ECLI:NL:RBZWB:2025:3834

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juni 2025
Publicatiedatum
19 juni 2025
Zaaknummer
02-700191-16
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een periode van twee jaar

Op 19 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1987, die momenteel verblijft in een forensische psychiatrische kliniek. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De tbs is oorspronkelijk opgelegd wegens poging tot doodslag en is op 16 juni 2017 ingegaan. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene nog steeds lijdt aan een ziekelijke stoornis, waaronder schizofrenie en een autismespectrumstoornis, en dat er een hoog recidiverisico bestaat bij beëindiging van de tbs. De rechtbank heeft de adviezen van de tbs-instelling en deskundigen in overweging genomen, die hebben aangegeven dat de betrokkene blijvend professionele begeleiding nodig heeft. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat er een zoektocht gaande is naar een passende vervolgplek voor de betrokkene, bij voorkeur dichter bij zijn familie. De beslissing om de tbs te verlengen is genomen om de veiligheid van anderen te waarborgen en om het vervolgtraject voor de betrokkene te kunnen realiseren.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-700191-16
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 19 juni 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
verblijvende te [FPC 1] , [adres] ,
raadsman: [advocaat] , advocaat te Middelburg.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 2 mei 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van betrokkene van week 18/2023 tot en met week 5/2025;
- het rapport van [FPC 2] (hierna: de tbs-instelling) van 19 maart 2025, waarin het advies van de tbs-instelling is vermeld;
- het rapport van [psychiater] van 26 februari 2025;
- het rapport van klinisch [psycholoog] van 13 maart 2025.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 1 juni 2017 is betrokkene, wegens poging tot doodslag, veroordeeld tot tbs met verpleging van overheidswege.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 16 juni 2017 aangevangen en laatstelijk bij beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 29 juni 2023 voor een termijn van twee jaar verlengd.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 5 juni 2025 is de officier van justitie, mr. I. Peters, gehoord. Tevens is betrokkene, via een videoverbinding, gehoord, bijgestaan door zijn raadsman. Voorts is mevrouw [GZ-psycholoog] , GZpsycholoog bij de tbs-instelling, als deskundige gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft in het rapport van 19 maart 2025 geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar. In maart 2024 werd betrokkene geplaatst bij [FPA] (beveiligingsniveau 2). [FPA] bleek onvoldoende mogelijkheden te hebben om betrokkene te kunnen begeleiden, waardoor betrokkene binnen twee weken op een afdeling binnen [FPC 2] werd teruggeplaatst. Sinds 23 april 2024 verblijft betrokkene, binnen [FPC 2] , op [afdeling 1] (beveiligingsniveau 2). Betrokkene is vanwege zijn problematiek (schizofrenie, autismespectrumstoornis en licht verstandelijke beperking) blijvend aangewezen op professionele begeleiding in de zorg voor verstandelijk gehandicapten en psychiatrische en forensische expertise. Momenteel richt de behandeling zich op het behouden van de relatieve stabiliteit die is ontstaan. De context is, naast farmacotherapie, één van de belangrijkste factoren in het risicomanagement. Bij het wegvallen van het kader voor behandeling, begeleiding en toezicht wordt het recidiverisico als hoog ingeschat. De komende periode wordt opnieuw gezocht naar een passend vervolg. [FPC 2] , [locatie 1] , [afdeling 2] , heeft meer mogelijkheden op de afdeling om één-op-één met betrokkene te kunnen zijn. Dit blijft een optie die nog openstaat en onderzocht wordt. Daarnaast wordt er gekeken of uitstroom naar een lager beveiligingsniveau binnen [FPC 2] , [locatie 2] , tot de mogelijkheden behoort om zo het uitplaatsen in de toekomst te verbreden. Ingeschat wordt dat met een 'warme' overdracht, passende context en het juiste risicomanagement betrokkene zijn huidige functioneren kan voortzetten op een toekomstige (woon)afdeling.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog het volgende toegevoegd. Afgelopen periode is betrokkene opnieuw gestart met psycho-eductie, module psychose. Dit blijft echter lastig en roept bij betrokkene meer gedachtes op. Van belang blijft dat betrokkene een dagprogramma op maat heeft, waarbij de momenten waarop hij iets onderneemt kort zijn en er genoeg rustmomenten ingebouwd zijn. Betrokkene is binnen [FPC 2] aangemeld en geaccepteerd voor een afdeling met beveiligingsniveau 1. Het is nu wachten tot er op die afdeling een plek beschikbaar komt. Parallel aan dit traject wordt er, gelet op alle wachtlijsten, ook gezocht naar een externe plek waar betrokkene langdurig zou kunnen wonen, het liefst op een plek dichter bij zijn familie. Voor wat betreft de door betrokkene geuite wens omtrent uitbreiding van zijn verlof ziet de deskundige nog wel een aantal mogelijkheden om te onderzoeken.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

