Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
op 24 mei 2024 te Giessen, gemeente Altena, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (Seat Ibiza), daarmede rijdende over de weg, de N322, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door zeer onvoorzichtig en onoplettend,- terwijl verdachte verkeerde onder invloed van cocaïne en GHB -
- te rijden met een hogere snelheid dan de aldaar toegestane maximum snelheid van 80 km per uur en
- niet de nodige voorzichtigheid in acht te nemen en
- zijn aandacht onvoldoende gericht te houden op de weg (door tijdens het rijden met een mobiele telefoon een videogesprek te voeren) en
- niet zoveel mogelijk rechts te rijden door meermalen de dubbele onderbroken markering te overschrijden en op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer te rijden en
- abrupt naar links te sturen, waardoor hij zich op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer heeft begeven en
- vervolgens frontaal in botsing te komen met een aldaar rijdende auto (Skoda) bestuurd door [slachtoffer] ,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten gebroken elleboog, middelvinger en ringvinger, terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste lid en vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994;
op 24 mei 2024 te Giessen, gemeente Altena, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd, na gebruik van in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne en GHB, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 17 microgram cocaïne per liter bloed bedroeg en 41 milligram GHB per liter bloed bedroeg.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
in eendaadse samenloop begaan;
een werkstraf van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende jeugddetentie;
een jeugddetentie van twee maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
algemene voorwaardedat veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig zal maken aan een strafbaar feit;
ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen van 2 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar;
hij op of omstreeks 24 mei 2024 te Giessen, gemeente Altena, in elk geval in Nederland, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig (Seat Ibiza), daarmede rijdende over de weg, de N322, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- terwijl verdachte verkeerde onder invloed van cocaïne en/of GHB -
- te rijden met een hogere snelheid dan de aldaar toegestane maximum snelheid van 80 km per uur en/of
- niet de nodige voorzichtigheid in acht te nemen en/of
- zijn aandacht niet/onvoldoende gericht te houden op de weg (door tijdens het rijden met een mobiele telefoon een videogesprek te voeren) en/of
- niet zoveel mogelijk rechts te rijden door (meermalen) de dubbele onderbroken markering te overschrijden en op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer te rijden en/of
- abrupt naar links te sturen, waardoor hij zich op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer heeft begeven en/of
- vervolgens (frontaal) in botsing te komen met een aldaar rijdende auto (Skoda) bestuurd door [slachtoffer] ,
waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten gebroken elleboog, middelvinger en ringvinger of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij, verdachte, verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, eerste, tweede, derde, vierde of vijfde lid van de Wegenverkeerswet 1994, dan wel na het feit niet heeft voldaan aan een bevel gegeven krachtens artikel 163, tweede, zesde, zevende of negende lid van genoemde wet;
- met een hogere snelheid heeft gereden dan de aldaar toegestane maximum snelheid van 80 km per uur en/of
- niet de nodige voorzichtigheid in acht heeft genomen en/of
- zijn aandacht niet/onvoldoende gericht heeft gehouden op de weg (door tijdens het rijden met een mobiele telefoon een videogesprek te voeren) en/of
- niet zoveel mogelijk rechts heeft gereden door (meermalen) de dubbele onderbroken markering te overschrijden en op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer te rijden en/of
- abrupt naar links heeft gestuurd, waardoor hij zich op de weghelft bestemd voor het tegemoetkomend verkeer heeft begeven en/of
- vervolgens (frontaal) in botsing is gekomen met een aldaar rijdende auto (Skoda) bestuurd door [slachtoffer] ,
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
hij op of omstreeks 24 mei 2024 te Giessen, gemeente Altena, in elk geval in Nederland, een voertuig, te weten een personenauto, heeft bestuurd of als bestuurder heeft doen besturen, na gebruik van een of meer in artikel 2 van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer aangewezen stoffen als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cocaïne en/of GHB, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de genoemde Wet, het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stoffen vermelde meetbare stoffen 17 microgram cocaïne per liter bloed bedroeg en 41 milligram GHB per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die stoffen afzonderlijk vermelde grenswaarde.