ECLI:NL:RBZWB:2025:4193
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een woning in Goes
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 juli 2025, wordt het beroep van de belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 21 november 2023 beoordeeld. De heffingsambtenaar had de WOZ-waarde van de woning aan de [adres 1] vastgesteld op € 283.000 per 1 januari 2022, en had het bezwaar van de belanghebbende ongegrond verklaard. De rechtbank heeft het beroep op 5 juni 2025 behandeld, waarbij de heffingsambtenaar en de gemachtigde van de belanghebbende aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de waarde van de woning niet te hoog is vastgesteld. De heffingsambtenaar heeft een taxatierapport overgelegd, waarin de waarde van de woning op basis van vergelijkingsmethode is vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat de referentiewoningen voldoende vergelijkbaar zijn en dat de heffingsambtenaar voldoende rekening heeft gehouden met de verschillen tussen de woning en de referentiewoningen. De rechtbank wijst de argumenten van de belanghebbende af, waaronder de claims over de gedateerde voorzieningen en het onderhoudsniveau van de woning.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen gehandhaafd blijven. De belanghebbende krijgt geen vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending.