ECLI:NL:RBZWB:2025:4298
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- N. van der Ploeg-Hogervorst
- G.H. Nomes
- L.W. Boogert
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vordering gevangenhouding in strafzaak met ernstige bezwaren en maatschappelijke veiligheid
Op 8 juli 2025 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Middelburg uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die op 1 juli 2025 een bevel tot bewaring had gekregen. De officier van justitie had gevorderd om de verdachte voor 90 dagen in gevangenhouding te nemen. De verdediging verzocht om afwijzing van deze vordering en om schorsing van de voorlopige hechtenis. De rechtbank heeft het strafdossier bestudeerd en de officier van justitie, de verdachte en de raadsman gehoord.
De rechtbank concludeerde dat de ernstige bezwaren tegen de verdachte, die aanleiding gaven voor het bevel tot bewaring, nog steeds bestaan. Er zijn gewichtige redenen van maatschappelijke veiligheid die onmiddellijke vrijheidsbeneming van de verdachte vereisen. De verdachte heeft eerder met politie en justitie te maken gehad voor soortgelijke delicten en er zijn aanwijzingen dat hij bereid is een (vuur)wapen te gebruiken, wat een risico voor de samenleving met zich meebrengt.
De rechtbank heeft ook de opportuniteit van de voorlopige hechtenis beoordeeld. De verdachte moet nog een gevangenisstraf van 730 dagen uitzitten in een andere zaak, en de inhoudelijke behandeling van deze strafzaak kan binnen die termijn plaatsvinden. Daarom oordeelde de rechtbank dat het niet opportuun is om de voorlopige hechtenis in deze zaak voort te zetten. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie afgewezen en het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, met ingang van de uitspraakdatum.