Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , casemanager FACT.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2025 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden aan een betrokkene, geboren in 1972, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van een verzoekschrift op 2 mei 2025. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn de betrokkene en zijn advocaat gehoord, evenals een casemanager. De curator van de betrokkene was afwezig maar had ingestemd met het verzoek. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en verwaarlozing. De betrokkene had eerder zijn medewerking aan zorg beëindigd, wat resulteerde in terugval in psychotische toestanden. De rechtbank concludeerde dat verplichte zorg noodzakelijk was, omdat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren. De gevraagde zorgmachtiging werd verleend voor het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles, maar voor een periode van twaalf maanden in plaats van de gevraagde vierentwintig maanden. De rechtbank benadrukte het belang van contact tussen de betrokkene en zijn behandelaar.