Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] op 27 juli 2024, pagina’s 26 tot en met 28 van het eindproces-verbaal met nummer PL2300-2024122423;
- het proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] op 27 juli 2024, pagina 7 van voornoemd eindproces-verbaal;
- de bekennende verklaringen van verdachte, afgelegd bij de politie op 28 en 29 juli 2024, pagina’s 60 tot en met 67 en 80 tot en met 86 van het eindproces-verbaal.
op 27 juli 2024 te [plaats 1], tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van meerdere sieraden, waaronder gouden sieraden, door (al dan niet samen met zijn mededader)
- in te bellen op het telefoonnummer van die [slachtoffer 1] en daarbij zich voor te doen als politieambtenaar en tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat haar dochter had gezegd dat er waardevolle sieraden in het huis van die [slachtoffer 1] lagen en dat er daarom een risico was dat er zou worden ingebroken en dat er daarom een politiemedewerker zou komen om de sieraden op te halen en
- instructies te geven om de sieraden in een enveloppe te doen en de code te geven die die [slachtoffer 1] op de enveloppe moest schrijven en
- (vervolgens) naar de woning van die [slachtoffer 1] te gaan en daarbij de code op te noemen en tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij, de verdachte, de sieraden kwam ophalen en (vervolgens) de sieraden in ontvangst te nemen;
op 27 juli 2024 te [plaats 2], gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededaders voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] te bewegen tot de afgifte van enig goed, te weten de afgifte van een juwelenkistje, immers heeft verdachte en/of zijn mededaders
- zich voorgedaan als politieambtenaar en
- gevraagd aan die [slachtoffer 2] welk juwelenkistje hij mocht openen en
- het juwelenkistje verplaatst en het juwelenkistje geopend en sieraden uit dit juwelenkistje vastgepakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een werkstraf van 100 uren, subsidiair 50 dagen vervangende jeugddetentie, waarvan 60 uren, subsidiair 30 dagen vervangende jeugddetentie, voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar;
voorwaardelijke deelvan deze werkstraf
niet ten uitvoerwordt gelegd,
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
rechtswege de voorwaardengelden:
de tijddie verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in
voorarrestheeft doorgebracht
in minderingwordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde taakstraf
naar rato van 2 uur per dag;
hij op of omstreeks 27 juli 2024 te [plaats 1], in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 1] heeft bewogen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van meerdere sieraden, waaronder gouden sieraden, door (al dan niet samen met zijn mededader)
- in te bellen op het telefoonnummer van die [slachtoffer 1] en daarbij zich voor te doen als politieambtenaar en tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat haar dochter had gezegd dat er waardevolle sieraden in het huis van die [slachtoffer 1] lagen en dat er daarom een risico was dat er zou worden ingebroken en dat er daarom een politiemedewerker zou komen om de sieraden op te halen en/of
- instructies te geven om de sieraden in een enveloppe te doen en de code te geven die die [slachtoffer 1] op de enveloppe moest schrijven en/of
- (vervolgens) naar de woning van die [slachtoffer 1] te gaan en daarbij de code op te noemen en tegen die [slachtoffer 1] te zeggen dat hij, de verdachte, de sieraden kwam ophalen en/of (vervolgens) de sieraden in ontvangst te nemen;
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
hij op of omstreeks 27 juli 2024 te [plaats 2], gemeente Venlo, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, [slachtoffer 2] te bewegen tot de afgifte van enig goed, het verlenen van een dienst, het ter beschikking stellen van gegevens, het aangaan van een schuld en/of het teniet doen van een inschuld, te weten de afgifte van een juwelenkistje, immers heeft verdachte en/of zijn mededaders
- zich voorgedaan als politieambtenaar en/of
- gevraagd aan die [slachtoffer 2] welk juwelenkistje hij mocht openen en/of
- het juwelenkistje heeft verplaatst en/of het juwelenkistje heeft geopend en/of sieraden uit dit juwelenkistje heeft vastgepakt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
(art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)