ECLI:NL:RBZWB:2025:4229

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 juni 2025
Publicatiedatum
3 juli 2025
Zaaknummer
C/02/435454 / JE RK 25-895
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Zuijdweg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van jeugdzorg

Op 17 juni 2025 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, geboren in 2020. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 22 december 2025, na een zorgvuldige afweging van de belangen van de minderjarige en de betrokken ouders. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de moeder van de minderjarige aanzienlijke vooruitgang heeft geboekt in haar opvoedingsvaardigheden en dat de thuissituatie voldoende veilig en stabiel is. Echter, de rol van de vader in het leven van de minderjarige blijft onduidelijk en vormt een ontwikkelingsbedreiging. De vader is moeilijk bereikbaar geweest voor de gecertificeerde instelling (GI) en er zijn zorgen over zijn middelengebruik. De kinderrechter heeft benadrukt dat er duidelijkheid moet komen over de betrokkenheid van de vader en dat de GI de omgang tussen de vader en de minderjarige moet monitoren. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat deze direct geldt, ook als er hoger beroep wordt ingesteld.

Uitspraak

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/435454 / JE RK 25-895
Datum uitspraak: 17 juni 2025
Beschikking van de kinderrechter over een verlenging ondertoezichtstelling
in de zaak van
de gecertificeerde instelling
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND, gevestigd te Middelburg,
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2020 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. W. Tiggelaar in Middelburg,
[de vader],
hierna te noemen de vader,
wonende in [woonplaats] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De kinderrechter neemt de volgende stukken mee in de beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, ontvangen op 12 mei 2025.
1.2.
De zitting met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 17 juni 2025. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder, bijgestaan door een tolk in de Poolse taal;
- een vertegenwoordiger van de GI.
Aan mevrouw [naam] , begeleidster van de moeder, is bijzondere toestemming verleend om de mondelinge behandeling als toehoorder bij te wonen.
Alhoewel behoorlijk opgeroepen is de vader niet verschenen.

