ECLI:NL:RBZWB:2025:3993

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
2 juli 2025
Publicatiedatum
26 juni 2025
Zaaknummer
02-800139-12
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor betrokkene met pedofiele stoornis

Op 2 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1953, die verblijft in een tbs-instelling. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met verpleging van overheidswege met twee jaar toegewezen. De rechtbank baseert deze beslissing op het advies van de tbs-instelling, die heeft geconstateerd dat de betrokkene lijdt aan een pedofiele stoornis en een andere gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis. De betrokkene heeft in het verleden verschillende misdrijven gepleegd, waaronder seksuele handelingen met minderjarigen en het vervaardigen van kinderporno. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist, gezien het hoge recidiverisico. De rechtbank heeft ook overwogen dat de behandeling van de betrokkene meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, en heeft daarom de tbs verlengd met twee jaar. De betrokkene heeft ter zitting aangegeven dat hij zijn best doet om openheid van zaken te geven en hoopt op een vervolgkliniek waar hij de juiste zorg kan krijgen. De rechtbank heeft de beslissing genomen in het belang van de veiligheid van de samenleving.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02-800139-12
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 2 juli 2025
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[betrokkene],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1953,
verblijvende in [tbs-instelling] , [adres] .

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 2 mei 2025, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [betrokkene] ;
- het rapport van [tbs-instelling] (hierna: de tbs-instelling) d.d. 24 april 2025, waarin het advies van de inrichting is vermeld.

2.De procesgang

Bij arrest van het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch van 23 juni 2015 is betrokkene in hoger beroep veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren en zes maanden en tbs met voorwaarden wegens het plegen van seksuele handelingen met iemand jonger dan twaalf jaar, het plegen van ontucht bij iemand jonger dan zestien jaar en het vervaardigen en verspreiden van kinderporno.
De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 23 juni 2015 aangevangen.
Bij beslissing van deze rechtbank van 11 juli 2016 is de vordering tot omzetting van de tbs met voorwaarden in een tbs met verpleging van overheidswege van betrokkene afgewezen en zijn de aan betrokkene opgelegde bijzondere voorwaarden gewijzigd.
Bij beslissing van deze rechtbank van 22 december 2016 is de vordering tot omzetting van de tbs met voorwaarden in een tbs met verpleging van overheidswege opnieuw afgewezen. Ook is het verzoek om de bijzondere voorwaarden nogmaals te wijzigen afgewezen.
De tbs met voorwaarden is bij beslissing van deze rechtbank van 5 juli 2019 verlengd met twee jaar.
Bij beslissing van deze rechtbank van 30 maart 2020 is de tbs met voorwaarden alsnog omgezet naar een tbs met verpleging van overheidswege. Op 8 september 2020 is deze beslissing door het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bekrachtigd. Bij beslissingen van deze rechtbank van 16 september 2021 en 28 september 2023 is de tbs met verpleging van overheidswege verlengd met twee jaar.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 18 juni 2025 is de officier van justitie, mr. P. Emmen, gehoord. Daarnaast is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S. Marjanovic, advocaat te ’s-Gravenhage. Verder is de [deskundige], behandelcoördinator/GZ-psycholoog, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met twee jaar. De tbs-instelling heeft daartoe in haar verlengingsadvies het volgende naar voren gebracht.
Bij betrokkene is sprake van een pedofiele stoornis, het niet-exclusieve type (seksueel
aangetrokken tot beide seksen) en een ander gespecificeerde persoonlijkheidsstoornis met antisociale en vermijdende trekken. Het persoonlijk functioneren kent op meerdere domeinen relevante gebreken die meermaals disfunctioneel uitwerken voor betrokkene zelf en voor anderen. Ook wordt een depressieve stemmingsstoornis door een somatische aandoening geclassificeerd, momenteel in remissie. Tot slot is sinds 2004 sprake van diabetes mellitus type 2, wat heeft geleid tot vaatlijden en amputatie van beide benen.
Betrokkene verblijft sinds 17 februari 2021 in [tbs-instelling] . Gedurende de huidige behandelperiode gaat veel aandacht uit naar de somatische zorgbehoefte van betrokkene. Hierbij worden de grenzen van wat de huidige kliniek kan bieden op het gebied van verpleegzorg op momenten overschreden. Door het inschakelen van thuiszorg en het aanschaffen van een tillift wordt getracht beter aan de zorgbehoefte van betrokkene te voldoen. Tegelijkertijd wordt gezocht naar een passende vervolgvoorziening, waar zowel aan de zorgvraag als het risicomanagement kan worden voldaan. Er is nog geen plek gevonden. Ondanks deze ingewikkelde situatie, boekt betrokkene enige vooruitgang binnen de ingezette behandelmodules. Hij is goed in samenwerking met het behandelteam en houdt zich aan de regels en afspraken die gelden in de kliniek. Middels diverse behandelmethodes krijgt hij meer inzicht in zijn eigen gevoelens en behoeften. Betrokkene werkt hier gemotiveerd aan mee. Hij oefent zowel binnen als buiten de therapieën met het omzetten van de opgedane inzichten naar gedrag. Hierin is stapsgewijs vooruitgang te zien.
De begeleide verloven zijn in het voorjaar van 2023 opgestart en verlopen zonder bijzonderheden. Betrokkene houdt zich aan de afspraken en voorwaarden en vraagt uit zichzelf of begeleiders willen observeren hoe hij omgaat met situaties waarin kinderen voorkomen. Het opgestelde verlofstappenplan heeft hij inmiddels doorlopen, waarbij ook de begeleide netwerkverloven naar zijn broers naar ieders tevredenheid verlopen. [tbs-instelling] is voornemens om bij voortduren van de huidige inzet en vorderingen in de behandeling, zij het in een voorzichtig tempo, tegen de zomer van 2025 onbegeleide verloven aan te vragen. De verlofaanvraag wordt voorbereid.
Betrokkene toont inzet en motivatie en lijkt zich langzaamaan meer kwetsbaar op te kunnen stellen. Hij staat met de voorzichtige positieve ontwikkelingen nog aan het begin van het behandeltraject. Gezien de voorgeschiedenis is het de vraag in hoeverre het betrokkene zal lukken zich het geleerde eigen te maken en toe te passen. De negatief verlopen tbs met voorwaarden, de nog altijd aanwezige problematiek, het hoge recidiverisico in geval van beëindiging van de tbs-maatregel en de nog te zetten stappen voordat de maatregel op verantwoorde wijze kan worden opgeheven, maken dat [tbs-instelling] adviseert de tbs met dwangverpleging met twee jaar te verlengen.
Ter zitting heeft [deskundige] daaraan het volgende toegevoegd. Er wordt actief gezocht naar een vervolgkliniek die voldoet aan de zorgbehoefte en voldoende risicomanagement voor betrokkene. Daarbij is ook aandacht voor de kwaliteit van leven. Alle veranderingsgerichte behandelingen zijn ingezet of door betrokkene doorlopen. Het inzicht dat hij daardoor heeft gekregen, moet nu worden omgezet in gedrag. Dat gebeurt door de inzet van virtual reality en door verlofbewegingen. Daarnaast zal laagfrequent begeleidingscontact nodig blijven. Binnen enkele weken mag betrokkene met onbegeleid verlof. Als dat goed gaat, wordt dit uitgebreid en kan worden getoetst hoe betrokkene omgaat met meer ruimte en de afbouw van begeleiding. Er is langdurig toezicht nodig. Het is niet realistisch dat betrokkene alle te zetten stappen binnen een jaar heeft genomen.

