ECLI:NL:RBZWB:2025:3948

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
BRE 25/630
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar door de gemeente Tilburg

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juni 2025, wordt het beroep van eiser, drs. [eiser], tegen de gemeente Tilburg beoordeeld. Eiser stelt dat de gemeente niet tijdig heeft beslist op zijn bezwaar van 6 december 2024. De rechtbank oordeelt dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiser niet heeft voldaan aan de verzoeken van de rechtbank om een kopie van het primaire besluit te overleggen. Dit besluit is cruciaal voor de beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep. Eiser heeft wel gereageerd op de verzoeken van de rechtbank, maar heeft de benodigde documenten niet aangeleverd. Hierdoor kan niet worden vastgesteld of de gemeente Tilburg rechtsgeldig in gebreke is gesteld en of het beroep ontvankelijk is. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 25/630

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 27 juni 2025 in de zaak tussen

drs. [eiser] , uit [plaats] , eiser

en

de gemeente Tilburg.

Inleiding

1. In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep dat eiser heeft ingesteld, omdat de gemeente Tilburg volgens hem niet op tijd heeft beslist op het bezwaar van 6 december 2024.
1.1.
Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk.

Beoordeling door de rechtbank

2. Als een bestuursorgaan niet op tijd beslist op een bezwaarschrift, kan de betrokkene daartegen in beroep gaan. Voordat hij beroep kan instellen, moet de betrokkene per brief aan het bestuursorgaan laten weten dat binnen twee weken alsnog beslist moet worden op zijn bezwaar (de zogenoemde ingebrekestelling). Als er na die twee weken nog steeds geen besluit is, dan kan de betrokkene beroep instellen. [1]
Is het beroep ontvankelijk?
3. Eiser schrijft in zijn beroepschrift van 19 januari 2024 dat hij bezwaar heeft gemaakt tegen een besluit van de gemeente Tilburg met dagtekening 17 oktober 2024, dat eerst op 5 december 2024 in een geopende envelop zou zijn bezorgd. Hij voegt kopieën bij van een ongedateerd bezwaarschrift, een bericht van verzending per e-mail met de datum 6 december 2024, een ongedateerde ingebrekestelling, een bericht van verzending per
e-mail met de datum 17 januari 2025, en stukken ten aanzien van de verzending van een aangetekende brief met datum 9 januari 2025.
3.1.
Bij brieven van 24 februari 2025, 19 maart 2025 en 16 mei 2025 heeft de rechtbank eiser gevraagd een kopie te overleggen van het besluit waartegen hij bezwaar heeft gemaakt, onder vermelding dat dit besluit van belang is voor de beoordeling of sprake is van niet tijdig beslissen. Eiser is er in deze brieven op gewezen dat het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard als hij niet aan dit verzoek voldoet. [2]
3.2.
Eiser heeft op al de voornoemde brieven gereageerd en heeft meerdere stukken toegestuurd, echter nog altijd niet een kopie van het door hem betwiste primaire besluit. Hierdoor kan niet worden vastgesteld wanneer de bezwaartermijn is aangevangen en is geëindigd [3] , of het bestuursorgaan van de gemeente Tilburg rechtsgeldig in gebreke is gesteld én of er ten tijde van het indienen van het beroep sprake was van een ontvankelijk beroep tegen het niet tijdig beslissen op bezwaar.
3.3.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk. Dat betekent dat de rechtbank het beroep tegen het niet tijdig beslissen niet kan beoordelen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Snoeks, rechter, in aanwezigheid van M.H.A. de Graaf, griffier, op 27 juni 2025 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over verzet

Als partijen het niet eens zijn met deze uitspraak, kunnen zij een verzetschrift sturen naar de rechtbank waarin zij uitleggen waarom zij het niet eens zijn met deze uitspraak. Het verzetschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Als partijen graag een zitting willen om het verzetschrift toe te lichten, moeten zij dit in het verzetschrift vermelden.

Voetnoten

1.Dit staat (onder andere) in artikel 6:12 van de Awb.
2.Dit staat in artikel 6:6 van de Awb.
3.Zie artikel 7:10 van de Awb.