ECLI:NL:RBZWB:2025:4299

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
9 juli 2025
Zaaknummer
C/02/425117 / HA ZA 24-421 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • M. Mulders
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkoop en verdeling van een vakantiewoning tussen broers na overlijden van hun ouders

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben twee broers, [partij 1] en [partij 2], een geschil over de verkoop en verdeling van een vakantiewoning die zij samen met hun overleden ouders hebben gekocht. De broers zijn elk voor 4/9e deel eigenaar van de woning, terwijl hun zus 1/9e deel bezit. De zaak is ontstaan na een eerdere overeenkomst tussen de broers over het gebruik en de kosten van de woning, die in 2016 is vastgelegd. Na een mondelinge behandeling in april 2025, waarin partijen afspraken maakten, heeft de rechtbank op verzoek van [partij 1] een vonnis gewezen omdat de uitvoering van de afspraken niet is gelukt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verkoop van de woning moet plaatsvinden en dat [partij 2] zijn medewerking moet verlenen aan de verkoop en levering van zijn aandeel. Tevens is bepaald dat de netto-opbrengst van de verkoop verdeeld zal worden, waarbij [partij 1] 5/9e en [partij 2] 4/9e deel ontvangt. De rechtbank heeft ook een makelaar aangewezen voor de verkoop en de proceskosten tussen partijen gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK Zeeland-West-Brabant

Civiel recht
Zittingsplaats Middelburg
Zaaknummer: C/02/425117 / HA ZA 24-421
Vonnis van 9 juli 2025
in de zaak van
[partij 1],
te [plaats 1] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna te noemen: [partij 1] ,
advocaat: mr. J.B. de Bruin,
tegen
[partij 2],
te [plaats 2] (België),
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: [partij 2] ,
advocaat: mr. R. Wouters.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 20 november 2024 en de daarin genoemde stukken;
- de conclusie van antwoord in reconventie met productie 9;
- de mondelinge behandeling van 14 april 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
1.2.
Partijen hebben aan het einde van de mondelinge behandeling verklaard dat zij afspraken hebben gemaakt en de rechtbank verzocht de zaak aan te houden om deze afspraken uit te kunnen voeren. Op 21 mei 2025 heeft mr. Steehouwer-Mollema (de voormalig advocaat van [partij 1] ) de rechtbank bericht dat de uitvoering van deze afspraken spaak is gelopen en is verzocht vonnis te wijzen. De griffier heeft mr. Wouters bij e-mail van 22 mei 2025 in de gelegenheid gesteld daarop te reageren, maar heeft geen reactie ontvangen.
1.3.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
[partij 1] en [partij 2] zijn broers van elkaar. Samen met hun vader hebben zij op 5 augustus 1987 de (vakantie)woning staande en gelegen aan [adres] te [plaats 3] gekocht (hierna: ‘de Woning’). Bij de Woning hoort ook [het lidmaatschap] U.A. (hierna: ‘het Lidmaatschap’).
2.2.
[partij 1] , [partij 2] en hun vader waren ieder voor gelijke delen (1/3) eigenaar. Door het overlijden van hun vader (en vervolgens hun moeder) zijn [partij 1] en [partij 2] elk voor 4/9e deel eigenaar van de Woning (inclusief het Lidmaatschap) geworden. De zus van partijen is voor 1/9e deel eigenaar geworden. Zij heeft door middel van een akte van schulderkenning verklaard dat zij ter voldoening van een schuld die zij aan [partij 1] heeft, haar 1/9e deel van de Woning (inclusief het Lidmaatschap) aan [partij 1] overdraagt.
2.3.
[partij 1] en [partij 2] hebben tijdens de zitting van 7 november 2016 bij de kantonrechter te Middelburg afspraken met elkaar gemaakt over het gebruik, onderhoud en kosten van de Woning. Deze afspraken zijn vastgelegd in het proces-verbaal van diezelfde datum. Voor zover hier van belang, is overeengekomen dat [partij 1] en [partij 2] ieder de helft van de eigenaarslasten zullen dragen.

