In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juni 2025 een zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden aan betrokkene, die lijdt aan een psychische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. De rechtbank oordeelt dat er geen reden is om te twijfelen aan de medische verklaring en de toelichting van de psychiaters, ondanks de ontkenning van betrokkene dat er iets met hem aan de hand is. Betrokkene heeft een voorgeschiedenis van psychotische episodes en is recentelijk psychotisch geraakt door het staken van zijn medicatie. De rechtbank concludeert dat er ernstig nadeel kan ontstaan, waaronder levensgevaar en maatschappelijke teloorgang, als betrokkene niet onder verplichte zorg wordt geplaatst.
De officier van justitie had verzocht om een zorgmachtiging voor twaalf maanden, met verschillende vormen van verplichte zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. Betrokkene heeft tijdens de procedure zijn twijfels geuit over zijn diagnose en de noodzaak van de zorgmachtiging, maar de rechtbank heeft deze argumenten niet overtuigend geacht. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien betrokkene geen ziektebesef heeft en niet bereid is om medicatie te gebruiken. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend, met de verwachting dat dit noodzakelijk is om de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren en om ernstig nadeel te voorkomen.