2.De feiten

2.1.
De kinderrechter in deze rechtbank heeft bij beschikking van 22 juni 2023 [minderjarige] onder toezicht gesteld tot 22 juni 2024. De ondertoezichtstelling is de laatste keer verlengd tot 22 juni 2025.
2.2.
Bij beschikking van 19 juli 2023 is een spoedmachtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verleend met ingang van 19 juli 2023 en tot 2 augustus 2023.
2.3.
Bij beschikking van 28 juli 2023 is een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige] in een voorziening voor pleegzorg verleend met ingang van 2 augustus 2023 en tot 19 oktober 2023. Deze machtiging is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 22 juni 2024.
2.4.
Sinds 12 juni 2024 woont [minderjarige] weer bij de moeder.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] te verlengen voor de duur van zes maanden en de beslissing uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft het verzoek. Sinds juni 2024 verblijft [minderjarige] weer volledig bij haar moeder. De betrokkenheid van pleegzorg is beëindigd, mede doordat de moeder aantoonbaar en op duurzame wijze heeft laten zien over voldoende opvoedingsvaardigheden te beschikken. De hulpverlening vanuit [jeugdzorg 1] is om die reden afgesloten. De moeder ontvangt nog steeds begeleiding vanuit [jeugdzorg 2] . Deze begeleiding zal op korte termijn worden afgebouwd gelet op de positieve ontwikkeling in de thuissituatie. Er is sprake van een warme en betrokken relatie tussen de moeder en het voormalig pleeggezin. De moeder heeft ontzettend hard gewerkt en flinke stappen vooruit gezet. De moeder verdient daarvoor een compliment. Een verlenging van de ondertoezichtstelling is nog nodig omdat het perspectief van de rol van de vader in het leven van [minderjarige] niet duidelijk is. Vanaf juli c.q. augustus 2024 verloopt het contact tussen de vader en [minderjarige] wisselend. De vader is de afgelopen periode meerdere keren onbereikbaar geweest voor de GI. De communicatie met de vader is een periode lang gestagneerd en dit belemmert de inzet en voortgang van passende hulpverlening. Er vindt eenmaal in de week omgang tussen de vader en [minderjarige] plaats in het omgangshuis. Deze contactmomenten verlopen niet altijd goed; vader is geregeld te laat, is regelmatig niet consequent en niet voorspelbaar voor [minderjarige] . Vader loopt geregeld weg uit het bezoek en blijft dan een poos weg. Hulpverlening vraagt zich af of het bezoek niet te lang is voor zowel vader als [minderjarige] . Het lijkt alsof de vader aan de top zit van zijn kunnen in de opvoeding naar [minderjarige] toe. De vader stelt zich tijdens de omgangsmomenten niet altijd begeleidbaar op. Hij volgt adviezen niet op en wil zijn eigen zin doordrijven. Ook sluit hij onvoldoende aan bij de emotionele en pedagogische behoeften van [minderjarige] . Daarnaast zijn er (nog steeds) zorgen over het middelengebruik van de vader. Begin mei 2025 is de vader aangemeld voor MJD vanuit [jeugdzorg 2] . De vader heeft namelijk aangegeven dat het hem zwaar valt om in het hulpverleningstraject te participeren.
De GI heeft overwogen of een verlenging van de ondertoezichtstelling nog nodig is maar is na een belangenafweging toch tot die conclusie gekomen. De thuissituatie van de moeder is voor [minderjarige] voldoende veilig en stabiel, maar het ontbreken van duidelijkheid over de rol van de vader in het leven van [minderjarige] blijft een structurele ontwikkelingsbedreiging voor haar vormen. Er moet op korte termijn duidelijkheid en helderheid ontstaan over de betrokkenheid, beschikbaarheid en pedagogische draagkracht van de vader. De ondertoezichtstelling biedt het kader om de noodzakelijke regie te voeren over de ingezette en te starten hulpverlening aan de vader en om het contact met [minderjarige] zorgvuldig te blijven begeleiden. Door de aanmelding van de vader bij MJD kan er meer zicht ontstaan op de thuissituatie van de vader en kunnen eventuele knelpunten in en rondom zijn leefomgeving worden aangepakt.
4.2.
Door en namens de moeder wordt tijdens de mondelinge behandeling aangevoerd dat zij de afgelopen periode heel hard heeft gewerkt en grote stappen heeft gemaakt. Uit het verzoek van de GI blijkt dat de verlenging van de ondertoezichtstelling niet gericht is op enige zorgen rondom de moeder en haar opvoedsituatie thuis, maar dat een verlenging noodzakelijk is met het oog op de begeleide omgang tussen de vader en [minderjarige] . Eerder wilde de moeder niet dat er omgang tussen de vader en [minderjarige] plaatsvond omdat zij daar teveel zorgen over had. Inmiddels kan de moeder achter de begeleide bezoeken tussen de vader en [minderjarige] staan. [jeugdzorg 1] houdt goed zicht op deze bezoeken. Het feit dat er toch nog steeds vermoedens zijn van middelengebruik baart de moeder wel zorgen. Daarom vindt ze het belangrijk dat de begeleiding van de bezoeken blijft. De moeder voert geen verweer tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling met 6 maanden. Deze is nodig om goed zicht te krijgen op de omgang tussen de vader en [minderjarige] . Wel vindt de moeder het noodzakelijk dat de komende maanden duidelijkheid komt over deze omgang en dat daarna de ondertoezichtstelling niet nog eens verlengd hoeft te worden. De moeder merkt op dat [minderjarige] straks 5 jaar wordt en dan leerplichtig is. De GI moet dan ook kijken naar een andere dag waarop de omgang tussen de vader en [minderjarige] plaats gaat vinden, want een doordeweekse dag zal dan (in zijn geheel) niet meer mogelijk zijn. De moeder zelf staat nog steeds open voor hulpverlening. Zij heeft dan ook ingestemd met een verlenging van de inzet van IPT bij haar thuis. IPT zal voortaan nog één keer in de maand bij haar thuis komen. De moeder kan bij de IPT-er terecht met vragen en ze vindt het dan ook fijn dat de IPT voorlopig bij haar betrokken blijft.

