Uitspraak
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2013, hierna te noemen: [minderjarige] .
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
Cliënt is moegestreden en hij heeft na lang wikken en wegen met pijn in zijn hart besloten de door hem ervaren strijd op te geven en zijn verzoek in te trekken, zodat alle partijen rust krijgen.” Uit de gekozen formulering blijkt naar het oordeel van de rechtbank niet dat de man voornemens was om slechts voor beperkte tijd een stap terug te zetten. In de praktijk heeft hij op geen enkele manier contact opgenomen met [minderjarige] of met de vrouw, terwijl dat bij voorbeeld via zijn voormalige advocaat mogelijk was geweest. Ook nu nog stelt de man het opnemen van contact met [minderjarige] afhankelijk van onzekere toekomstige gebeurtenissen, als het opzetten van een eigen bedrijf. In deze omstandigheden oordeelt de rechtbank dat aan het enkele feit dat de man ter zitting is verschenen niet zoveel gewicht kan worden toegekend dat daaruit blijkt dat hij inhoud kan en wil geven aan het ouderlijk gezag over [minderjarige] . [minderjarige] is nu twaalf jaar en de man heeft haar sinds ze zes of zeven jaar was, voornamelijk als gevolg van zijn eigen keuzes, niet meer gezien of gesproken. De man kan daarom op dit moment niet oordelen welke gezagsbeslissingen in het belang van [minderjarige] zijn. Het verzoek van de vrouw om haar alleen met het gezag te belasten zal dan ook worden toegewezen.
6.De beslissing
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.