ECLI:NL:RBZWB:2025:3809

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 juni 2025
Publicatiedatum
18 juni 2025
Zaaknummer
11436292 \ CV EXPL 24-4325 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • Dijkman
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en ontbinding huurovereenkomst tussen verhuurder en Class Cars B.V.

In deze zaak heeft Class Cars B.V. gedurende meerdere maanden de huur van haar kantoorruimte niet betaald, evenals een deel van de waarborgsom. Ondanks beloften van beterschap heeft de gedaagde partij, Class Cars B.V., geen betalingen verricht. Tijdens de mondelinge behandeling zijn er afspraken gemaakt over de beëindiging van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde. De kantonrechter heeft in dit vonnis de overige vorderingen van de verhuurder, die betrekking hebben op de achterstallige betalingen en een boete, toegewezen. De procedure omvatte een tussenvonnis van 26 maart 2025 en een mondelinge behandeling op 13 mei 2025. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst per 1 juni 2025 is beëindigd en dat Class Cars B.V. een totaalbedrag van € 8.798,69 aan huurachterstand, boete en buitengerechtelijke kosten moet betalen. Daarnaast is er een vordering tot betaling van huur vanaf december 2024 tot en met mei 2025 toegewezen, evenals een boete voor de huurachterstand in die periode. De proceskosten zijn begroot op € 1.200,42, die door Class Cars B.V. moeten worden vergoed. Het vonnis is uitgesproken door mr. Dijkman op 4 juni 2025.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 11436292 \ CV EXPL 24-4325
Vonnis van 4 juni 2025 (bij vervroeging)
in de zaak van
[verhuurder],
te [plaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: [verhuurder] ,
gemachtigde: mr. S. Eernstman,
tegen
CLASS CARS B.V.,
te Breda,
gedaagde partij,
hierna te noemen: Class Cars B.V.,
procederend in persoon.

1.De zaak in het kort

Class Cars B.V. heeft al maanden de huur van haar kantoorruimte niet betaald. Ook heeft zij niet de volledige waarborgsom betaald. Er is beterschap beloofd, maar desondanks betaalt zij niet. Tijdens de mondelinge behandeling worden afspraken gemaakt over beëindiging van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. De overige vorderingen die te maken hebben met de achterstallige betalingen en een boete in verband daarmee, wijst de kantonrechter in dit vonnis toe.

2.De procedure

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 26 maart 2025
- de mondelinge behandeling van 13 mei 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.
2.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

3.De verdere beoordeling

Ontbinding en ontruiming
3.1.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben partijen afspraken gemaakt over de beëindiging van de huurovereenkomst met wederzijds goedvinden en ontruiming van het gehuurde per 1 juni 2025. Zij hebben deze afspraken vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. Daarop heeft [verhuurder] de vordering tot ontbinding en ontruiming ingetrokken. Deze vorderingen maken dus geen onderdeel meer uit van de procedure.
Huurachterstand tot en met november 2024, boete en buitengerechtelijke kosten
3.2.
[verhuurder] vordert betaling van een bedrag van € 4.235,00 aan achterstallige huur en waarborgsom en een bedrag van € 3.900,00 (13 maanden maal € 300,00) aan boete op grond van artikel 23.2 van de toepasselijke algemene voorwaarden. Daarnaast voert zij gemotiveerd aan dat zij buitengerechtelijke kosten heeft gemaakt en vordert zij vergoeding van deze kosten, een bedrag van € 663,69, berekend aan de hand van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten. Class Cars B.V. heeft deze vorderingen verder niet betwist, zodat de kantonrechter betaling van het totaalbedrag van € 8.798,69 zal toewijzen. Daarbij geldt dat Class Cars B.V. de waarborgsom ter hoogte van € 1.815,00 niet verschuldigd is (of terug ontvangt) indien het gehuurde volledig ontruimd en zonder schade wordt opgeleverd per 1 juni 2025.
€ 605,00 per maand vanaf december 2024 tot 31 oktober 2025 of wederverhuren
3.3.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verhuurder] een overzicht van tot dan nog niet betaalde huurtermijnen overgelegd. Class Cars B.V. heeft de juistheid van dit overzicht niet betwist. Uit het overzicht volgt dat Class Cars B.V. de huur vanaf december 2024 ook niet heeft betaald. Op grond daarvan wijst de kantonrechter betaling van de huur vanaf december 2024 tot en met mei 2025 toe, een bedrag van € 3.630,00 (€ 605,00 * 6).
3.4.
De huurovereenkomst tussen [verhuurder] en Class Cars B.V. is voor een bepaalde tijd, lopend tot 31 oktober 2025, gesloten. In de vaststellingsovereenkomst hebben partijen afgesproken dat de huurovereenkomst per 1 juni 2025 is beëindigd. Dat betekent dat de huurovereenkomst voortijdig is beëindigd. De kantonrechter zal conform het geldende beleid de vordering tot veroordeling van betaling van toekomstige huurtermijnen na ontbinding toewijzen voor drie maanden huur (of zoveel korter als het pand weer verhuurd is) en voor het overige verwijzen naar de schadestaatprocedure.
Boete in de periode december 2024 tot 31 oktober 2025
3.5.
[verhuurder] vordert de contractuele boete van € 300,00 per maand of gedeelte van de maand dat er tussen 1 december 2024 en 31 oktober 2025 een betalingsachterstand is. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Class Cars B.V. de huur tussen 1 december 2024 tot en met mei 2025 niet heeft betaald. Op grond daarvan wordt de boete over die betalingsachterstand van die maanden toegewezen. Dat gaat om een totaalbedrag van € 1.800,00 (€ 300,00 * 6 maanden).
Omdat de huurovereenkomst per 1 juni 2025 is geëindigd, is het niet meer mogelijk om op basis van het contract daarna nog een boete te vorderen. Daarom wijst de kantonrechter de boete voor een eventuele betalingsachterstand vanaf 1 juni 2025 af.
Proceskosten
3.6.
Class Cars B.V. is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [verhuurder] worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
139,42
- griffierecht
248,00
- salaris gemachtigde
678,00
(2 punten × € 339,00)
- nakosten
135,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.200,42

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
veroordeelt Class Cars B.V. om aan [verhuurder] te betalen tegen behoorlijk bewijs van kwijting:
  • een bedrag van € 8.798,69 aan huurachterstand tot en met november 2024, waarborgsom, boete en buitengerechtelijke kosten,
  • een bedrag van € 3.630,00 aan huur vanaf december 2024 tot en met mei 2025,
  • een bedrag van € 1.800,00 aan boete in verband met de huurachterstand vanaf december 2024 tot en met mei 2025,
  • een bedrag van € 605,00 per maand aan gebruiksvergoeding gedurende de periode vanaf de datum van ontbinding van de huurovereenkomst tot aan de dag van feitelijke ontruiming van het gehuurde,
  • een bedrag van € 605,00 per maand aan schadevergoeding wegens huurderving tot een periode van drie maanden na de datum van de feitelijke ontruiming van het gehuurde, of zoveel korter als [verhuurder] het gehuurde binnen deze drie maanden opnieuw verhuurt;
4.2.
veroordeelt Class Cars B.V. tot verdere schadevergoeding wegens huurderving nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet,
4.3.
veroordeelt Class Cars B.V. in de proceskosten van € 1.200,42, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Class Cars B.V. niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
4.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dijkman en bij vervroeging in het openbaar uitgesproken op 4 juni 2025.