ECLI:NL:RBZWB:2025:3798

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
02-800522-15
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met verpleging van twee jaar

Op 4 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1977, die verblijft in een forensisch psychiatrisch centrum. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met twee jaar toegewezen. De betrokkene was eerder veroordeeld tot zes jaar gevangenisstraf en tbs met verpleging vanwege ernstige strafbare feiten, waaronder seksuele delicten. De rechtbank constateert dat de betrokkene nog aan het begin van zijn behandeling staat, ondanks bijna zes jaar verblijf in de kliniek. Het advies van de tbs-instelling wees op een pedofiele stoornis en andere psychische problemen, en de betrokkene vertoonde terugval in ongewenst gedrag, zoals het kijken naar pornografisch materiaal zonder toestemming van het behandelingsteam. De rechtbank oordeelde dat de verlenging van de tbs noodzakelijk was om de veiligheid van anderen te waarborgen, gezien het recidivegevaar dat voortvloeit uit de ziekelijke stoornis van de betrokkene. De beslissing om de tbs te verlengen werd genomen in het belang van de behandeling en resocialisatie van de betrokkene, waarbij de rechtbank de noodzaak van een langere termijn voor de behandeling benadrukte.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800522-15
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 4 juni 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene]
geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats]
verblijvende in het Forensisch Psychiatrisch Centrum [tbs-kliniek] te [plaats]

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
  • het rapport van de [tbs-kliniek] van 9 april 2025;
  • de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] ;
  • de vordering van de officier van justitie van 17 april 2025 die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met 2 jaar.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch van 3 oktober 2017 is [betrokkene] , wegens
overtreding van artikelen 240b, 244, 247 en 248 van het Wetboek van Strafrecht,
veroordeeld tot 6 jaar gevangenisstraf en tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 11 juni 2019 aangevangen en laatstelijk verlengd bij beslissing van 15 juni 2023 voor een termijn van twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 4 juni 2025 is de officier van justitie gehoord.
Tevens is [betrokkene] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.R. Ytsma, advocaat te Amsterdam.
Voorts is de deskundige [naam] , behandelcoördinator, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-kliniek heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar.
De tbs-kliniek heeft daartoe in haar advies aangevoerd dat er bij [betrokkene] sprake is van een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type, een andere gespecificeerde parafiele stoornis en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met trekken van een vermijdende- en afhankelijke persoonlijkheidsstoornis.
Afgelopen adviesperiode is toegewerkt naar transmuraal verblijf [locatie] . Begin 2024 bleek echter dat [betrokkene] al sinds de zomer van 2023 tijdens onbegeleide momenten veelvuldig porno heeft gekeken, terwijl hier geen toestemming voor was van het behandelingsteam. Hij heeft dit bewust voor hen achtergehouden en zijn internetgeschiedenis gewist. Vanwege het niet controleerbaar opstellen is hij teruggeplaatst in de kliniek.
Aangezien er na de terugplaatsing een positieve ontwikkeling in zijn behandeling werd gezien, werden zijn verlofmogelijkheden langzaamaan weer uitgebreid. Dit leek goed
te gaan, totdat eind januari 2025 bleek dat [betrokkene] tegen de afspraken in erotische podcasts heeft geluisterd. Hiermee blijft hij terugvallen in oude patronen van heimelijk en seksueel deviant gedrag. Daarnaast geeft hij maar mondjesmaat openheid in gesprek over zijn (seksuele) belevingswereld. Het is tot op heden dan ook nog niet gelukt om verdieping te vinden in de behandeling om de kernproblematiek van [betrokkene] voldoende te bewerken. Het behandelingsteam constateert daarmee dat [betrokkene] , ondanks het feit dat hij al bijna zes jaar in de huidige kliniek verblijft, nog aan het begin staat van zijn behandeling.
De verwachting is dat [betrokkene] op de langere termijn terugvalt in heimelijk compensatoir gedrag, zoals hij afgelopen adviesperiode ook heeft laten zien. Wanneer hij langdurig gevoelens van frustratie ervaart, is de verwachting dat hij door een gebrek aan copingvaardigheden zijn toevlucht zal zoeken in seksueel gedrag om de spanning te verminderen. In eerste instantie zal dit bestaan uit het gepreoccupeerd raken met reguliere
porno, waarna geleidelijk over zal worden gegaan op strafbaar materiaal en uiteindelijk tot ‘hands-on’ seksueel delictgedrag.
Met het huidige kader en risicomanagement, te weten terbeschikkingstelling met dwangverpleging, wordt het risico op hands-on seksueel delictgedrag bij onbegeleid verlof als laag ingeschat. Het risico op hands-off seksueel delictgedrag (met name het online bekijken van beeldmateriaal van kindermisbruik) wordt voor deze context ingeschat als laag tot matig. Zonder kader van de tbs-maatregel wordt het risico op seksueel delictgedrag ingeschat als hoog.
De koers in de aankomende periode zal afhangen van de behandelvooruitgang van [betrokkene] . Er zal meer zicht moeten worden verkregen op de onderliggende drijfveren van zijn gedrag om sluitend risicomanagement te kunnen vormgeven. Hiervoor is het nodig dat [betrokkene] meer zicht krijgt op zijn gevoelens en drijfveren en hij deze ook deelt met het behandelingsteam.
Ter zitting heeft de deskundige [naam] daaraan toegevoegd dat [betrokkene] op dit moment begeleid verlof heeft. Zo lang er nog geen antwoord is op de vraag wat de functie van seksualiteit is voor [betrokkene] , zal onbegeleid verlof geen optie zijn. Hoe lang het gaat duren voor er sprake is van onbegeleid verlof, is afhankelijk van hoever men gaat komen in de behandeling van [betrokkene] . Daarover kan de deskundige nu geen uitspraak doen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie heeft ter zitting, op grond van het advies van de tbs-kliniek, de vordering tot verlenging van de tbs met twee jaar gehandhaafd.

