ECLI:NL:RBZWB:2025:3979
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Verzet
- M. Badal
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen verstekvonnis inzake ontbinding huurovereenkomst en ontruiming
In deze zaak heeft de huurder, vertegenwoordigd door zijn bewindvoerder, verzet aangetekend tegen een verstekvonnis van 8 januari 2025, waarin de huurovereenkomst werd ontbonden en de huurder werd verplicht de woning te verlaten. De kantonrechter heeft in de verzetprocedure geoordeeld dat de verhuurder, Stichting Alwel, gelijk heeft. De huurder had een huurachterstand en veroorzaakte ernstige overlast, wat de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurder niet tijdig aan zijn betalingsverplichtingen voldeed en dat er sprake was van langdurige overlast voor andere bewoners. De woning was al op 11 februari 2025 ontruimd, waardoor het verzoek om schorsing van de ontruiming geen belang meer had. De kantonrechter heeft de vordering van de bewindvoerder afgewezen en de huurachterstand vastgesteld op € 3.119,18 tot en met oktober 2024, met een veroordeling tot betaling van de huurachterstand en gebruiksvergoeding. De proceskosten zijn voor de bewindvoerder, die in het ongelijk is gesteld.