ECLI:NL:RBZWB:2025:4367
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van een bezwaar tegen de definitieve berekening van huur- en zorgtoeslag
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Zeeland-West-Brabant het beroep van eiseres tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen de definitieve berekening van haar recht op huur- en zorgtoeslag over het jaar 2020 door de Dienst Toeslagen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het besluit van 3 september 2021, waarin haar recht op huur- en zorgtoeslag definitief werd berekend. De Dienst Toeslagen verklaarde het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk met het bestreden besluit van 23 juni 2023.
De rechtbank heeft de zaak op 3 juli 2025 behandeld, maar eiseres was niet verschenen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift van eiseres te laat was ingediend, aangezien de termijn voor het indienen van bezwaar op 4 september 2021 begon en eiseres pas op 3 maart 2023 bezwaar maakte. De rechtbank concludeert dat eiseres niet heeft aangetoond dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar zouden maken.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de Dienst Toeslagen het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Eiseres krijgt geen gelijk en ontvangt geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten. De rechtbank wijst op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak.