Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- de heer [naam 1] , zoon van betrokkene;
- mevrouw [naam 2] , specialist ouderengeneeskunde.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2025 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1968, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 2 mei 2025. Tijdens de zitting, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene, zijn zoon, een specialist ouderengeneeskunde en een verpleegkundige gehoord. De officier van justitie was niet aanwezig.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrumstoornis, en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank oordeelt dat betrokkene zorg nodig heeft, vooral tijdens momenten van katatonie, waarin hij medicatie kan weigeren. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met specifieke maatregelen zoals het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de toegewezen vormen van verplichte zorg evenredig en effectief zijn. De zorgmachtiging is verleend tot en met 23 mei 2026, en de beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2025.