ECLI:NL:RBZWB:2025:3616

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 mei 2025
Publicatiedatum
10 juni 2025
Zaaknummer
C/02/435017 / FA RK 25-2298
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • F. Felix
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met vermoedelijke psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 mei 2025 een zorgmachtiging verleend op verzoek van de officier van justitie voor een betrokkene, geboren in 1981. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van een verzoekschrift op 6 mei 2025. Tijdens de zitting, die plaatsvond op het woonadres van de betrokkene, zijn verschillende getuigen gehoord, waaronder een psychiater en een verpleegkundige. De betrokkene zelf was aanwezig, maar toonde zich niet coöperatief en ontkende een psychische stoornis te hebben. De onafhankelijk psychiater heeft echter vastgesteld dat er sprake is van een psychische stoornis, vermoedelijk een schizofrenie-spectrumstoornis, en dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt van zijn toestand. De rechtbank heeft geconcludeerd dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat de betrokkene niet in staat is om vrijwillig zorg te accepteren. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, tot 23 november 2025, en heeft de verzoeken om andere vormen van zorg afgewezen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/435017 / FA RK 25-2298
Datum uitspraak: 23 mei 2025
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [plaats] ,
advocaat mr. J.J. van 't Hoff te Tilburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 6 mei 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 23 mei 2025 aan het woonadres van betrokkene. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
  • mevrouw [naam 1] , psychiater;
  • de heer [naam 2] , verpleegkundige.
Verder is ter plaatse contact gezocht via een telefonische verbinding met de heer [naam 3], psychiater.
Tevens was aanwezig:
- mevrouw [naam 4] , advocaat-stagiaire.
1.3.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging, als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), voor de duur van zes maanden te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene laat blijken dat hij de aanwezigen niet binnen wil laten. Betrokkene staat de behandelend rechter te woord met de voordeur geopend op een kier. Op de opmerking van de behandelend rechter dat zij in de medische verklaring van de onafhankelijke psychiater leest dat zijn echtgenote en zijn kinderen niet meer thuis verblijven, dat hij niet meer buiten komt en zijn echtgenote boodschappen voor zijn deur zet, antwoordt betrokkene “dat is normaal”. Verder geeft hij aan dat hij zijn echtgenote niet meer vertrouwt. Af en toe heeft hij contact met zijn kinderen, die dan naar hem komen. Hij vindt niet dat hij een psychische stoornis heeft. Hij hecht geen geloof aan dat wat de artsen, die hem hebben bezocht, daarover hebben aangegeven. Wel heeft hij enige tijd geleden zijn huisarts en ook een psycholoog bezocht, omdat hij last had van slaapproblemen. Hij herhaalt meerdere malen dat hij geen zorgmachtiging wil.
3.2.
De onafhankelijk psychiater heeft, ter toelichting op de medische verklaring, naar voren gebracht dat de medische verklaring is gebaseerd op door hem verkregen informatie van de gemeente over de situatie van betrokkene en bevindingen uit eigen waarneming. Er zijn meerdere pogingen ondernomen om op schriftelijk aangekondigde momenten een bezoek aan betrokkene te brengen. Bij die bezoeken deed betrokkene de deur niet open. Uiteindelijk opende betrokkene zijn voordeur op een kier, maar lukte het niet om verder met hem in contact te komen anders dan de uitleg van de zorgmachtiging procedure.
De onafhankelijk psychiater verduidelijkt dat hij ervan overtuigd is dat sprake is van een psychische stoornis, zeer vermoedelijk een schizofrenie-spectrumstoornis. Sinds ruim een jaar wordt bij betrokkene afwijkend gedrag waargenomen. Er is sprake van achterdocht, een geagiteerde houding en het zich steeds meer isoleren van de buitenwereld. De echtgenote en de zoontjes van betrokkene hebben een maand geleden vanuit gevoelens van onveiligheid de woning verlaten en verblijven momenteel elders. Bij de beoordeling verschool betrokkene zich achter zijn voordeur, waarbij door hem werd opgemerkt “jullie zijn geen artsen.” Van buren zijn meldingen ontvangen dat betrokkene vaak aan het schreeuwen is, dat dit zorgt voor overlast en dat hij in zijn woning spullen zou hebben vernield. De onafhankelijk psychiater benadrukt dat het deze optelsom is die maakt dat tot de conclusie is gekomen dat sprake is van een psychische stoornis.
Er is weinig bekend over de voorgeschiedenis van betrokkene, die van Iraanse afkomst is. Uit de wel beschikbare gegevens blijkt dat hij enkele jaren geleden wegens een depressie en een angststoornis bij I-Psy is geweest, maar daar zou vervolgens geen behandeling zijn gestart. Rekening houdend met de in zijn visie bizarre toestand waarin betrokkene op dit moment verkeert, acht hij nader diagnostisch onderzoek noodzakelijk om een completer beeld te krijgen en te kunnen vaststellen welke zorg betrokkene nodig heeft om te stabiliseren en of die in ambulante en/of klinische vorm kan plaats vinden. Gezien de opstelling van betrokkene ziet hij op dit moment geen mogelijkheden om die zorg in een vrijwillig kader te bieden. Hij kan daarom achter een zorgmachtiging staan voor een periode, zoals verzocht.