5.De beoordeling

5.1.
De kinderrechter is van oordeel dat aan de voorwaarden voor een verlenging van de ondertoezichtstelling is voldaan. [1] De kinderrechter legt hieronder uit waarom.
5.2.
Allereerst wil de kinderrechter de moeder complimenteren met het feit dat zij de afgelopen periode hard heeft gewerkt. Zij heeft door middel van de hulpverlening flinke stappen gezet in het bieden van een stabiele thuissituatie voor [minderjarige] . Gebleken is dat het goed gaat met [minderjarige] bij de moeder thuis. De kinderrechter is van oordeel dat er nog steeds sprake is van een ontwikkelingsbedreiging bij [minderjarige] . Deze ontwikkelingsbedreiging is gelegen in het ontbreken van zicht op de rol van de vader in haar leven. Onduidelijk is of en zo ja, op welke wijze de vader een rol kan spelen in het leven van [minderjarige] . Het contact tussen de vader en [minderjarige] is de afgelopen maanden te wisselend geweest door de houding van de vader. Hij is een aantal maanden heel moeilijk bereikbaar geweest voor de GI. Er zijn nauwelijks stappen gezet in het monitoren van de omgangsregeling, terwijl het noodzakelijk is dat er duidelijkheid komt over de omgang en dat er moet worden toegewerkt naar een definitieve omgangsregeling tussen de vader en [minderjarige] . De kinderrechter hoopt dat de aanmelding van de vader bij MJD van [jeugdzorg 2] helpend voor de vader gaat zijn. De kinderrechter betreurt het dat de vader niet is verschenen tijdens de mondelinge behandeling om zijn visie op het geheel te kunnen geven. De kinderrechter vindt het van belang dat er drugstesten worden afgenomen bij de vader om zo zicht te krijgen op zijn eventuele middelengebruik en de invloed daarvan op zijn gedrag. [minderjarige] wordt in september 5 jaar. Momenteel vindt de omgang tussen de vader en [minderjarige] plaats op een doordeweekse dag van 10 uur tot 16 uur. Dit is vanaf het moment dat [minderjarige] 5 jaar is en leerplichtig, niet meer mogelijk. De kinderrechter geeft de GI dan ook mee om te kijken naar een andere invulling van de omgang tussen de vader en [minderjarige] . Het is aan de GI om de komende 6 maanden de omgang tussen de vader en [minderjarige] te monitoren en, voor zover mogelijk, vast te omlijnen. Daarnaast is het belangrijk dat de GI de komende 6 maanden een borgingsplan opstelt om zo toe te kunnen werken naar overdracht van de hulpverlening naar het vrijwillig kader. De kinderrechter zal het verzoek van de GI dan ook toewijzen en de ondertoezichtstelling verlengen voor de duur van 6 maanden tot 22 december 2025.
5.3.
De kinderrechter verklaart de beslissing uitvoerbaar bij voorraad, zoals is verzocht. Dat wil zeggen dat de beslissing direct geldt, ook als iemand in hoger beroep gaat.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
verlengt de ondertoezichtstelling van [minderjarige] tot 22 december 2025;
6.2.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 juni 2025 door mr Zuijdweg, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. Duerink-Bottinga als griffier, en op schrift gesteld op 1 juli 2025.
Tegen eindbeslissingen in deze beschikking is hoger beroep mogelijk bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch. Hiervoor is een advocaat nodig. Wie kunnen hoger beroep instellen:
  • degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.

Voetnoten

1.Artikel 1:260 BW.