4.5.In artikel 6.2.10 van de Jeugdwet staat het volgende opgenomen: In het hulpverleningsplan, bedoeld in artikel 6.2.9, eerste lid, wordt in elk geval opgenomen:
a. een omschrijving van de problematiek van de jeugdige en van het gedrag dat daaruit voortvloeit;
b.de doelen voor de ontwikkeling van de jeugdige;
c. een beschrijving van de te verlenen jeugdhulp;
d. welke vrijheidsbeperkende maatregelen toegepast kunnen worden,
de gevallen waarin en de termijn dat die maatregelen toegepast kunnen worden, alsmede welke jeugdhulpverlener of categorie van jeugdhulpverleners bevoegd is de maatregelen toe te passen.
Ook aan een voorwaardelijke machtiging gesloten jeugdhulp dient een hulpverleningsplan ten grondslag te liggen (artikel 6.1.4 lid 4 en 5 Jeugdwet) dat aan voornoemde wettelijke maatstaven voldoet. Naast de omschrijving van de voorwaarden en het toezicht daarop en de jeugdhulp die zal worden ingezet teneinde de opgroei- en opvoedproblemen te verminderen, te stabiliseren of op te heffen kan het hulpverleningsplan ook een aantal limitatief in de wet opgesomde vrijheidsbeperkende maatregelen bevatten (artikel 6.1.4 lid 6 Jeugdwet).
[minderjarige] heeft steeds ingestemd met de in het plan van aanpak vermelde voorwaarden. Hiermee is aan de wettelijk gestelde voorwaarde voor een voorwaardelijke machtiging voldaan. [minderjarige] heeft daarmee ook ingestemd met een aantal vrijheidsbeperkende maatregelen die in het plan van aanpak staan, zonder dat het bekend is wat deze maatregelen voor hem inhouden en wanneer ze worden toegepast. Volgens de rechtbank volstaat het eenvoudigweg opnemen van de wettekst met daarbij een verwijzing naar de klachtenprocedure op de website van [jeugdzorg] absoluut niet. In het aangepaste plan van aanpak zijn, voor zover de rechtbank het begrijpt, alleen de vrijheidsbeperkende maatregelen “het beperken van de bewegingsvrijheid” en “het elektronisch toezicht” overgebleven.
In het plan van aanpak staat nu:
‘Voor [minderjarige] kunnen nu – afhankelijk van de situatie – de volgende maatregelen worden toegepast:
- beperken van de bewegingsvrijheid: tijdelijk binnenblijven op de groep.
- elektronisch toezicht: geen enkelband maar monitoring via vast contactmomenten met locatie middels zijn telefoon.
In geval van ernstige risico’s, veldnormen, persoonlijke risico’s, zoals het in bezit houden van een mes op 24-0-2025, is het dus mogelijk om maatregelen in te zetten.’
Blijkbaar zijn de eerder vermelde andere maatregelen niet meer van toepassing. [jeugdzorg] heeft nagelaten om toe te lichten waarom deze maatregelen in het huidige plan van aanpak geschrapt zijn. Ten aanzien van de overgebleven vrijheidsbeperkende maatregelen is door [jeugdzorg] onvoldoende toegelicht waarom deze specifiek voor [minderjarige] nodig zijn en hoe deze specifiek voor hem moeten worden ingevuld. Zo is niet duidelijk wanneer zijn ze voor hem van toepassing gaan zijn en hoe lang ze dan gaan duren.