ECLI:NL:RBZWB:2025:4012

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
C/02/435650 / FA RK 25-2616
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening zorgmachtiging voor betrokkene met bipolaire stemmingsstoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 12 juni 2025 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden aan betrokkene, geboren in 1983, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een bipolaire stemmingsstoornis en mogelijk ook aan ASS, wat leidt tot ernstig nadeel voor hemzelf en zijn omgeving. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgprofessionals aanwezig waren. De rechtbank heeft in haar beoordeling rekening gehouden met het gebrek aan ziekte-inzicht bij betrokkene en de noodzaak van verplichte zorg, aangezien er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, inclusief het toedienen van medicatie, medische controles, en beperkingen in de bewegingsvrijheid. De machtiging is van kracht tot en met 12 juni 2026.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/435650 / FA RK 25-2616
Datum uitspraak: 12 juni 2025
Beschikking zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1983 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat: mr. E.S. van Aken te Zierikzee.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 22 mei 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 12 juni 2025 op het thuisadres van betrokkene. Daarbij zijn verschenen en gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] , verpleegkundig specialist;
- de heer [naam 2] , sociaal psychiatrisch verpleegkundige (hierna: SPV’er);
- de heer [naam 3] , vader van betrokkene.

2.Wat vaststaat

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 6 december 2024 is ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging verleend tot en met 6 juni 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie.
4.
De standpunten
4.1.
Betrokkene benoemt tijdens de mondelinge behandeling dat de zorgmachtiging wat hem betreft kan worden verleend, omdat er volgens hem geen andere opties zijn. Hij vindt het wel jammer dat er de afgelopen tijd nog maar weinig stappen zijn gezet. Ook merkt hij (nog) niets van de medicatie, behalve dat hij er erg passief en afgevlakt door wordt. Buiten de zorg voor zijn pasgeboren dochtertje [naam 4] komt betrokkene daardoor naar eigen zeggen tot niets en dat zou hij graag anders zien. Tot slot benoemt betrokkene dat hij zonder zorgmachtiging geen medicatie zal innemen.
4.2.
De advocaat benoemt dat er sprake is van een psychische stoornis bij betrokkene, in de vorm van een hoofd- en bij-component, namelijk de bipolaire stemmingsstoornis en mogelijk ook ASS. Over deze laatste mogelijke stoornis is de afgelopen tijd nog niet meer duidelijkheid ontstaan en daarom heeft betrokkene het gevoel dat er nog vrijwel geen stappen zijn gezet. Voorts benoemt de advocaat dat er sprake kan zijn van het in het zorgplan opgenomen ernstig nadeel. De advocaat acht het echter niet voorzienbaar dat betrokkene de komende tijd zal decompenseren en weer moet worden opgenomen. Gelet daarop is het te prematuur om nu de zorgvormen het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie in de zorgmachtiging op te nemen. Er kan worden volstaan met de zorgvormen het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, voor de duur van twaalf maanden. Indien nodig kan voor het opschalen van de zorgvormen om een wijziging van de zorgmachtiging worden verzocht.
4.3.
De verpleegkundig specialist benoemt dat er bij betrokkene sprake is van een bipolaire stemmingsstoornis met manische episoden. Gedurende deze episoden kan betrokkene zich meer afgevlakt en somber voelen. Daar is op dit moment sprake van. Daarnaast vertoont betrokkene kenmerken van ASS. Dit is nog niet nader onderzocht. Onder invloed van de stoornis kan betrokkene gedrag vertonen dat tot ernstig nadeel leidt voor hemzelf en zijn omgeving. Daarbij kan betrokkene contact vermijden en ook heeft hij geen ziekte-inzicht. Dat is zorgelijk, zeker nu hij meerdere dagen per week de zorg voor zijn pasgeboren dochtertje draagt. Er is de afgelopen tijd ingezet op medicatie voor de stabilisatie van het toestandsbeeld van betrokkene en het in contact komen met betrokkene. Het verdere effect van de medicatie moet nog worden afgewacht. Voor de komende tijd zijn dan ook in ieder geval de zorgvormen het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten noodzakelijk. Nu betrokkene begin dit jaar nog opgenomen heeft verbleven en eventuele toekomstige wijzigingen in de medicatie een negatief effect kunnen hebben waardoor betrokkene zou kunnen decompenseren en een opname noodzakelijk kan zijn, zijn ook de zorgvormen het beperken van de bewegingsvrijheid en het opnemen in een accommodatie noodzakelijk.
4.4.
De SPV’er benoemt in aanvulling op de verpleegkundig specialist dat de psychische stoornis van betrokkene een grote kwetsbaarheid betreft en dat deze door diverse zaken kan worden aangewakkerd. Op dit moment is er nog geen diagnose ASS gesteld. Naast dat daar een wachtlijst voor geldt en betrokkene onvoldoende energie heeft voor het daarvoor benodigde onderzoek, zal een eventuele diagnose ook niet direct een meerwaarde zijn voor de behandeling van betrokkene. Er is immers geen medicatie voor autisme en voor psycho-educatie of training heeft betrokkene op dit moment te weinig energie. De komende tijd zal de focus daarom nog moeten liggen op het verder stabiliseren van het toestandsbeeld van betrokkene en het vergroten van zijn ziekte-inzicht. Ook kan de medicatie van betrokkene de komende tijd nader worden onderzocht en eventueel worden aangepast, echter betrokkene zal deze medicatie eerst een langere periode moeten innemen voordat duidelijk wordt wat het effect daarvan is. Daarbij benoemt de SPV’er dat betrokkene zelf eerlijk aangeeft dat hij de medicatie zonder zorgmachtiging niet zal blijven innemen. Dit maakt dat het verplichte kader de komende tijd nog nodig zal zijn.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken is het de rechtbank gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten bipolaire stemmingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Betrokkene is bekend met een ongespecificeerde bipolaire stemmingsstoornis met maniforme ontregelingen. Daarnaast vertoont betrokkene kenmerken van ASS. Dit is door of namens betrokkene niet betwist.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- ernstige verstoorde ontwikkeling;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.4.
De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene ten tijde van een maniforme ontregeling grensoverschrijdend, verward en agressief gedrag kan vertonen. In ontregelde toestand is betrokkene niet in staat om deel te nemen aan het sociaal maatschappelijk leven. Zo heeft betrokkene eerder een televisie vernield in een hotelkamer en heeft hij zijn werkgever geslagen. Ook heeft betrokkene eerder roekeloos gereden en daarbij schade veroorzaakt. Daarnaast heeft hij eerder het huis van zijn ouders verbouwd door meubels te verplaatsen en op elkaar te zetten. Er zijn tot slot zorgen over de mate waarin betrokkene kan voorzien in de benodigde zorg en opvoeding voor zijn pasgeboren dochter.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank neemt hierbij in overweging dat er bij betrokkene sprake is van onvoldoende ziektebesef en -inzicht, en dat betrokkene terughoudend kan zijn in het contact met de hulpverlening en niet volledig openstaat voor de benodigde behandeling en medicatie. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid,
ingeval van opname;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- het opnemen in een accommodatie,
indien behandeling in het ambulant kader niet langer toereikend is.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.9.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden, met ingang van heden en tot en met 12 juni 2026.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor [betrokkene] , geboren op [geboortedag] 1983 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in 5.6. staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
12 juni 2026.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2025 door mr. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. De Haas, griffier en op schrift gesteld op 26 juni 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.