[psychiater] geeft in zijn rapport van 26 februari 2025 aan dat bij betrokkene sprake is van een autismespectrumstoornis en schizofrenie. Het recidiverisico op strafbare feiten gelijk aan de indexdelicten wordt op dit moment als matig ingeschat, omdat betrokkene in een zeer broos evenwicht verkeert. De gespecialiseerde en op hem aangepaste vorm van begeleiding fungeert als cruciale borg. Zonder die borg zal het risico weer oplopen en zal zonder maatregel bij beëindiging van de verpleging weer hoog zijn. De vooruitzichten zijn erg beperkt. Mogelijk kan de medicatie nog voorzichtig en zeer geleidelijk worden verfijnd met als doel om een iets lagere begeleidingsintensiteit te bereiken die naar verwachting eerder bij een gespecialiseerde 24-uurs verblijfssetting dan bij een begeleide woonvorm past. Dit traject vergt een looptijd die een jaar te boven gaat.
Uit het rapport van de [psycholoog] van 13 maart 2025 volgt dat bij betrokkene sprake is van een autismespectrumstoornis, schizofrenie en een licht verstandelijke beperking. De kans op een nieuw zeer ernstig geweldsdelict, zoals het indexdelict, wordt bij het wegvallen van het huidige juridisch kader als hoog ingeschat. Binnen het huidige juridisch kader wordt de kans op een dergelijk ernstig feit als laag tot hooguit matig ingeschat. Het risicomanagement wordt nagenoeg geheel door externe factoren vormgegeven. De intensieve begeleiding en de gestructureerde omgeving vormen daarin, samen met medicatie, een belangrijke rol. Het psychisch evenwicht van betrokkene is zeer kwetsbaar en nagenoeg geheel afhankelijk van substantiële ondersteuning. Het hoogst haalbare lijkt vooralsnog te onderzoeken of er mogelijkheden worden gezien voor verblijf in een 24-uurs voorziening met intensieve begeleidingsmogelijkheden op een lager beveiligingsniveau (niveau 1).

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen, gebleven. Aan de wettelijke vereisten voor verlenging wordt voldaan: uit de rapportages volgt dat er nog steeds sprake is van een stoornis en een hoog recidiverisico wanneer de tbs-maatregel zou worden beëindigd. De officier van justitie merkt op dat het positief is om te horen dat betrokkene binnen de huidige tbs-instelling voor een afdeling met een lager beveiligingsniveau is geaccepteerd en dat gelijktijdig gezocht wordt naar een passende vervolgplek. Dit vervolgtraject zal langer dan een jaar in beslag nemen.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij graag dichter bij zijn familie wil verblijven. Ook zou hij uitbreiding van zijn verlof willen.
De verdediging refereert zich aan het oordeel van de rechtbank ten aanzien van de vordering van de officier van justitie. Het is fijn dat de wens van betrokkene, om dichter bij zijn familie te verblijven, onder de aandacht van de tbs-instelling is.

7.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vordering kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg
kennis heeft genomen van de misdrijven ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één
maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zou eindigen, ingediend. De
officier van justitie is ontvankelijk in de vordering.
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het verlengingsadvies van de tbs-instelling, de daarop door de deskundige ter zitting gegeven toelichting en de rapporten van de psychiater en psycholoog concludeert de rechtbank dat nog steeds voldaan wordt aan deze wettelijke vereisten. De veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen eist dan ook dat de tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene wordt verlengd.
Betrokkene is binnen de huidige tbs-instelling aangemeld en geaccepteerd voor een afdeling met een lager beveiligingsniveau. Zodra daar een plek beschikbaar komt, wordt betrokkene naar die afdeling overgeplaatst. Parallel aan dit traject wordt er gezocht naar een passende woonplek voor betrokkene waar hij, zonder behandeldruk, langdurig kan verblijven en waar de kwaliteit van leven en een passend risicomanagement op de voorgrond staan. Gelet op de problematiek van betrokkene zijn er echter zeer beperkte mogelijkheden voor een passende woonsetting. Een verlenging van de tbs voor de duur van twee jaar is dan ook nodig om het ingezette vervolgtraject vorm te kunnen geven.

8.De beslissing

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van
betrokkenemet
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.B. Polak, voorzitter, mr. G.M.J. Kok en mr. J. Bergen, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier mr. H. Holtgrefe en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 juni 2025.
De oudste rechter en de griffier zijn buiten staat te tekenen.