ECLI:NL:RBZWB:2025:3744
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 18 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Tilburg. De zaak betreft een beroep tegen een naheffingsaanslag parkeerbelasting die aan de belanghebbende was opgelegd op 4 augustus 2024. De heffingsambtenaar had de naheffingsaanslag opgelegd omdat er geen parkeerbelasting was voldaan voor een geparkeerde auto aan [adres] te Tilburg. De belanghebbende had bezwaar gemaakt tegen deze aanslag, maar dit bezwaar werd ongegrond verklaard. De rechtbank heeft in deze uitspraak beoordeeld of de naheffingsaanslag terecht was opgelegd. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat de belanghebbende haar voertuig had geparkeerd zonder dat daarvoor parkeerbelasting was betaald. De rechtbank oordeelt dat het niet voldoen aan de parkeerbelasting voldoende is voor de oplegging van een naheffingsaanslag, ongeacht de intentie van de belanghebbende. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de naheffingsaanslag gehandhaafd blijft. De belanghebbende krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten.