ECLI:NL:RBZWB:2025:4013

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
27 juni 2025
Zaaknummer
C/02/435810 / FA RK 25-2686
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis

Op 12 juni 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een zorgmachtiging voor betrokkene, geboren in 1982. De rechtbank heeft de aanvraag van de officier van justitie om een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden toegewezen. Dit verzoek was gebaseerd op de psychische stoornis van betrokkene, die lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene in het verleden meerdere keren is opgenomen vanwege psychotische ontregelingen en dat hij momenteel niet in staat is om vrijwillig mee te werken aan de benodigde behandeling. Tijdens de mondelinge behandeling op 12 juni 2025 heeft betrokkene aangegeven dat het goed met hem gaat, maar dat hij de noodzaak van medicatie niet inziet. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er ernstig nadeel kan ontstaan voor betrokkene en zijn omgeving zonder verplichte zorg. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, met inachtneming van de noodzakelijke vormen van verplichte zorg, zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft andere verzochte zorgvormen, zoals toezicht en het onderzoeken van de woonruimte, afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk werden geacht. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, tot en met 12 juni 2026.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/435810 / FA RK 25-2686
Datum uitspraak: 12 juni 2025
Beschikking zorgmachtiging aansluitend op een zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor:
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1982 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat: mr. S. van de Voorde te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 26 mei 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 12 juni 2025 op het thuisadres van betrokkene. Daarbij zijn verschenen en gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat;
- mevrouw [naam 1] en de heer [naam 2] , sociaal psychiatrisch verpleegkundigen (in opleiding), hierna: SPV’ers.

2.Wat vaststaat

2.1.
Bij beschikking van deze rechtbank van 19 juni 2024 is ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging verleend tot en met 19 juni 2025.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank om ten aanzien van betrokkene een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van twaalf maanden met de volgende vormen van verplichte zorg:
- het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat het de afgelopen tijd, na een wat mindere periode waarin hij niet meer in de beschermde woning kon verblijven en een tijd bij [stichting] heeft verbleven, wel goed met hem gaat. Hij woont nu sinds 1,5 maand in zijn eigen woning en is daar erg blij mee. Ook gaat hij geregeld naar [organisatie] om daar mensen te ontmoeten en met mensen te praten. De zorgmachtiging kan wat betrokkene betreft worden verleend. Hij begrijpt dat dit wordt gevraagd, maar merkt er tegelijkertijd erg weinig van. Ook zou hij graag zien dat de medicatie vanwege de bijwerkingen op termijn wordt aangepast of afgebouwd.
4.2.
De advocaat van betrokkene stemt namens betrokkene in met de verzochte zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden. Het gaat nu goed met betrokkene en hij vindt het fijn dat er een zorgmachtiging is om te voorkomen dat het bergafwaarts met hem gaat en hij alles weer kwijtraakt, en zodat hij zijn leven steeds verder kan opbouwen. Daarbij komt betrokkene de afspraken met het FACT-team goed na. Dit kan op de huidige wijze worden voortgezet. In de zorgmachtiging kunnen daarom de zorgvormen het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten worden opgenomen. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is niet aan de orde en de overige verzochte verplichte zorgvormen zijn niet voorzienbaar nu deze zien op een verplichte opname en betrokkene al een lange tijd niet meer verplicht opgenomen is geweest.
4.3.
De SPV’ers (in opleiding) brengen naar voren dat er sprake is van een psychische stoornis bij betrokkene in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen. Als gevolg daarvan kan er sprake zijn van ernstig nadeel voor betrokkene zelf of zijn omgeving. Zo is betrokkene de afgelopen jaren diverse keren opgenomen geweest vanwege psychotische ontregelingen nadat hij was gestopt met het innemen van medicatie. Ook kan betrokkene vanwege diverse incidenten niet meer in een beschermde woning wonen. Inmiddels verblijft betrokkene al enige tijd in zijn eigen woning. Om ervoor te zorgen dat dit goed blijft gaan, is het van groot belang dat er de komende tijd zicht blijft op betrokkene. Zonder zorgmachtiging onttrekt betrokkene zich echter aan de zorg en neemt hij zijn medicatie niet in. Betrokkene ziet daar de noodzaak niet van in. Daarbij komt dat ook de somatische aandoeningen van betrokkene, te weten zijn diabetes en vitaminetekorten, goed in de gaten moeten worden gehouden, nu betrokkene dit zelf niet doet en de ernst daarvan niet inziet. De inzet van medicatie zal de komende tijd een aandachtspunt blijven en kan nader worden onderzocht. Gelet op het voorgaande zijn de zorgvormen het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen aan de orde. Deze laatste zorgvorm is nodig voor de somatische klachten van betrokkene. Ook de zorgvorm het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten dient in de zorgmachtiging te worden opgenomen. De zorgvormen het uitoefenen van toezicht op betrokkene en het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen zijn niet meer aan de orde. Volgens de SPV’ers (in opleiding) is het zorgplan al hierop aangepast. Het aangepaste zorgplan is niet meer aan de rechtbank overgelegd.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken is het de rechtbank gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen en neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autisme spectrumstoornissen). Betrokkene is bekend met acute paranoïde psychoses in het kader van schizofrenie alsmede een autismespectrumstoornis. De rechtbank ziet geen aanleiding om aan de door de onafhankelijke psychiater in de medische verklaring en door de SPV’ers (in opleiding) ter gelegenheid van de mondelinge behandeling benoemde psychische stoornis te twijfelen.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige immateriële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat betrokkene onder invloed van een ander raakt;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
De rechtbank neemt hierbij onder andere in aanmerking dat betrokkene in geval van een psychotische ontregeling betrokkene vanuit angst en achterdocht verbaal en fysiek agressief kan worden, waarbij betrokkene wantrouwend is en snel overprikkeld raakt. Als gevolg hiervan hebben zich diverse incidenten voorgedaan waardoor betrokkene niet langer in een beschermde woning kon verblijven. Ook kan betrokkene in ontregelde toestand zwerfgedrag vertonen, zorg mijden en zichzelf verwaarlozen.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Het is de rechtbank gebleken dat betrokkene onvoldoende intrinsieke motivatie heeft om vrijwillig mee te werken aan de benodigde behandeling en de inzet van de noodzakelijk geachte medicatie. Betrokkene kan onder invloed van de bovengenoemde stoornis zorg mijdend zijn en beschikt over onvoldoende ziektebesef en -inzicht. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.7.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de zitting van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles en andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg, te weten ‘het uitoefenen van toezicht op betrokkene’ en ‘het onderzoeken van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht nu het niet in de lijn der verwachting ligt dat betrokkene de komende tijd zal moeten worden opgenomen, en de zorgvorm ‘het opnemen in een accommodatie’ evenmin is verzocht. Ook acht de rechtbank het ‘beperken van de communicatiemiddelen’ onder de zorgvorm ‘het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten’ niet noodzakelijk. De rechtbank zal deze vormen van verplichte zorg dan ook afwijzen. Daarbij gaat de rechtbank ervan uit dat het zorgplan dienovereenkomstig is of zal worden aangepast, zoals door de SPV’ers (in opleiding) ter gelegenheid van de mondelinge behandeling is toegelicht.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.
5.10.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van twaalf maanden, met ingang van heden en tot en met 12 juni 2026.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor [betrokkene] , geboren op [geboortedag] 1982 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen die in 5.7. staan kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
12 juni 2026;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 12 juni 2025 door mr. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. De Haas, griffier en op schrift gesteld op 26 juni 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.