ECLI:NL:RBZWB:2025:4287
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke procedure betreffende omgevingsvergunning voor appartementsgebouwen
In deze zaak heeft verzoeker bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Waalwijk, dat op 10 september 2024 een omgevingsvergunning heeft verleend voor de realisatie van drie appartementsgebouwen. Verzoeker heeft daarnaast de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening. Op 15 april 2025 heeft verzoeker zijn verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken en verzocht om het college te veroordelen in de proceskosten. De voorzieningenrechter heeft het college in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek, maar het college heeft hierop niet gereageerd.
De voorzieningenrechter heeft zonder zitting uitspraak gedaan op het verzoek om proceskostenveroordeling. In de beoordeling heeft de voorzieningenrechter vastgesteld dat het college niet tegemoet is gekomen aan het verzoek om voorlopige voorziening, omdat er nog geen nieuw besluit was genomen dat aan de bezwaren van verzoeker tegemoetkwam. Het college had in een brief van 20 februari 2025 aangegeven dat het bestreden besluit in de nog te nemen beslissing op bezwaar zou worden herroepen, maar dit besluit was op het moment van intrekking nog niet genomen. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om vergoeding van de proceskosten afgewezen.
Wel heeft de voorzieningenrechter besloten om het griffierecht aan verzoeker terug te laten betalen, omdat vergunninghoudster in een brief had aangegeven voorlopig geen plannen te hebben om te beginnen met de werkzaamheden. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, voorzieningenrechter, en is openbaar gemaakt op 7 juli 2025.