4.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven.

5.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft ter zitting verklaard dat hij diverse therapieën heeft gevolgd en zijn best heeft gedaan om openheid van zaken te geven. Zijn gezondheid gaat achteruit en hij hoopt spoedig naar een vervolgkliniek te kunnen waar hem de juiste zorg kan worden geboden. Hij kijkt uit naar het onbegeleid verlof en leert omgaan met zijn stoornis. Gelet op zijn leeftijd en gezondheid heeft betrokkene verzocht de tbs met een jaar te verlengen.
De verdediging heeft verzocht de tbs met een jaar te verlengen. De tbs-instelling kan niet voldoen aan de zorgbehoefte van betrokkene. Daarom moet concreet en op kortere termijn worden gekeken naar een alternatief verblijf. Alle behandelingen gericht op gedragsverandering zijn doorlopen. Dat is reden om de tbs met slechts een jaar te verlengen.

6.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op het advies van de tbs-instelling wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium. De rechtbank stelt op grond van dit advies vast dat bij betrokkene nog steeds sprake is van een stoornis, te weten een pedofiele stoornis van het niet-exclusieve type en een andere gespecifieerde persoonlijkheidsstoornis met vermijdende en narcistische trekken. Het recidiverisico wordt - bij het wegvallen van het kader - nog steeds ingeschat als hoog. Verder overweegt de rechtbank dat de maatregel is opgelegd in verband met een veroordeling voor misdrijven die waren gericht tegen of gevaar veroorzaakten voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen verlenging van de maatregel vereist en dat dus is voldaan aan het wettelijk criterium voor verlenging van de tbs.
Met betrekking tot de vraag of de tbs met één of met twee jaar moet worden verlengd, overweegt de rechtbank het volgende. Het uitgangspunt is dat, wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling meer tijd in beslag zal nemen dan een jaar, de tbs - behoudens bijzondere omstandigheden - moet worden verlengd met een termijn van twee jaar. De rechtbank stelt vast dat de tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs met twee jaar te verlengen, omdat - samengevat - de volgende stappen binnen het traject van betrokkene geleidelijk moeten plaatsvinden en dit niet binnen een jaar zal zijn afgerond.
Het is positief dat betrokkene actief zijn medewerking verleent aan de behandelingen en daarbij meer van zichzelf laat zien. Er is momenteel sprake van begeleid verlof en binnen enkele weken start het onbegeleid verlof. Betrokkene krijgt meer vrijheden en de tbs-instelling zal moeten monitoren hoe hij daarmee omgaat.
Ten aanzien van de termijn van de verlenging zal de rechtbank het advies van de tbs-instelling volgen. Betrokkene is nog volop bezig met zijn behandelingen. Vanwege de hardnekkigheid van de problematiek is voor de verdere behandeling en het resocialisatietraject nog ten minste twee jaar nodig.

7.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. V.M. Schotanus, voorzitter,
en mrs. C.H.W.M. Sterk en L.W. Louwerse, rechters,
in tegenwoordigheid van de griffier mr. J. van Biert,
en is uitgesproken ter openbare zitting op 2 juli 2025.
De oudste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.