5.Het standpunt van de verdediging

De verdediging verzet zich niet tegen de vordering van de officier van justitie.
[betrokkene] heeft ter zitting verklaard dat hij inziet dat een verlenging van de tbs met verpleging van twee jaar noodzakelijk is.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Dit houdt concreet in dat het recidivegevaar nog aanwezig moet zijn en dat dit recidivegevaar moet voortvloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens.
Gelet op het advies van de tbs-kliniek wordt nog altijd voldaan aan de wettelijke eisen voor verlenging van de tbs.
Uitgangspunt is dat de tbs-maatregel moet worden verlengd met een termijn van twee jaar als aannemelijk is dat de behandeling en resocialisatie van de betrokkene in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zal nemen dan de tijd die nog resteert bij een verlenging van de tbs met een termijn van één jaar.
Uit het advies van de tbs-kliniek en de toelichting daarop ter zitting blijkt dat dat [betrokkene] , ondanks het feit dat hij al bijna zes jaar in de huidige kliniek verblijft, nog aan het begin staat van zijn behandeling. Het is afhankelijk van het verloop van de behandeling van [betrokkene] of er inzicht wordt gekregen op de functie van seksualiteit voor [betrokkene] , pas dan wordt duidelijk of en wanneer er kan worden gestart met onbegeleid verlof. Ondanks de motivatie die [betrokkene] laat zien, verwacht de rechtbank niet dat [betrokkene] over een jaar al op het punt is dat een ander juridisch kader meer passend zou zijn.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van [betrokkene] moet worden verlengd met twee jaar.

7.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [betrokkene] met 2 jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. P.A.M. Wijffels, voorzitter, mr. C.H.W.M. Sterk en mr. C.H.M. Pastoors, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. C.J.M. van de Vrede en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 juni 2025.