Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
(echtscheiding)
(verdeling huwelijksgoederengemeenschap)
1.Het procesverloop
.De rechter heeft tijdens de mondelinge behandeling hiervan een terugkoppeling gegeven. De aanwezigen hebben hierop kunnen reageren.
2.De feiten
- [minderjarige 1], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag 1] 2016, hierna: [minderjarige 1];
- [minderjarige 2], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2018, hierna: [minderjarige 2];
- [minderjarige 3], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag 3] 2020, hierna: [minderjarige 3].
3.De verzoeken
Primair:te bepalen dat de kinderen eenmaal per veertien dagen bij de man verblijven van donderdagmiddag na schooltijd tot en met dinsdagochtend, waarbij de man de kinderen ophaalt van school en ze op dinsdagochtend naar school brengt, danwel, afhankelijk van het bepalen van het adres van inschrijving, dat de kinderen bij de vrouw verblijven van dinsdagmiddag na schooltijd tot en met de donderdagochtend in de daaropvolgende week, waarbij de man de kinderen ophaalt van school op donderdagmiddag na schooltijd en de kinderen op dinsdagochtend naar school brengt, alsmede dat de kinderen gedurende de helft van alle reguliere schoolvakanties en feestdagen bij de vrouw verblijven;
Subsidiair:te bepalen dat de kinderen eenmaal per veertien dagen van woensdagmiddag na schooltijd tot de daaropvolgende woensdagochtend bij de man verblijven, waarbij de man de kinderen haalt en brengt van en naar school, alsmede de helft van alle schoolvakanties en reguliere feestdagen;
Meer subsidiair:te bepalen dat de kinderen gedurende drie aaneengesloten weken bij de vrouw verblijven van woensdagmiddag na schooltijd tot en met maandagochtend, waarbij de vrouw de kinderen ophaalt uit school en hen op dinsdagochtend naar school brengt, alsmede de helft van alle reguliere schoolvakanties en feestdagen, danwel een regeling welke de rechtbank in goede justitie vermeent te behoren;
4.De standpunten
5.De beoordeling
17 februari 2026 PRO FORMA. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden tot voornoemde pro forma datum.
6.De beslissing
voorlopigrecht hebben op contact met elkaar eens in de twee weken van woensdagmiddag na school tot de week erop dinsdag naar school, waarbij de man de kinderen op woensdagmiddag bij de vrouw brengt en de vrouw het overige vervoer regelt, alsmede gedurende de helft van de vakanties en feestdagen, waarover de man en de vrouw samen verdere afspraken moeten maken;
17 februari 2026 PRO FORMAbij de rechtbank dient te worden ingediend, zulks onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift daarvan aan de raadslieden van partijen;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.