie van betrokkene en haar onvermogen op dit moment om zelfstandig haar belangen waar te nemen is de geboden klinische zorg primair gericht op het verbeteren van haar somatische toestand. Dit vanuit de verwachting dat, zodra haar fysieke toestand voldoende zal zijn gestabiliseerd, betrokkene in mentaal opzicht weer in staat zal zijn zelfstandig haar belangen waar te nemen en er met therapeutische behandeling van haar eetstoornis kan worden gestart. Met deze toelichting kan hij achter het verzoek tot voortzetting van de crisismaatregel en de daarin verzochte zorgvormen staan.
4.3.
De advocaat van betrokkene voert aan dat zijn cliënt tijdens het voorgesprek kenbaar heeft gemaakt dat zij vindt dat zij voldoende is hersteld om naar huis te kunnen terugkeren. Zij realiseert zich wel dat zij behandeling nodig heeft voor haar eetstoornis, maar zij is prima in staat om daarmee zelfstandig en zonder inmenging van buitenaf te gaan starten. Daarnaar verwijzend stelt hij zich namens betrokkene primair op het standpunt dat het verzoek tot voortzetting crisismaatregel dient te worden afgewezen. In het geval dat de rechtbank anders mocht oordelen wenst hij zich ten aanzien van dat betreffende verzoek te refereren aan het oordeel van de rechtbank.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de stukken en de mondelinge behandeling genoegzaam dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang.
5.3.
Daarnaast blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling ook voldoende dat vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een stoornis, in de medische verklaring omschreven als anorexia nervosa, restrictieve type en persoonlijkheidsproblematiek.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Daartoe neemt de rechtbank in aanmerking dat ten tijde van de crisisopname werd geconstateerd dat betrokkene wegens een te laag suiker- en kaliumgehalte in een levensbedreigende situatie verkeerde. Ingrijpen door middel van verplichte somatische zorg was op dat moment noodzakelijk om die situatie te kunnen keren. Tevens werd gezien dat betrokkene toediening van vocht en voeding in een vrijwillig kader weigerde en dat zij in mentaal opzicht niet of althans onvoldoende in staat was haar persoonlijke belangen zelfstandig waar te nemen. Uit de toelichting van haar behandelaar blijkt dat, ondanks de tot dusver in een verplicht kader geboden zorg, de toestand van betrokkene nog onvoldoende is verbeterd. Daarom acht hij voortgezette verplichte zorg noodzakelijk, in de eerste plaats om ervoor te zorgen dat de fysieke toestand van betrokkene voldoende stabiliseert. Pas wanneer dit het geval is wordt een behandeling van haar eetstoornis mogelijk.
5.4.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat, conform het verzoek van de officier van justitie, de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- opnemen in een accommodatie.
5.5.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Zij laat blijken dat zij vindt dat haar conditie in fysiek opzicht voldoende is gestabiliseerd en dit betekent dat zij thuis met psychotherapeutische behandeling verder aan haar eetstoornis en problematiek kan werken.
5.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.7.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.
5.8.
Met inachtneming van het vorenstaande zal de rechtbank een machtiging voortzetting crisismaatregel verlenen voor de duur van drie weken.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor:
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2003 in [geboorteplaats],
wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.4 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 6 februari 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2025 door mr. Pulskens, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 22 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.