Beoordeling door de rechtbank
Totstandkoming van het bestreden besluit
3. Eiser is een eigen bijdrage verschuldigd voor verleende zorg op grond van de Wmo 2015. Het CAK heeft deze bijdrage berekend aan de hand van de norm voor een alleenstaande. Eiser heeft op 22 december 2023 doorgegeven dat hij vanaf 5 december 2018 samenwoonde met zijn partner. Het CAK heeft vervolgens de eigen bijdrage gecorrigeerd en eiser vanaf februari 2021 vrijgesteld voor het betalen van deze bijdrage. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, waarna het CAK is overgegaan tot het nemen van het bestreden besluit.
4. Eiser heeft aangevoerd dat hij het onterecht vindt dat het herzien van de eigen bijdrage beperkt is tot 36 maanden. Ten tijde van het gaan samenwonen met zijn partner speelde er veel in zijn leven. Eisers zoon, die bij zijn ex-partner verbleef, was suïcidaal en werd uit huis geplaatst. Ook is eiser mantelzorger voor zijn moeder. In die periode had zijn moeder haar rug gebroken, waardoor er meer zorg bij eiser terecht kwam. Later heeft zijn moeder longkanker gekregen, ook is zij hartpatiënt met COPD en osteoporose. Eiser heeft verder aangevoerd dat hij afgekeurd is door het UWV wegens psychische beperkingen. Door deze omstandigheden heeft eiser moeite gehad om het overzicht te bewaren en is hij vastgelopen op financieel en administratief vlak. Daarom is het niet gelukt om tijdig door te geven dat hij samenwonend was. Ook was eiser niet op de hoogte van de regels over de eigen bijdrage. Eiser is van mening dat het CAK vanwege deze omstandigheden gebruik moet maken van de uitzonderingsmogelijkheid om de eigen bijdrage met terugwerkende kracht over meer dan 36 maanden te herzien.
Motivering van het bestreden besluit
5. Het CAK heeft zich op het standpunt gesteld dat er op grond van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 (Uitvoeringsbesluit) geen reden is om met terugwerkende meer dan 36 maanden te corrigeren. Het CAK heeft de wijziging (naar samenwonend) niet automatisch doorgekregen in het systeem. De verantwoordelijkheid om wijzigingen door te geven ligt bij eiser. Het CAK heeft meerdere brieven gestuurd waarin duidelijk staat aangegeven dat eiser alleenstaand is en dat eiser contact op moest nemen als er wijzigingen in zijn woonsituatie waren. Indien eiser tijdelijk of voor langere tijd niet in staat was om zijn belangen te behartigen, had het op zijn weg gelegen om een bewindvoerder of zaakwaarnemer aan te stellen. Daarbij geldt ook dat de ex-partner van eiser verantwoordelijkheid droeg om de eigen bijdrage te betalen en te onderzoeken of er mogelijk sprake is van een vrijstellingsgrond van de eigen bijdrageplicht. Tot slot is er geen reden om toepassing te geven aan artikel 5 van de Beleidsregels CAK termijnen eigen bijdrage Wlz en Wmo 2015 (Beleidsregels), nu eiser verweten kan worden dat hij niet gemeld heeft dat hij samenwoonde.
Waar gaat deze zaak over?
6. Niet in geschil is dat eiser vanaf 5 december 2018 samenwonend was en daardoor ten onrechte de eigen bijdrage voor alleenstaande heeft betaald. Nadat eiser zijn samenwonende status heeft gemeld heeft het CAK de bijdrage gecorrigeerd vanaf februari 2021. Het onderhavige beroep ziet op de periode van 5 december 2018 tot februari 2021. Daarbij moet beoordeeld worden of het CAK, gelet op hetgeen eiser heeft aangevoerd, in redelijkheid kon afzien van de bevoegdheid om te herzien met terugwerkende kracht over meer dan 36 maanden.
7. Ingevolge artikel 3.6, tweede lid, van het Uitvoeringsbesluit wordt de bijdrage gerestitueerd over ten hoogste 36 maanden voor de maand waarin het besluit, waarmee de bijdrage is herzien, aan de cliënt is verzonden.
