Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 7 mei 2025;
- de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 7 mei 2025;
- de op 21 mei 2025 ontvangen brief van [de minderjarige] .
- de pleegmoeder;
- een vertegenwoordigster van de Raad;
- een vertegenwoordigster van de GI via een beeldbelverbinding.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De brief van [de minderjarige]
5.Het standpunt van de GI
6.Het standpunt van de pleegmoeder (oma)
7.Het standpunt van de Raad
8.De beoordeling
uiterlijk op die pro forma datumvan de GI over de stand van zaken op dat moment, meer specifiek over het perspectiefbesluit, waaruit tevens dient te blijken of dit besluit ter toetsing aan de Raad is voorgelegd. Vervolgens zal het restantverzoek worden nader behandeld ter gelegenheid van een mondelinge behandeling op een nog te bepalen zittingsdatum en -tijdstip in [week] door kinderrechter mr. Toekoen.
De beslissing
donderdag, 6 november 2025 pro forma, zulks in afwachting van een schriftelijk verslag van de GI, als bedoeld in rechtsoverweging 8.6;
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.