ECLI:NL:RBZWB:2025:3611

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
C/02/435595 / FA RK 25/2584
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • F. Felix
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2025 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1961. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die op 21 mei 2025 door de burgemeester van Breda was opgelegd. De rechtbank heeft de zitting met gesloten deuren gehouden, waarbij de advocaat van de betrokkene en een afdelingsarts aanwezig waren. Betrokkene weigerde echter om gehoord te worden en vertoonde verontrustend gedrag.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene in een crisisverblijf is opgenomen en dat er sprake is van een ernstige psychische stoornis, die leidt tot onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor haarzelf en anderen. De rechtbank oordeelt dat de gevraagde vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid, noodzakelijk zijn om het gevaar af te wenden. De rechtbank verleent de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, tot en met 13 juni 2025. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/435595 / FA RK 25/2584
Datum uitspraak: 23 mei 2025
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
hierna te noemen betrokkene,
wonende te [plaats 1],
verblijvende te [plaats 2], [accommodatie],
advocaat mr. G.J. Woodrow.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 22 mei 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 23 mei 2025. Daarbij zijn gehoord:
  • de advocaat van betrokkene;
  • mevrouw [naam], afdelingsarts.
1.3.
De behandelaar deelt mede dat betrokkene duidelijk heeft gemaakt dat zij niet naar de verhoorruimte wil komen om op het verzoek te worden gehoord. Vervolgens begeeft de behandelend rechter zich met de afdelingsarts, de advocaat van betrokkene en de griffier naar de binnentuin van het complex, waar betrokkene zich op dat moment bevindt. Op de vraag van de behandelend rechter aan betrokkene of zij over het verzoek met haar in gesprek wil, neemt zij een dreigende houding aan, gebruikt zij scheldwoorden en schreeuwt zij dat iedereen zo snel mogelijk moet wegwezen. Ook roept zij dat zij niet naar de isoleercel wil. De behandelend rechter stelt daarop in aanwezigheid van de overige betrokkenen vast dat betrokkene niet op het verzoek wenst te worden gehoord.
1.4.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

Betrokkene verblijft met een crisismaatregel bij [accommodatie] te [plaats 2]. De burgemeester van Breda heeft de crisismaatregel op 21 mei 2025 genomen.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz),voor de duur van drie weken te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
- opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
De afdelingsarts brengt naar voren dat uit de voorgeschiedenis van betrokkene blijkt dat zij van 2003 tot 2006 bij [accommodatie] in behandeling is geweest. Daarna heeft zij met de door haar huisarts voorgeschreven medicatie (lage dosering van een antipsychoticum) een tijd lang stabiel gefunctioneerd. Onduidelijk is of betrokkene werkt of wat voor andere dagbesteding zij heeft. Betrokkene is crisis opgenomen, nadat zij in verwarde toestand met een stalen buis op de ijzeren balustrade voor haar woning sloeg, zij huisraad uit het raam gooide en zij met dit gedrag voor veel overlast zorgde. Ook vreesde de aanwezige politie dat betrokkene naar beneden zou springen. Hoewel onduidelijk is wat de exacte reden is voor het ontregeld raken, wordt aangenomen dat betrokkene was gestopt met het medicatiegebruik, nu is gebleken dat zij haar laatste herhaalrecept niet heeft opgehaald. Ten tijde van de crisisopname maakte betrokkene fysiek een onverzorgde indruk en liet zij blijken in gesprek te zijn met de duivel en verder met niemand anders contact te willen. Het schelden en schreeuwen van zojuist is iets wat zij als behandelaar voor het eerst meemaakt.
Hoewel betrokkene medicatie in een hogere dosering krijgt toegediend verkeert zij nog steeds in erg psychotische toestand. Dit maakt ook dat van een fragiele behandelrelatie en samenwerking sprake is en zij daarom voortgezette zorg in een verplicht kader op dit moment nog noodzakelijk acht. Zij kan daarom instemmen met het verzoek. Wel met dien verstande, dat zij geen noodzaak ziet voor het verplicht (kunnen) toedienen van vocht en voeding, het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening en insluiten. Verder acht zij het uit behandeloogpunt van belang dat van de verplichte zorg tevens de mogelijkheid van ambulante (na)zorg deel zal uitmaken. Zij verzoekt daarom aan de machtiging tot voortzetting crisismaatregel - bij wijze van aanvullende verplichte zorgvorm - toe te voegen het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.
4.2.
De advocaat van betrokkene voert aan dat zijn cliënt, anders dan nu het geval is, tijdens het voorgesprek over het verzoek wel goed in contact was. Afgaande op de inhoud van de stukken en de mondelinge behandeling ter zitting wordt in zijn visie aan de wettelijke criteria voor het verlenen van een machtiging tot voortzetting crisismaatregel voldaan. Met deze toelichting wenst hij zich ten aanzien van het verzoek te refereren aan het oordeel van de rechtbank.
5.
De beoordeling
5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging tot voortzetting crisismaatregel. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de stukken en de mondelinge behandeling dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
  • ernstige psychische schade;
  • ernstige materiële schade;
  • ernstige verwaarlozing;
  • acute maatschappelijke teloorgang;
  • de algemene veiligheid van personen of goederen is in gevaar.
Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat betrokkene in crisis is opgenomen, nadat zij in verwarde toestand ernstige overlast in haar directe (woon)omgeving had veroorzaakt en er daardoor ook risicovolle situaties waren ontstaan voor haarzelf en voor anderen.
5.3.
Daarnaast blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling dat vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een stoornis, in de medische verklaring omschreven als schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen.
5.4.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.5.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg voor de aldus verzochte duur van 3 weken nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- toedienen van medicatie,
- het verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
Daarnaast zal, op grond van artikel 7:8, tweede lid Wvggz (met betrekking tot het ambtshalve opnemen van vormen van verplichte zorg in de machtiging tot voortzetting crisismaatregel), aanvullend als verplichte vorm van zorg in deze machtiging worden opgenomen:
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen, eveneens voor de duur van 3 weken.
Gebleken is tenslotte dat voor andere vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat andere dan de hiervóór genoemde vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
5.6.
Gezien wordt sinds betrokkene klinisch is opgenomen en zij wordt behandeld, waaronder met medicatie, dat zij weliswaar enigszins in de samenwerking is, maar dat zij nog steeds in psychotische toestand verkeert. Dit maakt dat van een nog fragiele situatie sprake is, nu zij blijkens de stukken recent iedere vorm van zorg weigerde.
Gelet daarop dient de rechtbank het ervoor te houden dat betrokkene zich verzet tegen de op dit moment noodzakelijke geachte zorg.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een machtiging tot voortzetting crisismaatregel verlenen voor een periode van 3 weken, als verzocht.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor:
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1961,
6.2.
wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in rechtsoverweging 5.5 kunnen worden toegepast;
6.3.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 13 juni 2025;
6.4.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2025 door mr. Felix, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 30 mei 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.