Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
2.Wat vaststaat
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
12 juni 2026;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 12 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1982. De rechtbank heeft de aanvraag van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden toegewezen. Dit verzoek was gebaseerd op de psychische stoornis van betrokkene, die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene in het verleden meerdere keren is opgenomen vanwege psychotische ontregelingen en dat hij momenteel niet in staat is om vrijwillig mee te werken aan de benodigde behandeling. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2025 heeft betrokkene aangegeven dat het goed met hem gaat, maar dat hij de noodzaak van medicatie niet inziet. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er ernstig nadeel kan ontstaan voor betrokkene en zijn omgeving zonder verplichte zorg. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, met inachtneming van de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft andere verzochte zorgvormen, zoals toezicht en het onderzoeken van de woonruimte, afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 12 juni 2026.