Op 19 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1987, die momenteel verblijft in een forensische psychiatrische kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De tbs is oorspronkelijk opgelegd wegens poging tot doodslag en is op 16 juni 2017 ingegaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog steeds lijdt aan een ziekelijke stoornis, waaronder schizofrenie en een autismespectrumstoornis, en dat er een hoog recidiverisico bestaat bij beëindiging van de tbs. De rechtbank heeft de adviezen van de tbs-instelling en deskundigen in overweging genomen, die hebben aangegeven dat de betrokkene blijvend professionele begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er een zoektocht gaande is naar een passende vervolgplek voor de betrokkene, bij voorkeur dichter bij zijn familie. De beslissing om de tbs te verlengen is genomen om de veiligheid van anderen te waarborgen en om het vervolgtraject voor de betrokkene te kunnen realiseren.