3.Het geschil

in conventie
3.1.
[partij 1] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis:
[partij 2] zal veroordelen om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis zijn volledige medewerking te verlenen aan de verkoop – waaronder de verkoopopdracht aan Delta Makelaardij – en levering van zijn aandeel in de Woning en het Lidmaatschap, op de daarvoor door de wet voorgeschreven wijze van overdracht, en,
voor het geval [partij 2] daarmee in gebreke blijft, te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor levering vereiste (notariële) akte(s) onder verbeurte van een dwangsom van € 500,00 per dag voor iedere dag dat [partij 2] daarmee in gebreke blijft, en,
zijn medewerking te verlenen aan uitbetaling, door de notaris, na verkoop van de woning van 5/9 deel van het verkoopresultaat minus de helft van de kosten van de verkoop en te verhogen met de helft van de door [partij 1] betaalde eigenaarslasten over (een deel van) 2022, 2023, 2024 en tot de datum van overdracht van de woning;
een verdeling zal gelasten waarbij na verkoop van de woning 5/9 deel van het verkoopresultaat minus de helft van de kosten van de verkoop en te verhogen met de helft van de door [partij 1] betaalde eigenaarslasten over (een deel van) 2022, 2023, 2024 en tot de datum van overdracht van de woning;
[partij 2] zal veroordelen in de proceskosten (inclusief de nakosten);
zodanig zal oordelen als de rechtbank in goede justitie zal vermenen te behoren.
3.2.
[partij 2] voert verweer. [partij 2] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [partij 1] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [partij 1] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [partij 1] in de kosten van deze procedure.
in reconventie
3.3.
[partij 2] vordert – samengevat – dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis zal gelasten dat de netto-opbrengst na verkoop van de Woning zal worden verdeeld tussen partijen waarbij aan [partij 2] 4/9e deel van deze opbrengst zal toekomen en waarbij de wijze van verkoop zal worden bepaald als volgt:
de opdracht tot verkoop wordt gegeven aan Ons Wooneiland of een door de rechtbank te bepalen makelaar, niet zijnde Delta Makelaardij en/of [makelaar 1] ;
verkoop zal plaatsvinden tegen de hoogst mogelijke prijs, waarbij de verkoopadviezen van de door de rechtbank benoemde makelaar zullen worden gevolgd;
de Woning zal worden verkocht aan een derde waarmee geen van partijen vooraf afspraken hebben gemaakt en die geen van partijen kent;
betaling van de verkoopkosten zal plaatsvinden bij levering van de woning aan een derde. Partijen zullen medewerking verlenen tot verdeling van de netto-opbrengst bij levering van de Woning aan een derde c.q. via levering van de notaris die de Woning zal passeren.
3.4.
[partij 1] voert verweer. [partij 1] concludeert tot niet-ontvankelijkheid van [partij 2] , dan wel tot afwijzing van de vorderingen van [partij 2] , met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [partij 2] in de kosten van deze procedure.
in conventie en in reconventie
3.5.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie
internationaal aspect
4.1.
[partij 2] is woonachtig in België, zodat dit geschil een internationaal karakter heeft. De rechtbank dient daarom eerst ambtshalve te beoordelen of de Nederlandse rechter bevoegd is om van de vorderingen van [partij 1] kennis te nemen. Aangezien het geschil een onroerend goed (de Woning) betreft, welke is gelegen in [plaats 3] (Nederland), is dat ingevolge artikel 24 van de EEX-Verordening (nr. 1215/2012) het geval.
4.2.
[partij 1] heeft gesteld dat Nederlands recht van toepassing is op deze zaak. [partij 2] heeft dat niet betwist. Gelet op het bepaalde in artikel 10:127 lid 1 BW zal de rechtbank bij de verdere beoordeling van deze zaak uitgaan van de toepasselijkheid van Nederlands recht.
verkoop van de Woning
4.3.
Omdat zowel de vorderingen in conventie als in reconventie zich richten op de verkoop van de Woning (inclusief het Lidmaatschap), zullen deze hierna gezamenlijk worden behandeld.
4.4.
Zowel [partij 1] als [partij 2] wensen de Woning te verkopen. [partij 1] vordert in conventie in de eerste plaats dat [partij 2] wordt veroordeeld daaraan mee te werken. Omdat de communicatie in dit verband tussen partijen erg stroef loopt, zal de rechtbank die vordering toewijzen zoals hierna in de beslissing is vermeld. De door [partij 1] gevorderde dwangsom zal daarbij ook worden toegewezen. [partij 2] heeft deze niet weersproken en gelet op de verhoudingen tussen partijen acht de rechtbank deze prikkel tot nakoming op zijn plaats. De rechtbank ziet wel aanleiding om de vordering te matigen tot € 50,00 per dag.
4.5.
