Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
(GI).
1.Het verloop van de procedure
- de berichten met bijlagen van mr. Koop-Van Vliet van 25 april 2025, 28 april 2025, 1 mei 2025 en 8 mei 2025;
- het bericht met bijlagen van de Raad van 23 mei 2025, inhoudende een wijziging van het verzoek.
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- de vader;
2.De feiten
3.Het verzoek
4.Het standpunt van de Raad
5.De standpunten van de belanghebbenden en de informant
6.De beoordeling
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ervaren bij beide ouders emotionele veiligheid om zich te kunnen uiten en om het contact onbelast kunnen aangaan en onderhouden met de andere ouder. Hiermee wordt bedoeld dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zichzelf kunnen zijn in het contact met beide ouders en dat zij zich vrij voelen om positief over de andere ouder te vertellen (niet het gevoel hebben te moeten kiezen);
- de ouders communiceren op een constructieve, respectvolle en gelijkwaardige wijze met elkaar en informeren en consulteren elkaar over de opvoeding en ontwikkeling van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ;
- [minderjarige 1] en [minderjarige 2] hebben een vertrouwenspersoon bij wie zij zich vertrouwd voelen en bij wie zij (blijvend) hun zorgen, behoeften, onzekerheden en emoties kunnen uiten;
- [minderjarige 1] heeft passende hulpverlening door wie hij begeleid en gestimuleerd wordt om toe te kunnen komen aan de ontwikkelingstaken die horen bij zijn leeftijd. Daarnaast dient hij ondersteund te worden bij het aanleren van vaardigheden om spanningen en stress te reduceren en om alternatieven te krijgen voor zijn vermijdende coping;
- [minderjarige 1] heeft een duidelijke dagstructuur, dagbesteding en heeft passende hulpverlening om toe te werken naar schoolgang en naar het opbouwen en onderhouden van sociale relaties;
- [minderjarige 2] heeft passende hulpverlening om zicht te krijgen op, onder meer, zijn psycho-somatische klachten en om ervoor te zorgen dat [minderjarige 2] weer (volledig) naar school toe gaat;
- er wordt met behulp van hulpverlening een plan gemaakt samen met de vader en [minderjarige 1] om eventueel tot contactherstel te kunnen komen.
nader te bepalen mondelinge behandeling. De datum is bij het afgeven van de beschikking nog niet bekend. De betrokkenen zullen bij separate brief worden opgeroepen voor die mondelinge behandeling. Zoals tijdens de mondelinge behandeling is besproken, zal de kinderrechter proberen de zaak onder zich te houden om herhaling te voorkomen.
uiterlijk één week voorafgaand aan de volgende mondelinge behandelingeen schriftelijk verslag over te leggen, met daarin een weergave van het verloop van de ondertoezichtstelling, onder de gelijktijdige toezending van een afschrift van dat verslag aan (de advocaat van) de moeder, de vader en aan de Raad. Ook verzoekt de kinderrechter de GI om ervoor zorg te dragen dat de betrokken jeugdbeschermer bij de volgende mondelinge behandeling aanwezig zal zijn.
7.De beslissing
een nader te bepalen mondelinge behandeling, bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, in de persoon van mr. Bogaert, aan de Stationslaan 10, 4815 GW te Breda;
bij separate briefworden opgeroepen voor die mondelinge behandeling;
- door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.