In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden met een voertuig waarvan de verlichting niet aan de vereiste kleur voldeed. De gedraging vond plaats op 3 december 2022 op de Roosendaalseweg te Etten-Leur. De betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Tijdens de zitting op 22 mei 2025 heeft de gemachtigde van de betrokkene, mr. M. Lagas van Appjection B.V., aangevoerd dat de gedraging niet heeft plaatsgevonden. Hij stelde dat de knipperlichten van het voertuig gewoon oranje zijn en dat de boete onterecht is opgelegd. De kantonrechter heeft de foto’s van de betrokkene bekeken en kwam tot de conclusie dat er twijfel bestaat over de gedraging. De rechter gaf de betrokkene het voordeel van de twijfel en oordeelde dat de boete onterecht was. Het beroep werd gegrond verklaard, de beslissing van de officier van justitie werd vernietigd en de officier van justitie werd opgedragen het betaalde bedrag van € 159,- terug te betalen aan de betrokkene. Tevens werd de officier van justitie veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van de betrokkene, die in totaal € 1.230,50 bedroegen.