Partijen vorderen beiden (zowel in conventie als in reconventie) dat een verdeling wordt gelast die erop neer komt dat [partij 1] 5/9e deel van de (netto) verkoopopbrengst toekomt en [partij 2] 4/9e deel. Omdat [partij 2] ter zitting nadrukkelijk heeft erkend dat hem niet meer toekomt dan 4/9e deel, zal dit worden toegewezen zoals hierna in de beslissing vermeldt. Daarbij merkt de rechtbank op dat bij de verdeling van de verkoopopbrengst rekening dient te worden gehouden met de verdeling van de eigenaarslasten. In dat verband voert [partij 2] aan dat het niet redelijk is dat hij daarvan de helft moet betalen, omdat hij slechts voor 4/9e deel eigenaar is. Daar gaat de rechtbank aan voorbij. Partijen zijn immers in het proces-verbaal van 7 november 2016 overeengekomen dat zij ieder de helft van de eigenaarslasten zouden dragen. Dat de zus nu heeft verklaard dat zij haar aandeel in de Woning aan [partij 1] zal overdragen, maakt niet dat het aandeel van [partij 2] groter of kleiner is geworden.
4.6.
Partijen hebben ook ieder een vordering ingesteld om voor de verkoop van de Woning een bepaalde makelaar aan te wijzen (Delta Makelaardij en Ons Wooneiland). Partijen hebben over en weer bezwaar gemaakt tegen de door de ander aangedragen makelaar. De rechtbank zal daarom – zoals door [partij 2] in reconventie gevorderd – een (andere) makelaar aanwijzen. Daarbij zal worden aangesloten bij de door partijen ter zitting genoemde makelaars die zij over en weer akkoord hebben bevonden. Primair betreft het [makelaar 2] . Voor het geval [makelaar 2] de opdracht niet aanvaard, betreft het subsidiair [naam] en meer subsidiair [makelaar 3] .
4.7.
Ter zitting is duidelijk geworden dat partijen het erover eens zijn dat zij beiden een zo hoog mogelijke verkoopopbrengst wensen te realiseren en dat zij in dat verband beiden bereid zijn de adviezen van de verkoopmakelaar te volgen. Ook over de verdeling van de verkoopkosten (ieder de helft) bestaat geen discussie (meer). De rechtbank zal daarom de vorderingen van [partij 2] in reconventie, inhoudende dat de verkoop zal moeten plaatsvinden tegen de hoogst mogelijke prijs, waarbij de verkoopadviezen van de verkoopmakelaar worden gevolgd, toewijzen. Hetzelfde geldt voor de vordering voor wat betreft de bepaling dat de Woning alleen mag worden verkocht aan een derde waarmee partijen geen afspraken hebben gemaakt en die geen van partijen kent. Partijen hebben immers ter zitting verklaard dat zij het daarover met elkaar eens zijn.
proceskosten
4.8.
Mede gelet op de relatie tussen partijen en de samenhang van de vorderingen zullen de proceskosten zowel in conventie als in reconventie tussen hen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5.De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
veroordeelt [partij 2] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis zijn volledige medewerking te verlenen aan de verkoop en levering van zijn aandeel in de Woning en het Lidmaatschap, op de daarvoor door de wet voorgeschreven wijze van overdracht, en, voor het geval [partij 2] daarmee in gebreke blijft, te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor levering vereiste (notariële) akte(s) onder verbeurte van een dwangsom van € 50,00 per dag voor iedere dag dat [partij 2] daarmee in gebreke blijft, en, zijn medewerking te verlenen aan uitbetaling, door de notaris, na verkoop van de woning van 5/9 deel van het verkoopresultaat minus de helft van de kosten van de verkoop en te verhogen met de helft van de door [partij 1] betaalde eigenaarslasten over (een deel van) 2022, 2023, 2024 en tot de datum van overdracht van de Woning en het Lidmaatschap,
in reconventie
5.2.
bepaalt dat de verkoop van de Woning en het Lidmaatschap zal plaatsvinden tegen de hoogst mogelijke prijs, waarbij de verkoopadviezen van de verkoopmakelaar zullen worden gevolgd,
5.3.
bepaalt dat de Woning en het Lidmaatschap zullen worden verkocht aan een derde waarmee geen van partijen vooraf afspraken hebben gemaakt en die geen van partijen kent,
5.4.
bepaalt dat betaling van de verkoopkosten zal plaatsvinden bij levering van de woning aan een derde,
in conventie en in reconventie
5.5.
gelast een verdeling waarbij na verkoop van de Woning en het Lidmaatschap en onder aftrek van de kosten van de verkoop, 5/9e deel aan [partij 1] toekomt, te verhogen met de helft van de door [partij 1] betaalde eigenaarslasten over (een deel van) 2022, 2023, 2024 en tot de datum van overdracht van de Woning en het Lidmaatschap, en waarbij 4/9e deel aan [partij 2] toekomt, onder aftrek van de helft van de door [partij 1] betaalde eigenaarslasten over (een deel van) 2022, 2023, 2024 en tot de datum van overdracht van de Woning en het Lidmaatschap,
5.6.
bepaalt dat partijen primair [makelaar 2] opdracht dienen te geven om op te treden als verkoopmakelaar ten aanzien van de Woning en het Lidmaatschap, subsidiair – voor zover [makelaar 2] de opdracht niet aanvaardt – [naam] en meer subsidiair – voor zover ook [naam] de opdracht niet aanvaardt – [makelaar 3] ,
5.7.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.8.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.9.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Mulders en in het openbaar uitgesproken op 9 juli 2025.