Uitspraak
1.De zaak in het kort
2.De procedure
- de conclusie van antwoord van 5 januari 2025
- de conclusie van repliek van 5 februari 2025
- de conclusie van dupliek van 3 maart 2025
3.De feiten
4.Het geschil
5.De beoordeling
‘Verder zijn nog de kostendeclaraties te vergoeden ad € 619,26’.[werkneemster] geeft verder geen nadere onderbouwing van de onkosten.
.Doordat niet de gehele vordering van [werkneemster] wordt toegewezen, is het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief. De kantonrechter zal het bedrag dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief passend bij de toegewezen hoofdsom. Daarom zal een bedrag van € 925,52 worden toegewezen. Omdat [werkneemster] niet heeft gesteld dat de schade (de buitengerechtelijke incassokosten) al eerder dan op de datum van de dagvaarding is geleden, zal de gevorderde rente worden toegewezen vanaf de dag van dagvaarding.
6.De beslissing
€ 3.707,86 bruto ter zake van een vergoeding voor de opgebouwde, maar niet opgenomen vakantiedagen en een bedrag van € 3.971,68 bruto ter zake van een vergoeding voor pensioen,