ECLI:NL:RBZWB:2025:3813
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning in Waalwijk
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 17 juni 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk beoordeeld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van de woning aan de van [adres] te [plaats] vastgesteld op € 1.060.000, maar na bezwaar is deze verlaagd naar € 810.000. De rechtbank behandelt het beroep dat belanghebbende heeft ingesteld tegen deze waardevaststelling. Tijdens de zitting op 19 mei 2025 is de zaak behandeld, waarbij belanghebbende en zijn echtgenote aanwezig waren, evenals de taxateur van de heffingsambtenaar. De rechtbank concludeert dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld, en dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de woning en de referentiewoningen. De rechtbank oordeelt dat de gebruikte vergelijkingsmethode en de argumenten van de heffingsambtenaar voldoende zijn onderbouwd. Uiteindelijk wordt het beroep van de belanghebbende ongegrond verklaard, wat betekent dat de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.