ECLI:NL:RBZWB:2025:4292
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van verzoek om vergoeding van scholingskosten door het UWV
Op 3 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. M.A.T. Sick, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser had een aanvraag ingediend voor vergoeding van scholingskosten, maar het UWV had deze aanvraag afgewezen. Eiser was van mening dat de afwijzing onterecht was en voerde verschillende beroepsgronden aan.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat eiser in 2011 was begonnen met de opleiding tot docent aardrijkskunde, maar dat hij ziek uit dienst was gegaan en sinds 1 augustus 2024 een uitkering op grond van de Ziektewet ontving. Eiser had op 7 november 2024 om vergoeding van de scholingskosten gevraagd, maar het UWV had geweigerd deze te vergoeden. De rechtbank oordeelde dat volgens de Beleidsregels scholing en voorwaarden vergoedingen scholingskosten UWV 2024, de noodzaak van de studie voorafgaand aan de scholing vastgesteld moest worden. Aangezien eiser de opleiding al was gestart voordat hij om vergoeding vroeg, voldeed hij niet aan deze voorwaarde.
De rechtbank concludeerde dat er geen reden was om af te wijken van het beleid van het UWV, en dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en hij kreeg geen proceskostenvergoeding of griffierecht terugbetaald. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter R.J.H. van der Linden, in aanwezigheid van griffier A.J.M. van Hees.