In artikel 3.6, zesde lid, van het Uitvoeringsbesluit is bepaald dat het CAK uit eigen beweging of aanvraag van de cliënt, een eigen bijdrage kan herzien en restitueren over meer dan 36 maanden, indien het CAK van oordeel is dat het verzuim om de bijdrage te herzien:
het gevolg is van een ernstige tekortkoming of vertraging in de vaststelling van de gegevens, de gegevensuitwisseling of de verwerking daarvan die noodzakelijk zijn voor het herzien van de bijdrage; en
de tekortkoming of vertraging, bedoeld onder a, niet aan de verzekerde te wijten is.
In artikel 4, eerste lid, van de Beleidsregels is bepaald dat de verwijtbaarheid niet aanwezig wordt geacht in de volgende gevallen:
De verzekerde of cliënt heeft met succes rechtsmiddelen aangewend om tot correctie te komen van de gegevens die noodzakelijk zijn voor het herzien van de eigen bijdrage;
De gegevens die noodzakelijk zijn voor het herzien van de eigen bijdrage zijn binnen de reguliere herzieningstermijn ontvangen doch niet verwerkt door het CAK;
De verzekerde of cliënt heeft binnen de reguliere herzieningstermijn uit eigen beweging het CAK geïnformeerd over een foutieve eigen bijdrage en het CAK heeft hier onvoldoende of inadequaat op gereageerd, waar in geval van voldoende of adequate reactie van het CAK dit geleid zou hebben tot een restitutie over de betrokken maanden;
De Wlz-uitvoerder of de gemeente heeft het CAK geïnformeerd over het met terugwerkende kracht intrekken van zorggegevens zoals respectievelijk bedoeld in artikel 3.3.1.3, vierde lid, onderdeel b, van het Blz en artikel 3.3, vierde lid, onderdeel b van het Uvb met dien verstande dat er geen sprake is van zorg.
De belastingdienst heeft het CAK geïnformeerd over het vaststellen van een nieuw gegeven zoals bedoeld in artikel 3.3.1.3, vierde lid onderdeel a, van het Blz en artikel 3.3, vierde lid, onderdeel a, van het Uvb met dien verstande dat het nieuwe gegeven niet het gevolg is van een te late aangifte indien de verzekerde of cliënt aangifteplichtig is.
In artikel 5, eerste lid, van de Beleidsregels is bepaald dat in geval zich een omstandigheid voordoet die niet in de voorgaande artikelen is beschreven en het CAK van oordeel is dat die omstandigheid als een ernstige tekortkoming en/of vertraging die niet aan de verzekerde of cliënt te wijten is of als bijzondere of verzwarende omstandigheid voor de verzekerde of cliënt kan worden aangemerkt, dan kan het CAK deze omstandigheid betrekken in zijn besluit tot het verminderen van de vaststellings- en/of herzieningstermijn of het niet verschuldigd verklaren van de eigen bijdrage of verruimen van de herzieningstermijn in geval van restituties.
8. Ter zitting en uit het beroepschrift is gebleken dat eiser zelf zijn post opende en (deels) las. De rechtbank overweegt dat uit de brieven van het CAK aan eiser voldoende duidelijk blijkt dat eiser als alleenstaande was aangemerkt. Eiser werd er in deze brieven ook op gewezen dat hij (telefonisch) contact op moest te nemen als de gegevens niet klopten. Van eiser mocht ondanks zijn persoonlijke en moeilijke omstandigheden verwacht worden dat hij zijn post goed leest of dat hij iemand inschakelt om hem daarin bij te staan.
8.1.Nu eiser heeft nagelaten om de wijziging eerder door te geven, terwijl dit redelijkerwijs wel van hem verlangd kon worden, is er geen sprake van een situatie die niet aan eiser te wijten is, mede gelet op artikel 4, eerste lid, van de Beleidsregels. Er kan gelet op deze verwijtbaarheid ook geen toepassing gegeven worden aan artikel 5, eerste lid, van de Beleidsregels. Het CAK heeft de wet en het beleid op een juiste wijze toegepast. Hoewel de rechtbank begrip heeft voor de lastige situatie en het standpunt van eiser, komt zij gelet op het voorgaande tot de conclusie dat het CAK redelijkerwijs kon afzien van de bevoegdheid om met terugwerkende kracht over meer dan 36 maanden te herzien.