3.3.
De ter plaatse aanwezige psychiater en de verpleegkundige sluiten zich aan bij hetgeen door de onafhankelijke psychiater naar voren is gebracht. Aanvullend merkt de verpleegkundige op dat meermalen is geprobeerd om betrokkene op vooraf aangekondigde momenten te bezoeken, bedoeld om met hem in gesprek te komen. Echter, op al deze pogingen werd door hem ofwel niet open gedaan ofwel hield hij de deur op een kier. Aanvullend merkt de psychiater op dat zij verwacht dat een klinische opname nodig zal zijn om betrokkene diagnostisch te kunnen onderzoeken en hem de zorg te kunnen bieden die noodzakelijk is, om voldoende te stabiliseren en vervolgens met ambulante zorg naar huis te kunnen terugkeren. Zij verwacht dat er spoedig over een klinische opnamemogelijkheid kan worden beschikt.
3.4.
De advocaat van betrokkene voert aan dat zijn cliënt duidelijk heeft laten blijken zich niet te herkennen in de zorgen over zijn huidige toestand, zoals in de onderliggende stukken beschreven. Ook vindt hij dat hij niet ziek is en geen (verplichte) zorg nodig heeft. In zijn visie wordt dan aan de wettelijke vereisten voor het verlenen van een zorgmachtiging niet voldaan. Daartoe acht hij relevant dat de gegevens in het zaakdossier te summier zijn om met zekerheid te kunnen vaststellen dat bij betrokkene van een psychische stoornis. Verder blijkt niet of in onvoldoende mate van ernstig nadeel, zoals in de medische verklaring beschreven. Daarbij neemt hij in aanmerking dat gebleken is dat er bij betrokkene aan de deur eten wordt bezorgd. Er kan daarom niet op voorhand van worden uitgegaan dat zijn cliënt niet goed voor zichzelf zorgt. Met deze toelichting stelt hij zich namens betrokkene op het standpunt dat het verzoek dient te worden afgewezen.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde zorgmachtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is op grond van de inhoud van de stukken en de mondelinge behandeling van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, vermoedelijk bestaande uit een ongespecificeerde schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. Waar in de medische verklaring over een ‘ernstig vermoeden’ wordt geschreven, heeft de onafhankelijk psychiater tijdens de mondelinge behandeling duidelijk toegelicht dat hij een psychische stoornis constateert en dat het ‘vermoeden’ zich slechts toespitst op de vraag welke psychische stoornis het exact betreft. Daarvoor is nader onderzoek vereist. De enkele ontkenning van betrokkene dat hij ziek is geeft de rechtbank geen reden om te twijfelen aan de medische verklaring.
4.3.
Daarnaast is naar het oordeel van de rechtbank uit de stukken en de mondelinge behandeling gebleken dat het gedrag dat voortvloeit uit deze psychische stoornis leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstige verstoorde ontwikkeling;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat betrokkene aanvankelijk samen woonde met zijn echtgenote en hun kinderen. Op enig moment, nu circa een jaar geleden, is betrokkene gedrag gaan vertonen dat zich kenmerkt door wantrouwen en achterdocht naar de buitenwereld, maar ook naar zijn echtgenote. Dit heeft erin geresulteerd dat zijn echtgenote en de kinderen uit veiligheidsoverwegingen de woning hebben verlaten. Wel zet zijn echtgenote nog regelmatig boodschappen voor zijn deur. Gezien wordt dat betrokkene zijn huis niet meer uit komt. Ook zijn er meldingen van buren duidend op een omgekeerd dag- en nachtritme en van overlast, omdat betrokkene regelmatig schreeuwt en dat door hem in zijn woning spullen zouden zijn vernield.
4.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
4.5.
Betrokkene geeft aan dat hij vindt dat hij niet ziek is en dat hij geen zorg nodig heeft. Ook laat hij door zijn opstelling aan de deur blijken niet of althans zeer beperkt contact met zorgverleners aan te willen gaan, die hij bovendien wantrouwt. Gelet daarop ziet de rechtbank geen mogelijkheden voor zorg in een vrijwillig kader. Daarom is verplichte zorg nodig.
4.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
Gebleken is tenslotte dat voor andere vormen van verplichte zorg geen noodzaak bestaat, zodat andere dan de hiervóór genoemde vormen van verplichte zorg zullen worden afgewezen.
4.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
4.9.
Met inachtneming van het voorgaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen voor de duur van 6 maanden, als verzocht.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een zorgmachtiging voor:
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1981 in [geboorteplaats] ;
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in
rechtsoverweging 4.6 kunnen worden getroffen;
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 23 november 2025;
5.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 23 mei 2025 door mr. Felix, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 30 mei 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.